‘Wat is een halfzus?’

Het is weer 17 juli, de zwaarste datum van het jaar. De lelijke onevenheid van het getal: 17. De hoekige 7, zogenaamd geluksgetal. Die 17 komt veel terug. Mijn vader is op de 17e jarig. Zijn dochter in de MH17 was dat ook. De vader van zijn kleindochter, die met haar moeder, stiefvader en halfbroertje in datzelfde vliegtuig zat, ook. Mijn jongste zoon was uitgerekend op de 15e, maar werd geboren op, inderdaad, de 17e. En een inmiddels overleden oud-klasgenoot attendeerde me er een paar jaar geleden op dat de kalenderemoji in telefoons de datum JUL 17 toont. Er is geen ontkomen aan.
 
Ik merk dat ik het getal zelf ook vaak gebruik, zelfs – of juist – als daar geen aanleiding toe is. Als mijn vriendin bijvoorbeeld vraagt hoe vaak ze nog mijn zelfbedachte breakbeat-versie van het oude Transformerstekenfilmliedje moet aanhoren. ‘Nog 17 keer,’ zeg ik dan, schertsend. Ik gebruik het getal als overdrijving. Als grapje. Misschien om het te ontmantelen van de traumatische lading en er weer een gewoon getal van te maken.
 
Negen jaar zijn we verder. Volgend jaar tien, een jubileum. Hoe vier je zoiets? Mijn nichtje was nu 26 geweest. Mijn halfzus 60. Niemand weet hoe hun levens eruit hadden gezien. Dat weten we alleen van de levens die er nog wél zijn: permanent ontwricht. De ramp was voor de nabestaanden de carrièrebeëindigende enkelblessure van Marco van Basten. Daarna heeft hij nog wat gegolfd, een poging gedaan als coach, en nu is hij de wat zure oud-prof die het voetbal vaak met lede ogen aanziet en in zijn commentaar niemand spaart. De herinnering aan de glans van zijn voetballeven leeft voort, maar roept voornamelijk weemoed op.
 
In de boekenkast van mijn oudste zoontje (6) staat het boek dat ik schreef over de ervaringen van mijn familie en mij tijdens en na de ramp. Een autobiografische roman. Mijn zoon kan aardig lezen en bladert weleens door het boek. De absentie van plaatjes en het overschot aan ‘moeilijke woorden’ maken dat hij zijn interesse snel verliest en het boek weer terugzet. Dat lucht me dan op, want het scheelt een ingewikkeld gesprek.
 
Hij mag op school elke dag even op de laptop werken. Laatst liepen we over het schoolplein en zei hij: ‘Ik heb je gegoogeld.’
Ik vroeg wat hij allemaal was tegengekomen.
‘Je werk, je podcast, maar ook iets over een vliegtuig en je halfzus en toen was er een ongeluk en toen ging ze dood. Wat is een halfzus?’
 
Het overviel me. Ik weet dat ik op een dag met mijn kinderen over de vliegramp zal moeten praten, en over het psychische parcours dat de hoofdpersoon, karakterologisch behoorlijk gelijkend op hun papa, in het boek aflegt, maar veronderstelde dat dat nog wel een paar jaar zou duren. Maar ja, hij leest, schrijft, en computers zijn overal, dus heel vreemd is het niet.
 
Door zijn vraag wist ik dat ik over ‘het ongeluk’ niet in detail hoefde te treden. Nog niet. ‘Een halfzus is een zus met een andere moeder of vader,’ zei ik, ‘en die van mij zat inderdaad in een vliegtuig dat een ongeluk kreeg.’ Later zou ik hem uitleggen wat er precies was gebeurd. Hij accepteerde het. Hij leek vooral trots dat hij zijn vader op Google had gevonden. ‘Je bent beroemd,’ zei hij. Ik zei dat het wel meeviel. ‘Jawel, zei hij. Ik zag je op Google. Je bent beroemd.’
 
Vooralsnog blijft de vraag hangen: wanneer vertel ik mijn kinderen over 17 juli 2014, toen mijn halfzus – hun tante -, en haar man en kinderen – hun nicht en neef -, abusievelijk door een raket uit de lucht werden geschoten en daarmee vermoord, vernietigd? Wanneer vertel je kinderen zoiets? En hoe?

Emojidag

Constantijn van Nispen zat bij mij op school. We zaten niet in dezelfde klas, maar we kenden elkaar redelijk goed en er was altijd wel een soort onuitgesproken respect. Toen hij na zijn studie in Amsterdam kwam wonen zagen we elkaar vaker. Het is niet zo dat we regelmatig afspraken voor een biertje of elkaar belden bij een gebroken hart, maar er was een klik die op school vaak ondergesneeuwd was geraakt onder de dagelijkse wirwar van puberemoties. Als ‘volwassen mannen’ in een kroeg of op een festival konden we elkaar gewoon aardig vinden, zonder peer pressure of verzonnen, ogenschijnlijk onverenigbare loyaliteiten naar verschillende vriendengroepen toe.

Een jaar of vijf geleden verscheen er een kinderboek, getiteld ‘&Oskar’, waarvoor Constantijn het verhaal had geschreven. Het was een inventief concept, waarbij je het boek kon personaliseren door de naam en uiterlijke kenmerken van het kind voor wie het boek bestemd was online in te voeren. Zo beleefde elk kind zijn of haar eigen avontuur. Het was vooral verrassend dat Constantijn, die ik kende als een extreem sociale, ambitieuze, maar ook rebelse en soms etterige kerel, een ontwapenend kinderverhaal had geschreven.

We hadden er kort contact over, en een klein anderhalf jaar later hadden we dat weer over mijn boek, dat hij toen net uit had. Hij stuurde me een lang, lief whatsapp-bericht waarin een feitje stond dat sindsdien regelmatig door mijn hoofd schiet.

10 mei 2018, Constantijn: ‘Op pagina 32 van je boek gaat het over de toevalligheden van het getal 17 (juli). Bizar feitje (dat jou wellicht al eens opgevallen was): die dag is de enige datum met een eigen emoji: 📅. En zo staat die rampzalige dag voor een hele kalender.’

53 dagen na zijn berichtje, op 2 juli 2018, overleed Constantijn. Achter de sociale, ambitieuze, rebelse buitenkant ging iemand schuil die al jaren worstelde met een alcoholverslaving. Constantijn was een jongen van extremen. Dat gold al op school, waar hij om de haverklap de klas uit werd gestuurd, veel spijbelde en vaak ruzie had met medeleerlingen. Maar hij was ook reteslim en -grappig, wat in combinatie met zijn extreme karakter kon leiden tot hoogstaande creatieve en intellectuele uitspattingen.

Zo kan ik me herinneren dat hij voor biologie eens een project had uitgevoerd waarin hij had onderzocht hoe vaak hij op een dag kon masturberen. Een serieuze grap, gestoeld op wetenschappelijke data omtrent voeding en hersteltijd van het menselijk lichaam. Hoe vaak het hem was gelukt weet ik niet meer, maar ik weet wel dat niemand het hem nadeed. De klas lag tijdens de presentatie van de uitkomsten van zijn onderzoek in een scheur, ook de verder altijd zo serieuze, humorloze docent. Maar die laatste was ook onder de indruk, want Constantijn kreeg een cijfer dat zijn aftrekquotum zelfs oversteeg.

Vandaag is het weer 17 juli, voor de achtste keer al sinds die noodlottigste. En waar ik op deze datum altijd denk aan die 198 Nederlandse doden, en in het bijzonder aan mijn halfzus en haar gezin, denk ik sinds 2018 ook aan Constantijn, en hoe hij emoji voor mij voor altijd heeft verpest.

🥲
—–
&Oskar is nog steeds te bestellen, en wel hier.

Stück

Een week of drie geleden ontving ik een mailtje van een journalist van Süddeutsche Zeitung. Hij had mijn artikel in de Volkskrant gelezen, over de effecten van de oorlog in Oekraïne op de nabestaanden van de MH17-ramp, alsmede de reactie op dat stuk van Sheila Sitalsing. 

Hij werkte aan een verhaal over de ‘Retraumatisering’ (een prachtig woord, ondanks de negatieve lading) van de nabestaanden van de ramp door alles wat er momenteel in Oekraïne gebeurt, en de herstart van het proces tegen de verdachten van het neerhalen van MH17.

We spraken af, dronken ginger ale, en hadden een ruim twee uur durend gesprek over al het bovenstaande, plus nog een hoop andere zaken.

Zijn stuk is inmiddels gepubliceerd, maar zit achter een onverbiddelijke Duitse paywall. Hij heeft me de tekst gestuurd, die heb ik hieronder geplakt voor wie geïnteresseerd is in zulks.

Wel in profi-Duits dus, waar Google Translate geen recht aan doet. Zie het als een korte opfriscursus.

(der, des, dem, den, die, der, der, die, das, der, dem, das… und so weiter.)

Das Stück:

Abschuss von Flug MH17: Eine Retraumatisierung, acht Jahre danach

25. März 2022

Die Bilder vom Krieg in der Ukraine wühlen bei den Menschen, die 2014 beim Abschuss von MH17 Angehörige verloren haben, alles wieder auf. Und in Amsterdam läuft der Prozess gegen die mutmaßlich Verantwortlichen aus Russland – doch er kann das Leid kaum mildern.

Von Thomas Kirchner, Amsterdam

Als MH17 im Juli 2014 im Osten der Ukraine vom Himmel geschossen wurde, verlor Remco de Ridder seine Halbschwester, deren Mann und die zwei Kinder. Fast acht Jahre ist das nun her. Wenn man ihn fragt, ob er das einigermaßen bewältigt hat, sagt er: “Jedes Mal, wenn ich ein Flugzeug sehe, denke ich an MH17. Und ich sehe viele Flugzeuge hier in Amsterdam. Ich hatte nie Flugangst, aber jetzt ist Fliegen eine schreckliche Erfahrung für mich.”

Der russische Einmarsch in die Ukraine rührt alles wieder auf in ihm. “Ich schlafe schlechter, wegen eines Krieges, an dem ich nicht beteiligt bin.” Die eiskalten Lügen aus dem Kreml, das bewusste Verdrehen der Wahrheit, das Verbreiten von Desinformation: De Ridder, 39, gelernter Journalist, kennt das, so war das damals auch, als man Russland für den Absturz des Flugzeugs und den Tod von 298 Menschen verantwortlich machte. Was Moskau bis heute zurückweist. “Wie viel Wut da nun sein muss in der Ukraine!” Er selbst habe, “obwohl ich kein gewalttätiger Mensch bin”, ein paar Mal davon geträumt, Wladimir Putin zu verprügeln. Das werde immer schlimmer, sagt er leise. “Ich will wirklich, dass er stirbt.”

Jos de Keijser ist klinischer Psychologe an der Universität Groningen und Experte für “komplexe Trauer”. Er untersucht die Leiden der MH17-Angehörigen seit 2014 und hat viele von ihnen als Psychotherapeut begleitet. Sie erlebten gerade eine “Retraumatisierung”, sagt er: “Durch die Bilder, die sie täglich sehen, kommt die Vergangenheit wieder hoch. Sie fühlen sich machtlos, unsicher – mit den üblichen Folgen wie Schlafstörungen oder Konzentrationsproblemen.” So schmerzlich die Bilder seien, könnten sie doch nicht wegschauen, “es ist wie eine Obsession”. Eine Patientin sei gerade eine Woche wandern gegangen, ohne Telefon. Dieses Wegsehen sei “harte Arbeit”. Wirklich helfen könne er den Menschen nicht.

Die Ermittler sammelten jeden Splitter ein. Am Ende hatten sie keinen Zweifel mehr
Der Absturz von MH17 war nicht nur eine Tragödie für die Familien der 196 Niederländer, die damals starben. Er war ein nationales Trauma. Als die Maschine mit den Überresten der Opfer auf dem Flughafen Eindhoven aufsetzte, stand das ganze Land still. Die Flügel der Windmühlen wurden in “Trauerstellung” versetzt, leicht schräg. Die Kaltschnäuzigkeit, mit der der Kreml seine Schuld verleugnete, tat nicht nur den Angehörigen weh, sie sorgte für kollektive Empörung, die das gesamte Verhältnis der Niederlande zu Russland umkrempelte. Es war mal besonders gut, hatte sich aber schon seit 2013 nach diversen diplomatischen Hakeleien eingetrübt. Heute sind die Niederländer laut einer Umfrage unter allen Europäern am kritischsten eingestellt gegenüber der Invasion Russlands.

Das einzige, was sie Putins Lügen damals entgegensetzen konnten, war der Rechtsstaat. Feststellen, wie es wirklich war, und wer es war: Das wünschen sich wohl alle Angehörigen von Verbrechensopfern, es hilft ihnen, den Schmerz zu verarbeiten. Ein internationales Ermittlerteam sammelte an der Absturzstelle jeden Splitter ein, und am Ende einer äußerst aufwendigen forensischen Untersuchung, die untermauert wurde von Erkenntnissen der Recherchegruppe Bellingcat, blieb kein Zweifel an der Schuld Russlands, das die ostukrainischen Rebellen militärisch stützt: Die Rakete, die das Flugzeug traf, wurde von einem Flugabwehrsystem des Modells Buk-M1 Telar abgefeuert. Es war kurz zuvor von Russlands 53. Luftabwehrbrigade im russischen Kursk in die Nähe des ostukrainischen Ortes Snischne gebracht worden, wo zu dieser Zeit heftig gekämpft wurde. Bedient wurde die Buk wohl von russischen Soldaten, von wem genau, ist nicht bekannt.

Wohl aber glaubt man zu wissen, wer das Gerät in seine Position brachte und letztlich für den Abschuss verantwortlich war: Igor Girkin, Leonid Chartschenko, Oleg Pulatow und Sergej Dubinskij, die den pro-russischen Rebellen in der Ostukraine angehörten. Weil alle Versuche, den Fall vor ein internationales Gericht zu bringen, am Widerstand des Kreml scheiterten, blieb den Niederlanden nur, im eigenen Land einen Strafprozess gegen diese Männer zu eröffnen.

Nach fast sechsjährigen Vorarbeiten begann das Verfahren im März 2020 im Justitieel Complex Schiphol (JCS), am Rande des Flughafens Amsterdam. Der JCS ist eigentlich ein Abschiebegefängnis mit Gerichtssaal. Stacheldraht und Elektrozäune sichern den größten Teil des flachen, langgezogenen Quaders. Vor Jahren verteidigte sich der Rechtspopulist Geert Wilders hier gegen den Vorwurf, Hass auf Marokkaner geschürt zu haben.

Keiner der vier Angeklagten sitzt im Gerichtssaal. Russland liefert sie nicht aus
Der Sicherheitsaufwand wirkt überflüssig, denn keiner der Angeklagten nimmt an dem Verfahren teil. Russland liefert sie nicht aus, erkennt das Verfahren nicht an. Aber die niederländische Justiz will fernab aller Störfaktoren arbeiten. Die Staatsanwaltschaft stützt sich auf die internationalen Ermittlungen und eigene Untersuchungen, alle anderen Szenarien hat sie ausgeschlossen. Sie wirft den Männern 298-fachen Mord vor und fordert für jeden von ihnen eine lebenslange Freiheitsstrafe. Man habe sich viel Mühe gegeben mit der Anklageschrift, sagte Digna van Boetzelaer, die das Team der Staatsanwaltschaft leitet, in einem Interview. “Du sitzt im Glashaus, die ganze Welt schaut zu. Es darf nichts schiefgehen.” Etwas zu wissen heiße noch lange nicht, es auch strafrechtlich beweisen zu können. “Man kann sagen, es gibt ein Foto derBuk-Rakete im Internet. Dann kommt die nächste Frage: Wer hat das Foto gemacht? Wo kommt die Person her? Ist sie verlässlich?”

Die Ankläger gingen laut Boetzelaer davon aus, dass es ohne Angeklagte auch keine Verteidigung geben werde, weshalb sie denkbare Einwände in ihr Plädoyer einschlossen – ein zusätzlicher Aufwand. Dass sich einer der Männer, Pulatow, dann doch verteidigen ließ, hat den Charakter des Verfahrens stark verändert. Seine beiden niederländischen Anwälte äußern sich gerade in der laufenden Sitzungsperiode.

An einem Tag der vergangenen Woche kann man erleben, wie sie argumentieren. Wegen eines Corona-Falls ist der Anwalt nur per Video zugeschaltet. Stundenlang reitet er auf angeblichen Schwächen der Ermittlung herum. Man habe nicht genügend gesucht, sagt er, verlasse sich auf “Wahrscheinlichkeit” statt “Sicherheit”, als Explosionsquelle komme auch anderes infrage als eine Buk-Rakete. Es wird sehr technisch, er präsentiert diverse Fragmente, die man “anders deuten” könne als die Staatsanwälte. Es habe damals viele Buks gegeben im Abschussgebiet, auch ukrainische. Es spreche viel dafür, dass die Rakete von einem Ort abgefeuert worden sei, der unter Kontrolle der ukrainischen Armee stand.

Die Anwälte agieren also exakt, wie es Marieke de Hoon, Juristin an der Freien Universität Amsterdam, erwartet hatte: “Zweifel sähen”, alternative Theorien ins Spiel bringen, das Bild eines “unehrlichen Prozesses” entstehen lassen. Es sei ein ukrainisches Kampfflugzeug gewesen, hatte Moskau schon 2014 behauptet. Die “Beweise”, die man präsentierte, waren offensichtlich gefälscht; daneben lancierte Russland vor Prozessbeginn eine massive Desinformations- und Sabotagekampagne, an der der Geheimdienst GRU ebenso beteiligt war wie einige niederländische Helfer.

Für die Angehörigen war und ist das schwierig zu ertragen. Im vergangenen Herbst durften sie sich selbst äußern vor Gericht. “Die Verantwortlichen leugnen einfach alles, sie lügen. Das ist das Schlimmste”, sagte Rob Frederiks, der seinen 23-jährigen Sohn verlor. “Was ihr uns angetan habt! Die Folgen sind unbeschreiblich.”

Frühestens für September wird das Urteil erwartet. Eine Genugtuung wird das kaum für die Angehörigen; die mutmaßlichen Täter sitzen in Russland und können nicht belangt werden. Ein Schuldspruch wird den Hass auf Putin nicht mindern, den Remco de Ridder empfindet. Und doch sieht er einen Sinn in dem Verfahren, sagt er, und zitiert aus einer Zeitungskolumne: “Es scheint ganz wenig zu sein, und es ist doch ganz viel.”

Laatste strohalm

De beelden uit Oekraïne zijn huiveringwekkend: een vliegende raket; een brandend flatgebouw; vluchtfiles op de snelweg; schuilende gezinnen in de metro. Het meest schokkende beeld was dat van een automobilist die doelgericht werd platgewalst door een Russische tank. Uit die actie sprak puur sadisme en duivelse agressie, ontsproten uit een geïndoctrineerd, narcistisch verlangen naar een vergane tijd.

Weten de Russische soldaten hoe het hun vroegere collega’s is vergaan? Hoe de Russische krijgsgevangenen van de Tweede Wereldoorlog door het moederland werden gezien als landverraders en na de oorlog naar de Goelag werden verbannen, soms voor wel 15 jaar? Slechts de meest ontzagwekkende propagandamachine kan een volk het leed van haar grootouders doen vergeten.

Een beeld dat voor de nabestaanden van de ramp met MH17 al jaren huivering opwekt, is het gezicht van Vladimir Poetin. Ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat hij voor ons de personificatie van het kwaad is. Ik ben geen gewelddadig mens, maar ik durf hier best toe te geven dat ik vaak heb gefantaseerd over zijn dood. Sterker nog, hoe het zou zijn hem te wurgen. Die fantasie is de verbeelding van een primitieve impuls, opgeroepen door gevoelens van verdriet, woede, frustratie en onmacht die al te lang vastgehaakt zitten in een mens.

Door de ramp met MH17, een incident dat voortvloeide uit de Russisch-Oekraïense oorlog die in 2014 rondom Donetsk woedde, krijgen de huidige beelden uit Oekraïne een extra huiveringwekkend laagje. Nee, dat dekt de lading niet. De beelden zijn letterlijk ziek- en misselijkmakend, want ze brengen alles weer naar boven. De Russische invasie van Oekraïne voelt als de aanvang van Poetins eindspel. Het is datgene waar hij in zijn decennialange politieke carrière naartoe heeft gewerkt, de giftige kers op zijn autocratische presidentschap.

Op social media bestempelen sommigen Poetin als ‘seniel’, ‘paranoïde’ of ‘megalomaan’. Wie weet speelt het wel een rol dat hij inmiddels 70 is, hoezeer hij zijn leeftijd met Botox ook probeert te verhullen. Misschien leeft bij hem de behoefte om als president van een vervallen natie nog één groots statement te maken, teneinde zijn perverse en utopiaanse droom van een hersteld machtig Sovjetrijk te verwezenlijken.

Hoe het ook zij, zolang Poetin de touwtjes in handen heeft, is het naïef om te hopen op beterschap. En dat is precies het verneukeratieve: de hoop. De families van de inzittenden van MH17 hopen al jaren op een vorm van genoegdoening. Nee, die bestaat niet, maar de rechterlijke processen zijn, ondanks alle dwarsboompogingen vanuit Rusland, al een tijdje onderweg. Onder begeleiding van volhardende advocatenteams en met de steun van de Nederlandse staat is er een uitputtend juridisch traject opgestart dat moet leiden tot de erkenning van de feiten van die noodlottige 17e juli in 2014. We eisen een vorm van verantwoording, maar die lijkt door deze nieuwste oorlogsmisdaad verder weg dan ooit.

Genoegdoening, erkenning, verantwoording; het zijn mooie woorden, maar ergens beseffen we – en dan spreek ik even voor alle nabestaanden van de ramp – dat die nooit zal komen. Niet van een land met een leider die liegt en manipuleert zoals hij ademt en eet. Een voormalige spion, die, uit zijn eigen frustratie, woede en onmacht over de bijrol van zijn moederland op het wereldtoneel, als een tank over een democratisch buurland walst, over de levens heen van mensen die slechts één wens hebben: in vrijheid kunnen leven.

En de rest van de wereld? Die huivert bij de beelden, maar kijkt toe. Oekraïne is geen NAVO-lid, het belang is niet groot genoeg om een nieuwe wereldoorlog te riskeren. Hetzelfde gold na het neerhalen van vlucht MH17. Poetin houdt de wereld in een wurggreep, zoals ik weleens fantaseer bij hem te doen. Nu weet ik dat die fantasie de laatste strohalm is van een wanhopig mens.

Lees het artikel 0p de website van de Volkskrant

Condenssporen van de tijd

Het moet een gevoel van rouw zijn geweest dat me naar Vijfhuizen leidde. Het is het gevoel dat, naast beklemming en somberte, al bijna een jaar als een sluier over de wereld ligt. Natuurlijk, er is ook de bezinning, het besef van hoe kwetsbaar onze realiteit is, maar de grondtoon van de ervaring van het mens-zijn sinds de houdgreep van corona is donker. Ik zal, ondanks mijn neiging naar de duistere kant van het gevoelsspectrum, niet de enige zijn die dat zo beleeft.
 
In Vijfhuizen is het Nationaal Monument MH17. Het ligt op de route naar mijn schoonouders, naar wie ik mijn kinderen wekelijks breng, en al veel vaker dacht ik tijdens die rit aan het monument en of ik het niet eens moest bezoeken. Het ligt er immers al drie jaar en schijnt een waardig eerbetoon te zijn, afgaand op wat ik erover las en zag. Maar zo’n monument, hoe mooi en waardig ook, is tegelijk een confrontatie met het trauma. En in dergelijke confrontaties heb je niet altijd zin.
 
Bovendien is de ramp al bijna 6,5 jaar geleden gebeurd. Daarmee is het niet minder erg, maar het doorleven van die gebeurtenis en alles eromheen lag in de jaren erna. Voor mij geldt dat ik dat doorleven met name deed tijdens het schrijven van mijn boek. Daarna was het boek niet gesloten, maar het markeerde wel de afsluiting van een verwerkingsfase. Dat de tijd en het leven gewoon doorwandelen, bijvoorbeeld door de geboortes van kinderen, maakt de stip van de tragedie op de horizon steeds kleiner.
 
Maar de laatste tijd moest ik er weer meer aan denken. Dat zal met de staat van de wereld te maken hebben. Het bleef dit keer niet bij gedachtes. Ik bracht mijn kinderen weg en reed vervolgens naar Vijfhuizen. Het monument ligt in een park, naast een snelweg, met daarachter een startbaan van Schiphol. Achter de voor alle slachtoffers geplante bomen stijgen voortdurend vliegtuigen op. Ook nu. Daar valt vanuit het bedwingen van het virus van alles over te zeggen, maar nu kwam het op me over als een wrange schoonheid.
 
Wrang, vanwege de confrontatie met datgene wat de 298 inzittenden van vlucht MH17 fataal is geworden, het vliegen zelf. Mooi, omdat de combinatie van de kalmte van het monument met de onverstoorbare gang van de vliegtuigen resulteerde in vreedzaamheid. Zij zijn dood, deze bomen groeien in hun naam, en de vliegtuigen vliegen verder. Het raderwerk van de machine stopt niet. Ook niet tijdens een voor onze generaties ongekende crisis.
 
Terwijl de vliegtuigen hun condenssporen boven mij uittrokken, besefte ik dat de doden geen weet hebben van corona. En van wel meer niet. Dat het dus onvoorstelbaar is hoe het leven er over vijf, zes jaar uit zal zien. Dat zij vijf, zes jaar vóór 17 juli 2014 nooit hadden kunnen bevroeden dat die datum met bloedrode inkt de geschiedenisboeken in zou gaan. En dat wij, de verderlevenden, die zomer bij ‘corona’ alleen nog dachten aan een Mexicaans biertje.
 
Toen ik terug naar de auto liep, daalde het volle gewicht van de werkelijkheid op me neer. Van de als een net over het land gespannen blauwe lucht. Van de jonge, groeiende boompjes, symbool voor de steeds langer geleden beëindigde levens. Van de houdgreep van corona, waaraan we ons op een dag weer zullen ontworstelen. Van de onverbiddelijkheid van de tijd, en van de vliegtuigen die blijven opstijgen en landen. Opstijgen en landen.

Een hoofd van diamant

Het is vijf jaar geleden.

Vijf jaar geleden dat mijn zusje mij huilend opbelde in Spanje, na een verzengende stranddag op een Andalusisch strand. ‘Rem, ben je daar? Rem, er is iets heel ergs gebeurd.’

Het is vijf jaar geleden. Vijf jaar waarin behalve het verstrijken van de tijd eigenlijk heel weinig is veranderd. Ze zijn nog steeds dood, allemaal, verpulverd in de lucht. De oorzaak van hun overlijden is nog even onzinnig en onnodig als hij toen was. Zij hebben al vijf jaar leven gemist en zijn al vijf jaar een gemis.

Juridische trajecten zijn opgestart, maar veel is nog onduidelijk. Het is vijf jaar geleden, maar zal nog zeker twee keer zo lang duren voordat we iets van duidelijkheid hebben. De vraag is bovendien hoe duidelijk het ooit zal worden en of, als er eenmaal duidelijkheid is, we het dan wél zullen begrijpen. Ons brein is daarvoor wellicht te beperkt.

Het is vijf jaar geleden en ik heb er een hard hoofd in dat we het ooit zullen weten. Voor de nabestaanden is er al vijf jaar iets mis, een gemis, en dat komt nooit meer goed. De onmogelijkheid daarvan is een dagelijkse stomp in de ziel.

Het is vijf jaar geleden en ik heb er een hard hoofd in dat met de jaren steeds harder wordt. Een hoofd waarmee ik door ruiten kan slaan. Door muren, door denkbeeldige grenzen, bedacht door mensen die we verdenken.

Het is vijf jaar geleden en mijn hoofd is van steen. Graniet ligt op de loer.

Maar…

Het is vandaag twee maanden geleden dat mijn tweede zoon werd geboren. Ik zeg ‘maar’, want zijn geboorte is tegengesteld aan de dood. Zeker aan die van hen.

Het is vijf jaar geleden dat mijn vader een dochter en twee kleinkinderen verloor. In de afgelopen vijf jaar kreeg hij er vier kleinkinderen bij en in die vijf jaar zijn er ook familieleden gestorven. Het is makkelijker vrede hebben met de natuur.

Het is vijf jaar geleden. Vijf jaren, 260 weken, 1826 dagen. De tijd heelt niet alle wonden. Het spreekwoord is onwaar. We zullen moeten zien hoe het over nog eens vijf jaar is, maar ik heb er een hard hoofd in. Tegen die tijd is het van diamant.

WK had nooit in Rusland gehouden mogen worden

Donderdag begint het WK voetbal in Rusland. Normaal gesproken zou dat heel leuk zijn, omdat Nederland normaal ­gesproken aan dat soort toernooien meedoet en nog wel­eens (verrassend) ver wil komen. 

Maar Nederland heeft zich niet gekwalificeerd. Normaal gesproken zou dat erg zijn, want we zijn een voetbalnatie en op geen moment zo verenigd als wanneer Nederland om de knikkers speelt, maar nu is het toernooi in Rusland, waar het nooit gehouden had mogen worden. 

Dankzij minutieus onderzoek van het Joint Investigation Team, belast met de taak om te achterhalen wie en wat de MH17 tot neerstorten heeft gebracht, weten we nu wat we al vermoedden: dat een Russische brigade, geleid door een Russische kolonel-generaal, verantwoordelijk is voor het transporteren en afvuren van de Buk-raket waarmee vlucht MH17 uit de lucht is geknald. Rusland ontkent, want het onderzoek is uitgevoerd zonder Russische deelname. 

Het verweer: hoe kan Rusland de bevindingen zomaar vertrouwen? De beelden die als ‘bewijs’ dienen zijn vast bewerkt om Rusland erin te luizen. Het onderzoek van het JIT is onderdeel van een uitgebreide, westerse campagne om Rusland tot boeman van de wereld te maken, aldus de Russische propagandamachine.

Poetin werd vorige week geïnterviewd op de Oostenrijkse tv. Op herhaalde vragen van de journalist Armin Wolf of het niet eens tijd wordt om de betrokkenheid bij de MH17-crash toe te geven en excuses te maken aan de nabestaanden, bleef Poetin glashard ontkennen. 

Voor nabestaanden is dát wat nu vooral wringt. Het gemis van familie en geliefden is permanent – een scheur in de ziel die met geen cement te dichten is – maar dat de schuldige zijn kont blijft ­keren in ontkenningen en manipulaties, frustreert tot op het bot.

Om het gevoel te verduidelijken wilde ik hier een vergelijking maken met een slachtoffer van een brute moord, en hoe de nabestaanden, om de zaak af te kunnen sluiten en verder te gaan met hun leven, closure nodig hebben in de vorm van een schuldige. Iemand die wordt aangewezen als verantwoordelijke voor het leed, of beter, iemand die de verantwoordelijkheid zelf neemt. Maar die vergelijking hoef ik niet te maken, want dat is exact wat er aan de hand is.

En straks is de verantwoordelijke voor deze misdaad gastheer van het grootste voetbal­evenement ter wereld. Sport dient idealiter te verbroederen, maar broederschap kan niet gebaseerd zijn op een leugen.

Ja, de Nederlandse overheid neemt nu stelling, maar had dat al eerder moeten doen door het Nederlands elftal terug te trekken uit (de kwalificatie voor) het toernooi. Of de Fifa had het voortouw moeten nemen en het toernooi moeten verplaatsen, misschien wel gewoon naar Nederland, dat samen met België ooit in de running was om het WK te organiseren.

En anders hadden de regeringen van de deelnemende landen gezamenlijk de beslissing moeten nemen het WK in Rusland te boycotten, want van een corrupte organisatie als de ­Fifa kunnen we geen voortrekkersrol verwachten. Er bestaan immers sterke vermoedens dat zowel Rusland als Qatar – waar arbeiders net als de piramide­bouwende slaven in het oude Egypte omkomen tijdens het bouwen van stadions in de woestijn – die toernooien heeft gekocht.

Nu ben ik ‘blij’ dat Nederland zich niet heeft gekwalificeerd, want dat maakt het makkelijker om niet te kijken. Maar ook zonder te kijken weet ik dat Poetin straks glimlachend in zijn presidentiële loge in het stadion zit, met een wuivende hand als groetgebaar naar het juichende publiek. 

Achter die glimlach gaat de kennis schuil over wat er precies is gebeurd op 17 juli 2014, op dat slagveld in Oekraïne. Die kennis hebben wij nu ook, en toch wordt er vrolijk gevoetbald. Het is moeilijk om daar kalm onder te blijven, zelfs als de tv uit staat.

Lees het stuk op de website van Het Parool.

De Halbe waarheid

Halbe heeft gelogen. Hij vertelde de Halbe waarheid, haha. Online vliegen de memes je om de oren. #halbewaserbij toont de minister van Buitenlandse Zaken in de auto naast Kennedy, vlak voordat die wordt doodgeschoten. Hij fotografeert Martin Luther King als die zijn fameuze droompreek houdt. Hij is, strak in pak, een van de eerste infanteristen op het Normandische strand. Hij roetsjt, in hetzelfde pak, over een stuk afgebroken Berlijnse Muur. Hij babbelt met Holleeder, ziet Jezus creperen aan het kruis en is de snelste shorttracker tijdens de Olympische Spelen in Pyeongchang.

Ik moet er om gniffelen. Natuurlijk is het dom van Zijlstra, oliedom zelfs, maar liegen doen toch alle politici? En als Rutte er zo laconiek over doet, zal het allemaal wel meevallen. Ik merk dat ik er liever om gniffel dan dat ik me heel erg druk maak, want dat laatste doe ik al genoeg.

Maar wacht even. Het gaat om Rusland. Het land dat onder Poetin een steeds meer isolationistische politiek voert. Het land, bovendien, waarvan we met een aan zekerheid grenzende overtuiging kunnen stellen dat het verantwoordelijk is voor het neerhalen van de MH17. Het land dat die verantwoordelijkheid zonder een spier te vertrekken van zich afschuift en ons na de presentatie van een onderzoeksrapport naar de toedracht van de ramp, waaruit feitelijk blijkt dat Russische rebellen het vliegtuig met een Russische raket uit de lucht hebben geknald, ervan beticht die feiten te verzinnen.

Wij eisen dat mensen die ons inzake MH17 vertegenwoordigen integer en loyaal zijn, en bovenal eerlijk

De positie van het Westen jegens Rusland is precair. Poetin beschikt over politieke, economische en militaire middelen die het lastig maken hem onze wil op te leggen. Zo lopen er juridische trajecten om ‘de schuldigen’ van de ramp met MH17 te achterhalen en te veroordelen, maar is het nog maar de vraag wat er gebeurt als het land dat de schuldigen herbergt die trajecten niet erkent. Dat gebeurde ook al met het onderzoeksrapport, voor zover er in Rusland aandacht aan werd gegeven. In dat land is niemand met MH17 bezig, simpelweg omdat niemand ervan weet. Noem het antipropaganda.

Het enige wat men aan onze kant kan doen is onderzoek verrichten, bewijs verzamelen, coalities vormen en hopen dat de internationale politieke druk op Rusland zo groot wordt dat Poetin de façade niet langer kan ophouden. De uiteindelijke waarde van die zaken – het onderzoek, de bewijslast, de politieke samenwerking – rust op waardes als integriteit. Loyaliteit. Eerlijkheid.

Wij spreken er schande van dat Rusland meningen verdraait en feiten verdoezelt. Als een van de nabestaanden van de MH17-ramp spreek ik denk ik namens velen als ik zeg dat wij hopen dat er gerechtigheid komt, al vrezen we diep van binnen dat dat vermoedelijk nooit zal gebeuren. Wij verwachten dat alle juridische en politieke middelen worden ingezet om de daders van een massamoord, waarbij onze familie en vrienden omkwamen, op te sporen en te veroordelen, ook al levert dat misschien niets op. Maar wij eisen dat de mensen die ons in dit proces vertegenwoordigen integer zijn. Loyaal. En vooral: eerlijk.

Dat Rutte na Zijlstra’s bekentenis niet meteen afstand van hem heeft genomen is een grove inschattingsfout. Ja, de schade is al berokkend, maar de oorzaak ervan had hij terug moeten brengen tot de fout van een individu. Nu raakt de leugen de hele Nederlandse regering, hier niet alleen fungerend als vertegenwoordiger van het Nederlandse volk, maar ook als voorvechter van enkele duizenden nabestaanden van een nationaal trauma. De route naar gerechtigheid, die al bezaaid is met zoveel hindernissen en waarvan we niet weten of die ons wel naar onze bestemming zal brengen, is door Zijlstra’s leugen en Ruttes flegmatieke houding verder geobstrueerd. Poetin zal zich bovendien gesterkt voelen met de beschuldigende vinger onze kant op te wijzen en te klagen over anti-Russisch sentiment. Dit keer heeft hij nog gelijk ook.

Lees het artikel op de website van de Volkskrant.