Laatste strohalm

De beelden uit Oekraïne zijn huiveringwekkend: een vliegende raket; een brandend flatgebouw; vluchtfiles op de snelweg; schuilende gezinnen in de metro. Het meest schokkende beeld was dat van een automobilist die doelgericht werd platgewalst door een Russische tank. Uit die actie sprak puur sadisme en duivelse agressie, ontsproten uit een geïndoctrineerd, narcistisch verlangen naar een vergane tijd.

Weten de Russische soldaten hoe het hun vroegere collega’s is vergaan? Hoe de Russische krijgsgevangenen van de Tweede Wereldoorlog door het moederland werden gezien als landverraders en na de oorlog naar de Goelag werden verbannen, soms voor wel 15 jaar? Slechts de meest ontzagwekkende propagandamachine kan een volk het leed van haar grootouders doen vergeten.

Een beeld dat voor de nabestaanden van de ramp met MH17 al jaren huivering opwekt, is het gezicht van Vladimir Poetin. Ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat hij voor ons de personificatie van het kwaad is. Ik ben geen gewelddadig mens, maar ik durf hier best toe te geven dat ik vaak heb gefantaseerd over zijn dood. Sterker nog, hoe het zou zijn hem te wurgen. Die fantasie is de verbeelding van een primitieve impuls, opgeroepen door gevoelens van verdriet, woede, frustratie en onmacht die al te lang vastgehaakt zitten in een mens.

Door de ramp met MH17, een incident dat voortvloeide uit de Russisch-Oekraïense oorlog die in 2014 rondom Donetsk woedde, krijgen de huidige beelden uit Oekraïne een extra huiveringwekkend laagje. Nee, dat dekt de lading niet. De beelden zijn letterlijk ziek- en misselijkmakend, want ze brengen alles weer naar boven. De Russische invasie van Oekraïne voelt als de aanvang van Poetins eindspel. Het is datgene waar hij in zijn decennialange politieke carrière naartoe heeft gewerkt, de giftige kers op zijn autocratische presidentschap.

Op social media bestempelen sommigen Poetin als ‘seniel’, ‘paranoïde’ of ‘megalomaan’. Wie weet speelt het wel een rol dat hij inmiddels 70 is, hoezeer hij zijn leeftijd met Botox ook probeert te verhullen. Misschien leeft bij hem de behoefte om als president van een vervallen natie nog één groots statement te maken, teneinde zijn perverse en utopiaanse droom van een hersteld machtig Sovjetrijk te verwezenlijken.

Hoe het ook zij, zolang Poetin de touwtjes in handen heeft, is het naïef om te hopen op beterschap. En dat is precies het verneukeratieve: de hoop. De families van de inzittenden van MH17 hopen al jaren op een vorm van genoegdoening. Nee, die bestaat niet, maar de rechterlijke processen zijn, ondanks alle dwarsboompogingen vanuit Rusland, al een tijdje onderweg. Onder begeleiding van volhardende advocatenteams en met de steun van de Nederlandse staat is er een uitputtend juridisch traject opgestart dat moet leiden tot de erkenning van de feiten van die noodlottige 17e juli in 2014. We eisen een vorm van verantwoording, maar die lijkt door deze nieuwste oorlogsmisdaad verder weg dan ooit.

Genoegdoening, erkenning, verantwoording; het zijn mooie woorden, maar ergens beseffen we – en dan spreek ik even voor alle nabestaanden van de ramp – dat die nooit zal komen. Niet van een land met een leider die liegt en manipuleert zoals hij ademt en eet. Een voormalige spion, die, uit zijn eigen frustratie, woede en onmacht over de bijrol van zijn moederland op het wereldtoneel, als een tank over een democratisch buurland walst, over de levens heen van mensen die slechts één wens hebben: in vrijheid kunnen leven.

En de rest van de wereld? Die huivert bij de beelden, maar kijkt toe. Oekraïne is geen NAVO-lid, het belang is niet groot genoeg om een nieuwe wereldoorlog te riskeren. Hetzelfde gold na het neerhalen van vlucht MH17. Poetin houdt de wereld in een wurggreep, zoals ik weleens fantaseer bij hem te doen. Nu weet ik dat die fantasie de laatste strohalm is van een wanhopig mens.

Lees het artikel 0p de website van de Volkskrant

De Halbe waarheid

Halbe heeft gelogen. Hij vertelde de Halbe waarheid, haha. Online vliegen de memes je om de oren. #halbewaserbij toont de minister van Buitenlandse Zaken in de auto naast Kennedy, vlak voordat die wordt doodgeschoten. Hij fotografeert Martin Luther King als die zijn fameuze droompreek houdt. Hij is, strak in pak, een van de eerste infanteristen op het Normandische strand. Hij roetsjt, in hetzelfde pak, over een stuk afgebroken Berlijnse Muur. Hij babbelt met Holleeder, ziet Jezus creperen aan het kruis en is de snelste shorttracker tijdens de Olympische Spelen in Pyeongchang.

Ik moet er om gniffelen. Natuurlijk is het dom van Zijlstra, oliedom zelfs, maar liegen doen toch alle politici? En als Rutte er zo laconiek over doet, zal het allemaal wel meevallen. Ik merk dat ik er liever om gniffel dan dat ik me heel erg druk maak, want dat laatste doe ik al genoeg.

Maar wacht even. Het gaat om Rusland. Het land dat onder Poetin een steeds meer isolationistische politiek voert. Het land, bovendien, waarvan we met een aan zekerheid grenzende overtuiging kunnen stellen dat het verantwoordelijk is voor het neerhalen van de MH17. Het land dat die verantwoordelijkheid zonder een spier te vertrekken van zich afschuift en ons na de presentatie van een onderzoeksrapport naar de toedracht van de ramp, waaruit feitelijk blijkt dat Russische rebellen het vliegtuig met een Russische raket uit de lucht hebben geknald, ervan beticht die feiten te verzinnen.

Wij eisen dat mensen die ons inzake MH17 vertegenwoordigen integer en loyaal zijn, en bovenal eerlijk

De positie van het Westen jegens Rusland is precair. Poetin beschikt over politieke, economische en militaire middelen die het lastig maken hem onze wil op te leggen. Zo lopen er juridische trajecten om ‘de schuldigen’ van de ramp met MH17 te achterhalen en te veroordelen, maar is het nog maar de vraag wat er gebeurt als het land dat de schuldigen herbergt die trajecten niet erkent. Dat gebeurde ook al met het onderzoeksrapport, voor zover er in Rusland aandacht aan werd gegeven. In dat land is niemand met MH17 bezig, simpelweg omdat niemand ervan weet. Noem het antipropaganda.

Het enige wat men aan onze kant kan doen is onderzoek verrichten, bewijs verzamelen, coalities vormen en hopen dat de internationale politieke druk op Rusland zo groot wordt dat Poetin de façade niet langer kan ophouden. De uiteindelijke waarde van die zaken – het onderzoek, de bewijslast, de politieke samenwerking – rust op waardes als integriteit. Loyaliteit. Eerlijkheid.

Wij spreken er schande van dat Rusland meningen verdraait en feiten verdoezelt. Als een van de nabestaanden van de MH17-ramp spreek ik denk ik namens velen als ik zeg dat wij hopen dat er gerechtigheid komt, al vrezen we diep van binnen dat dat vermoedelijk nooit zal gebeuren. Wij verwachten dat alle juridische en politieke middelen worden ingezet om de daders van een massamoord, waarbij onze familie en vrienden omkwamen, op te sporen en te veroordelen, ook al levert dat misschien niets op. Maar wij eisen dat de mensen die ons in dit proces vertegenwoordigen integer zijn. Loyaal. En vooral: eerlijk.

Dat Rutte na Zijlstra’s bekentenis niet meteen afstand van hem heeft genomen is een grove inschattingsfout. Ja, de schade is al berokkend, maar de oorzaak ervan had hij terug moeten brengen tot de fout van een individu. Nu raakt de leugen de hele Nederlandse regering, hier niet alleen fungerend als vertegenwoordiger van het Nederlandse volk, maar ook als voorvechter van enkele duizenden nabestaanden van een nationaal trauma. De route naar gerechtigheid, die al bezaaid is met zoveel hindernissen en waarvan we niet weten of die ons wel naar onze bestemming zal brengen, is door Zijlstra’s leugen en Ruttes flegmatieke houding verder geobstrueerd. Poetin zal zich bovendien gesterkt voelen met de beschuldigende vinger onze kant op te wijzen en te klagen over anti-Russisch sentiment. Dit keer heeft hij nog gelijk ook.

Lees het artikel op de website van de Volkskrant.

Het exces van de blijdschap

Nog een paar minuten tot het laatste fluitsignaal. Dirks gezicht wordt een grimas, de tranen zijn nauwelijks nog tegen te houden. Gio stuitert langs de kant. Piep piep piep. De Kuip ontploft. Dirk stort ter aarde. Armen omsluiten Van Bronckhorst, zijn staf. De spelers plakken als klei aan elkaar vast, spatten als vuurwerk van elkaar los. Heel Rotterdam is een botsing van atomen, willekeurig, doch gestuurd door een onontkoombaarheid: Feyenoord is kampioen. Want dat dat uiteindelijk weer zou gebeuren, was logisch, toch?

Vrouwen van 50 huilen onbedaarlijk. Mannen zonder shirt spannen al hun spieren tijdens het zwaaien van een vlag. Elke vezel in hun lijf is Feyenoord, schreeuwt Feyenoord. Hier is het allemaal om te doen geweest, alle pijn en verdriet. Alle jaren op het tweede plan. Vernielingen. Financieel wanbeleid. Sportieve malaise. Een topclub in verval. Een tobclub.

Feyenoord is lijden. Het is een onvoorwaardelijk supporterschap. Nee, er is wel een voorwaarde: strijd. Loyaliteit. Steun door dik en dun, ook al ben je zelf verantwoordelijk voor het dunne.

Feyenoord is meer dan een voetbalclub: het is de kapstok waaraan men het hele gevoelsleven ophangt

De druk. De immense druk die op een voetbalclub ligt omdat het meer is dan een voetbalclub. Més que un club, zeggen ze in Barcelona. Het is de kapstok waaraan men het hele gevoelsleven ophangt. En daar gaat het mis, vermoedelijk. In het exces.

Huilende mannen en vrouwen. ‘Hier doe je het allemaal voor.’ Maar is dat zo? Duidt de intensiteit van het ene niet op een gebrek aan iets anders? De extreme vreugde om de winst van een voetbalclub op een lacune op andere levensgebieden? Dat geldt natuurlijk niet alleen voor Feyenoord, maar bij geen enkele andere Nederlandse club is het zo sterk.

Voetbal is sport. Sport is een platform voor fysieke en mentale krachtmeting. Botsing van techniek, stijl, talent, arbeid. Wie overblijft en bovendrijft, wint. De euforie is dan groot, de deceptie in het omgekeerde geval even diep.

In naam van een voetbalclub geweld plegen en vernielen, zoals in Rome, is ontoelaatbaar. Het is de andere kant van het exces, maar dat is wel wat het beide zijn: excessen. Zowel het beestachtige, verstandloze hooliganisme als de ongebreidelde blijdschap. De massale vreugde van een hele stad, met fragmenten opvolging door het land. Bier de lucht in gooien, naakt in fonteinen springen, lantaarnpalen beklimmen, niet slapen, schreeuwen, op de borst slaan, anderen op de borst slaan, meer schreeuwen, in slaap vallen, opstaan en weer drinken, meer drinken en schreeuwen totdat het geen gelukstranen meer regent. Dan gedijen in de warmte van de herinnering en toeleven naar meer. Naar nog een keer.

De tranen van Gio zijn mooi. Dirk is een instantlegende. Niets is groter dan dat ene woord. En daar gaat het mis. Het is een woord dat in relatie staat tot andere woorden. Een waarde met perspectief en tegelijkertijd losgerukt van precies datgene: perspectief.

Dit is geen stuk tegen Feyenoord, noch tegen voetbal of blijdschap in het algemeen. Maar tegen het exces. Want als nu de vreugde zo groot is om de winst, hoe groot is dan het verdriet en de woede om het verlies? Dat Feyenoord weer kampioen zou worden leed geen twijfel. Dat ze weer zullen verliezen ook niet. Maar misschien zijn dat dingen die je vergeet, na 18 jaar.

Lees het artikel op de website van de Volkskrant.

Moskou blijft volharden in haar onschuld

Dus nu weten we wat we al wisten: vlucht MH17 van Malaysian Airlines is vorig jaar op 17 juli neergehaald door een BUK-raket, gemaakt door Russen, afgevuurd vanuit pro-Russisch rebellengebied, maar, want dat is speculeren, wie er op het knopje heeft gedrukt weten we niet. Vermoedelijk was dat een Russisch ex-militair, want rebellen beschikken niet over het vernuft om een dergelijk gecompliceerd wapen te bedienen.

Dit vermoeden wordt door Moskou bij voorbaat weerlegd. Sterker, het heeft zelf een presentatie in elkaar gedraaid waaruit moet blijken dat Oekraïners de raket hebben afgevuurd, inclusief de lanceerlocatie, waarvan al enkele dagen foto’s op internet circuleren. Moskou blijft volharden in haar onschuld, blijft ontkennen dat er van enige betrokkenheid bij de ramp sprake is geweest.

Mogelijke daders – mogelijke, alsof de kans bestaat dat de raket zichzelf heeft afgevuurd – worden dus NIET genoemd in het rapport. Zij zullen eventueel pas in de loop van 2016 worden aangewezen door een internationaal team van openbaar aanklagers en juristen, aldus de berichtgeving in het nieuws.

Mocht u in mijn schrijven een cynische ondertoon ontdekken, dan zit u er niet ver naast. Ik heb geprobeerd het te onderdrukken, om de politieke centrifuge waarin ‘MH17’ zich nu al ruim een jaar bevindt enigszins op afstand te houden. Om me te concentreren op familie, op de emotionele verwerking en niet op de manipulatieve en speculatieve teksten van non-personen als respectievelijk ‘Moskou’ of ‘De Veiligheidsraad’. Maar dat is moeilijk. Want het knaagt. En het zweert. En het steekt.

Een korte terugblik naar die surreële dag stuurt huiveringwekkende beelden door mijn synapsen. Scheuten van verdriet, onbegrip, ongeloof, frustratie en blinde woede worstelen zich naar het front van mijn besef. De onzekerheid, nee, dat zeg ik verkeerd: het politieke gesteggel over de schuldvraag waar wij allang een antwoord op hebben, sleept zich voort in een spel van vingerwijzen en ontkenning waar kleuters op een schoolplein een puntje aan zouden kunnen zuigen. Sterker, neefjes en nichtjes van mij zíjn kleuters, en zelfs zij weten dat waarover hele naties zich nu van de domme houden.

Het cynisme is er dus ingeslopen, ik kan er niets aan doen. De reactie van ‘Moskou’ op het rapport werkt het alleen maar verder in de hand. De Russen dachten dat de presentatie van het Nederlandse rapport om 10:00u ’s ochtends zou zijn en zouden die van henzelf een uur eerder doen, om 9:00u. Vermoedelijk om het eigen rapport van meer legitimiteit te voorzien en niet slechts te presenteren als een reactie op dat van ons. Toen bleek dat het rapport hier pas ’s middags wordt gepresenteerd kon een Russische persvoorlichter een glimlach niet onderdrukken.

Volgend jaar zal een internationaal team onderzoekers dus ‘mogelijke daders’ aanwijzen. ‘En dan?’ is mijn eerste gedachte. Maakt dat iets uit? Zal ‘Moskou’, de hoofdstad van negatie, de schuldigen dan zomaar uitleveren? Werkt dat überhaupt zo? Zullen zij tegen die tijd niet weer een Powerpoint klaar hebben liggen waarin het minutieuze onderzoek van de internationale onderzoekers wordt tegengesproken? Uiteraard niet voordat er een foto van de vermeende, Oekraïense dader is rondgemaild, zodat de nabestaanden eindelijk een gezicht hebben als antwoord op de vraag wie hun zoons, dochters, ouders en vrienden heeft vermoord.

Veel vragen. Maar de vraag die zich onder de stroom cynisme aandient is er meer één gevoed door frustratie en oprechte verwondering: kan ‘Moskou’ hiermee wegkomen? Wat zijn de juridische consequenties van dit rapport en van de bevindingen dat het internationale team onderzoekers volgend jaar (wellicht) uit de doeken zal doen? Ik merk dat de vraag me opwindt. Dat ik graag een antwoord wil, het liefst nu. Maar ik besef tegelijkertijd dat dat er niet zal komen. En volgend jaar waarschijnlijk ook niet. En als het al komt, is het een antwoord dat nooit bevredigend zal zijn.

Lees het artikel op de website van de Volkskrant

Nabestaan

Het is nu zondag. Drie dagen geleden belde mijn zusje mij op in Spanje. ‘Er is iets heel ergs gebeurd,’ bracht ze tussen de tranen door uit. Ik probeerde in mijn hoofd heel snel alle erge dingen na te gaan die er mogelijk gebeurd zouden kunnen zijn, maar wat ze me vervolgens vertelde kwam in die mentale checklist niet voorbij. Bij lange na niet.

Onze halfzus, haar man en twee kinderen zaten in een vliegtuig. Het vliegtuig was gecrasht. ‘Zijn er overlevenden?’ vroeg ik na het uitbrengen van de eerste kreten van ongeloof. ‘Nee, iedereen is dood.’

Meer kreten, meer ongeloof. Heel snel ook heel veel verdriet. ‘Dit zijn telefoontjes die mensen alleen in films krijgen,’ dacht ik. En als het niet in films gebeurt, zijn het altijd andere mensen. Mensen die je niet kent, maar met wie je dan, zo goed als dat gaat, meeleeft.Maar het was helaas geen film. Ook niet toen ze me vertelde dat het vliegtuig niet zomaar was neergestort, maar uit de lucht was geknald met een raket.

Een raket. Afgevuurd door ofwel pro-Russische separatisten, dan wel anti-separatistische Oekraïners, groeperingen die momenteel vooral uitblinken in het beschuldigen van de ander. Op tekenen van mededogen of menselijkheid heb ik ze helaas nog niet kunnen betrappen.

Datzelfde geldt voor eindverantwoordelijke Vladimir Poetin, de stille sponsor van een groep rebellen die inmiddels volledig aan zijn controle lijkt te zijn ontsnapt. Ook al heeft de premisse veel weg van een eind jaren ’80 actiefilm, waarin de Russen nog de bad guys waren, is het dat dus niet. Het is ook geen nachtmerrie, hoewel het daar op veel criteria aan voldoet (zweten, huilen, trillen van angst), want ik ben al de hele tijd wakker. Mijn halfzus en haar gezin zijn terecht gekomen in een tragedie met politieke consequenties op wereldschaal. Onbedoeld natuurlijk, want wie wil dat nou.

De Poetins, Obama’s en Merkels van de wereld handelen uit onze naam en doen dat op de voorpagina’s van onze kranten. Esther, Sergio, Elsemiek en Julian wilden gewoon op vakantie. Drie weken rondtrekken door Maleisië. Gekke beesten en imposante tempels bekijken. Puffen van de hitte, zich verwonderen over plaatselijke eetgewoontes, stilstaan bij de armoede en respect hebben voor de cultuur. Dat is ze helaas niet gegund.

De hoeveelheid nieuwsberichten uit verschillende bronnen maakt het moeilijk te weten wat we moeten geloven. Volgens Oekraïense berichtgeving zijn de lijken door de separatisten verplaatst naar koelwagons en op een trein gezet, met alle gruwelijke associaties van dien. Op de website van Russia Today is te lezen hoe de ‘World mourns MH17 crash victims as body recovery continues’. Bijgaand een foto van bloemen en knuffels, daar zogenaamd neergelegd door de rouwende plaatselijke bevolking.

De website vermeldt verder dat er vanuit Rusland al meermaals om hulp vanuit het Westen is gevraagd om onderzoek te doen en de lichamen te bergen, maar dat deze verzoeken niet zijn gehonoreerd. Andere beelden tonen hoe dronken mannen met monddoeken en bomberjacks en mitrailleurs over de rampplek banjeren, wrakstukken, bezittingen en ledematen daarbij niet ontziend. Ondertussen schijnt OVSE-medewerkers de toegang tot de rampplek te zijn ontzegd en zijn ze middels een pistoolschot gemaand rechtsomkeert te maken.

Wie is schuldig? Wat zijn de repercussies? Ik kan in ieder geval voor mijn familie spreken als ik zeg dat dat ons al niet eens meer uitmaakt. Wij willen gewoon dat dit ophoudt. Dat de lichamen, of wat daar van over is, terugkomen, zodat we afscheid kunnen nemen. Van enige genoegdoening door middel van militair of ander ingrijpen zal nooit sprake zijn.

De ochtend na het telefoontje van mijn zusje zat ik op het terras, starend naar een palmboom, in een poging iets te bevatten van wat er was gebeurd. Na enkele minuten kwam de zon op. ‘Voor mij wel,’ dacht ik toen. Nu, drie dagen later, is er van enige bevatting nog nauwelijks sprake. Het is verleidelijk om in een situatie als deze het bestaan van wat voor God dan ook te ontkennen. Er is geen lot, geen doel, geen reden. Veel mensen willen graag geloven van wel, omdat we het idee van Niets niet aankunnen. Daarvoor voelen we te veel, zijn we te bewust. Er moet Iets zijn, want waarom gebeuren dingen anders? Wat is dan het nut?

Op dit moment kan ik niet anders dan geloven in de complete willekeur. Dingen gebeuren gewoon. Ze hadden op een vlucht eerder kunnen zitten. Een vlucht later. Op een andere dag, naar een ander land. En zo zijn er ontelbaar permutaties van een situatie die elk geloof te boven gaat. Dingen gebeuren gewoon. Zonder reden. De nabestaanden huilen, maar de wereld draait door. Op de stand van zaken in de natuur heeft het geen enkel effect. Nabestaan, dat is wat we doen. Ik zie de zon opkomen en besta na zij die niet meer bestaan.

In Den Haag staat een huis vol spullen die zij nooit meer zullen gebruiken. Zulke huizen staan door heel Nederland. De kinderen verschijnen na de zomervakantie niet meer op school. De vader begint niet aan die nieuwe baan. Een heel gezin, met al haar dynamiek, is weggevaagd. En met hen 294 anderen.

Wij zijn nabestaanden van de willekeur. Onbegrijpelijke willekeur van de allerhoogste plank.

Lees het artikel op  de website van de Volkskrant

Succesallergie

Het is genieten geblazen voor de Nederlandse sportfan. Zo laat ik me nu al anderhalve week volledig meeslepen door de weldadige dominantie van oranje topatleten waarop de rest van de schaatswereld zich stukbijt. Dit is kennelijk het resultaat van de inspanningen van de Nederlandse schaatsteams van de afgelopen vier jaar. De beloning is fenomenaal en, mits de schaatsers hun erwtensoep en pindakaas dopingvrij hebben genuttigd, volledig terecht, me dunkt. Maar niet iedereen is even blij met ‘ons’ succes. Er zijn mensen in hetzelfde land als waar al die fantastische schaatsers vandaan komen, die zelf ook schaatser zijn geweest, die vinden dat we te goed zijn. Dat onze klasse de spuigaten uitloopt en we daardoor de sport beschadigen. Dat als wij zo goed blijven, en de rest niet, het voor die minder goede rest niet meer leuk zal zijn om mee te doen en de kijkers door een gebrek aan spanning zullen weglopen (of de televisie uitdoen).

‘Wow’, dacht ik, ‘zijn we eindelijk ergens écht goed in, de beste zelfs, en dan is het nog steeds niet goed. Wat heet, té goed! Hoe kunnen we dan ooit echt goed in iets zijn? Hoe lang is iets goed, voordat het slecht wordt? Waar zit de rand van de emmer van klasse, en na hoeveel succesdruppels loopt deze over?’

Volgens Bart Veldkamp, de van oorsprong Nederlandse, maar nu in België werkzame schaatscoach, moeten we onze schaatskennis met het buitenland delen. Wij zijn namelijk steeds beter geworden en de anderen steeds slechter. Als die trend zich voortzet, zal de sport nog meer aan populariteit inboeten en misschien zelfs in gevaar komen als Olympische discipline. Jochem Uytdehaage, die zelf alles won in 2002, valt Veldkamp bij. Het is volgens hem leuker om een medaille te winnen in een sterk deelnemersveld, dan zonder schijnbaar veel moeite medailles ‘binnen te harken’, zoals we nu doen. We hebben ons de afgelopen jaren kennelijk enorm ontwikkeld en het buitenland niet. Dat wordt tijdens dit toernooi op pijnlijke wijze duidelijk en is iets waarvoor we onszelf eens goed in de spiegel aan moeten kijken.

Niet veel later dacht ik iets anders: ‘Wacht eens even, dit is complete bullshit.’ Alleen Nederlanders kunnen zo redeneren. En Britten misschien. Die hebben eerst alle sporten bedacht, zijn ze toen als heuse sportmissionarissen aan alle sportloze naties gaan uitleggen en worden sindsdien alleen nog maar verslagen in hun eigen disciplines.

We lijden aan dezelfde succesallergie. Het is een soort intrinsieke schaamte voor de overwinning, waardoor het al zo vaak ‘net niet’ was in plaats van ‘net wel’. Het is een schaamte die de Duitsers en Amerikanen niet kennen. Zij kunnen vol trots genieten van een prestatie waarvoor ze hard hebben gewerkt. Natuurlijk gebeurt dat regelmatig met een dosis nijdopwekkende arrogantie, maar het is een eigenschap waarvan wij best wat meer zouden mogen bezitten. Het lijkt mij in ieder geval een stuk gezelliger en aangenamer dan iedere keer dat calvinistische schuldgevoel.

Oké, dus we heersen nu een keer. Als dit de komende vier Spelen zo doorgaat, beloof ik tegen die tijd met een pak flyers en wat instructievideo’s op pad te gaan om de onontwikkelde schaatsnaties bij te scholen, maar zo ver is het niet. We pieken nu gewoon eens op het juiste moment, iets wat zelden gebeurt, in welke sport dan ook. En als het al gebeurt, kiezen we nog weleens de verkeerde baan of laten we ons in de finale de kaas van het brood eten door de Duitsers of de Argentijnen of de Spanjaarden en dan hebben we niks en zijn we collectief depressief, een gevoel waarmee we kennelijk meer vertrouwd zijn.

Maar wees gerust, beste succeshekelaars; het is vast slechts een kwestie van tijd voordat we weer op tragische wijze iets verliezen. Tot die tijd laaf ik me aan de suprematie van onze titanen op het ijs.

Bekijk het artikel op Volkskrant.nl

Verzotter

Al zolang ik mij kan herinneren, wordt er nogal overspannen over de otter gepraat. ‘O, de otter, de otter!’ hoor ik dan. Zo ook op dit moment, nu er voor het eerst sinds 1978 een otter in de Randstad is gespot. De otter leefde hier ooit en toen niet meer en dat is iets wat veel mensen kennelijk nooit helemaal hebben kunnen accepteren. Het uitsterven van een diersoort (in een bepaald gebied) is natuurlijk niet iets om met gejuich te begroeten (behalve in het hypothetische geval van de mug) en confronteert ons, de mens, met de onvermijdelijke vergankelijkheid van alles wat leeft.

In onze onmetelijke arrogantie hebben we een idee van ‘controle’ over onze wereldlijke leefomgeving aan onszelf toegedicht en dat valt moeilijk te rijmen met de neiging van bepaalde dier- en plantsoorten om op eigen houtje te besluiten de pijp aan Maarten te geven. Denk hierbij aan de panda, die ondanks verwoede koppelpogingen onzerzijds weigert zich voort te planten. Wanneer wij, de mens dus, door de jacht of overmatige boskap een diersoort op de rand van de afgrond brengen is dat nog soort van oké, omdat wij de tent hier denken te runnen en we dan naar eigen believen de herpopulatie van het betreffende dier kunnen bepalen, maar o wee als een minder begaafd schepsel het heft in eigen poot of klauw neemt.

Het is een misvatting om te denken dat de aarde een patiënt is, volledig afhankelijk van onze goede of kwade wil. Soms geeft de natuur een signaal (tsunami Indische Oceaan 2004, zeebeving Sendai 2011, koudegolf VS nu) om ons daarvan te vergewissen. Zou het uitsterven van dieren niet tot dezelfde categorie behoren? Dus niet iets waar WIJ de oorzaak van zijn, maar een scenario van de natuur zelf, waarin wij slechts als figurant optreden?

Ik moet denken aan het verhaal van de dodo, een niet vliegende vogel die ooit op Mauritius leefde. Het dier zou rond 1690, zo’n twee eeuwen na de komst van Nederlandse kolonisten, uitgestorven zijn en heeft door bewaard gebleven tekeningen, de animatiefilm Ice Age en een vals Kinderen voor Kinderen liedje een haast mythische status bemachtigd. Vermoedelijk ook doordat het een dier is dat relatief recent is uitgestorven en we er als mens dus getuige van zijn geweest. Ik bedoel, Jurassic Park was vermakelijk, maar niet het type natuurfilm waar David Attenborough zijn zalvende voice-over aan zou lenen.

Het is verleidelijk om te denken dat wij, de (Nederlandse) mens, verantwoordelijk zijn voor het uitsterven van de grootgesnavelde loopvogel, zeker als je de scheepsjournaals van die tijd leest waarin men uitgebreid de taaiheid, maar goede smaak van het dodovlees beschrijft. Er valt letterlijk te lezen hoe men zoveel dodo’s at dat ze op begonnen te raken. Door de afwezigheid van natuurlijke vijanden op het eiland waren de vogels vergeten hoe ze moesten vliegen en zo tam geworden dat ze de mens niet als vijanden zagen en uit naïeve nieuwsgierigheid vrolijk kwakend recht op de loop van onze geweren afliepen. Van echte jacht was dus geen sprake. Het dier was door natuurlijke omstandigheden zo ‘dom’ geworden dat het simpelweg niet meer over de vaardigheden beschikte om zichzelf staande te houden in zijn veranderende leefomgeving. Zoals Darwin al zei: ‘It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that survives. It is the one that is the most adaptable to change.’

Is de tragikomische geschiedenis van de dodo bewijs van de menselijke controle over de natuur of een voorbeeld van de natuur die besluit dat een soort overbodig is, klaar is, uitgerangeerd? Maakt de mens immers niet óók deel uit van die natuur en doen wij stiekem een beetje alsof we erbuiten staan? Leert de komeetachtige ondergang van de dinosauriërs ons niet dat we hier niets te vertellen hebben, hoe groot en stoer en Tyrannosaurus je ook bent?

De laatste in Nederland gespotte otter werd in 1989 doodgereden in Friesland. Hierop brak er een periode van zelfreflectie aan, waarin we besloten ons land weer leefbaar te maken voor de marterachtige. Wij hadden immers met onze auto’s en vervuilende eigenschappen de habitat van de otter vernietigd en moesten deze herstellen. In 2002 zijn er in de Wieden en de Weerribben otters uitgezet en in 2012 werden ze voor het eerst in 50 jaar weer gesignaleerd in de Twentse wateren. Ook op de Veluwe werd er in 2011 één gespot, hoewel ook deze was doodgereden, en nu dus zelfs in de Randstad.

Eenieder die verzot is op de otter viert feest, maar mij zint het niet. De otter heeft 8 tot 12 kilometer aan ongestoorde natuurlijke oevers nodig om zijn ding te kunnen doen. Die ruimte is in Nederland bijna nergens te vinden. Maar de Nederlandse mens, wij dus, koppig als ze is, moet en zal in een land met otters leven, ook al heeft de natuur allang besloten dat dit geen geschikte plek is voor het dier.

Wat er ten grondslag ligt aan deze koppigheid? Misschien is het wel een gebrek aan interessante fauna in ons land. Men schoot immers ook in een spasme toen er vorige zomer in Luttelgeest zogenaamd een wolf was gesignaleerd. En anders is het een onverwerkt schuldgevoel over het opeten van een heel eiland aan dodo’s.

Bekijk het artikel op Volkskrant.nl

Yeti, ik geloof in jou

De mens probeert voortdurend en al heel lang de haar omringende wereld te begrijpen. Omdat dit vooralsnog niet echt is gelukt, heeft ze mythes bedacht. Ik praat hier over ‘de mens’ alsof ik er zelf geen ben, maar dat is niet waar, vraag maar aan mijn moeder. Ook ik poog voortdurend de mij omringende wereld te begrijpen. Een manier om dat te doen is schrijven. Schrijven schrijven schrijven, in de hoop dat er op een gegeven moment/af en toe een soort (dronken) waarheid op mijn schoot belandt. De spaarzame momenten waarop dat gebeurt zijn zowat orgastisch, maar zoals gezegd spaarzaam en dus verzin ik voornamelijk verhaaltjes om de ongrijpbare tijd door te komen.

Er zijn drie soorten mythes: de kosmogenische mythe, over de oorsprong van de mens en de kosmos en goden; de etiologische mythe, oftewel verklaringen voor culturele en natuurlijke verschijnsels en de eschatologische mythe over de ondergang van de wereld, zoals de joodse, christelijke en islamitische opvattingen over het einde der tijden, de opstanding van de doden en het Laatste Oordeel. Uitgaande van deze indeling valt de mythe van de yeti, ook wel bekend als migyur, ook wel bekend als Bigfoot of Sasquatch, in categorie twee.

Volgens de overlevering loopt de enorme, behaarde mensbeeraap al enkele millennia op onze aarde rond. Al in de vierde eeuw voor Christus wordt er melding gemaakt van een dergelijk wezen, maar hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat er iets leeft wat de wetenschap nog niet in kaart heeft gebracht, is er nooit hard bewijs gevonden voor zijn bestaan. Tijdens de expeditie die de basis vormde voor de documentaire Yeti: hunt for the wildman werd er wel een haar gevonden in een holle boom die volgens een koninklijke migyurjager bewoond zou zijn geweest door een migyur. Dat vermoeden zal vooral zijn ingegeven door het verlangen van de beste man om zijn beroep beschermen – hij heeft immers nog NOOIT iets gevangen -, want de haar bleek na uitvoerige testen aan de Himalayagoral toe te behoren, een uit de hand gelopen berggeit.

De mythe bleef dus in stand. Tot eergisteren. Een Britse wetenschapper heeft een vermeende yetihaar aan een dna-analyse onderworpen en kwam tot de verrassende bevinding dat deze een 100% match was met het dna van een ijsbeer die zo’n 40.000 jaar geleden in Noorwegen leefde. Professor Bryan Sykes haastte zich na zijn vondst te vermelden dat dit niet betekent dat er in de Himalaya prehistorische ijsberen bivakkeren, maar dat er waarschijnlijk wel een kruising tussen de oeroude ijsbeer en bruine beer bestaat die wij nog niet kennen en die al door zovelen, waaronder koninklijke jagers, voor verschrikkelijke sneeuwman is aangezien.

Na het initiële enthousiasme over het mogelijke bestaan van de yeti, werd ik na het lezen van de verschillende artikelen al snel overspoeld door een golf van ongefilterde melancholie. ‘There could be a sub-species of brown bear in the High Himalayas descended from an ancestor of the polar bear. Or it could mean there has been more recent hybridisation between the brown bear and the descendant of the ancient polar bear.’

Lekker boeiend.

Ik wilde geloven in het monster. In de fabel. In iets wat ik niet met een klik van de muis op mijn HD-scherm kan doen up-poppen, om het na 15 seconden verveeld weg te klikken omdat iets anders erom schreeuwt om aan- en weggeklikt te worden. Digitale wegwerpinformatie. Ik wilde geloven in iets wat wij heden ten dage nog niet kapot geanalyseerd hebben. Analyses die ons overigens niets vertellen, behalve dan dat er NIETS is en dat alles voor NIETS is. Eén grote, beklemmende, onontkoombare leegte…

Of, zoals Carl Jung het verwoordde:
‘Mythen hebben een vitale betekenis. Ze beelden niet alleen het psychische leven van een primitieve stam uit, maar ze zijn dat ook. Zo’n stam valt dan ook terstond uit elkaar en gaat ten onder wanneer ze haar mythische erfgoed verliest, precies zoals een mens, die zijn ziel verloren heeft. De mythologie van een stam is zijn levende religie, en het verlies daarvan is altijd en overal, ook bij de beschaafde mens, een morele catastrofe.

Anders gezegd: Professort Sykes’ mysterie oplossende theorie is een ramp van zielsvernietigende proporties. Er móét meer zijn dan alleen het fysische en tastbare, maar dat is er waarschijnlijk niet, dus verzinnen we het. Noem het een hang naar romantiek, sprookjes, of de angst voor allene nikserigheid. De Tibetanen noemen het ‘yeti’: magisch wezen.

Bekijk het artikel op Volkskrant.nl