Yeti, ik geloof in jou

De mens probeert voortdurend en al heel lang de haar omringende wereld te begrijpen. Omdat dit vooralsnog niet echt is gelukt, heeft ze mythes bedacht. Ik praat hier over ‘de mens’ alsof ik er zelf geen ben, maar dat is niet waar, vraag maar aan mijn moeder. Ook ik poog voortdurend de mij omringende wereld te begrijpen. Een manier om dat te doen is schrijven. Schrijven schrijven schrijven, in de hoop dat er op een gegeven moment/af en toe een soort (dronken) waarheid op mijn schoot belandt. De spaarzame momenten waarop dat gebeurt zijn zowat orgastisch, maar zoals gezegd spaarzaam en dus verzin ik voornamelijk verhaaltjes om de ongrijpbare tijd door te komen.

Er zijn drie soorten mythes: de kosmogenische mythe, over de oorsprong van de mens en de kosmos en goden; de etiologische mythe, oftewel verklaringen voor culturele en natuurlijke verschijnsels en de eschatologische mythe over de ondergang van de wereld, zoals de joodse, christelijke en islamitische opvattingen over het einde der tijden, de opstanding van de doden en het Laatste Oordeel. Uitgaande van deze indeling valt de mythe van de yeti, ook wel bekend als migyur, ook wel bekend als Bigfoot of Sasquatch, in categorie twee.

Volgens de overlevering loopt de enorme, behaarde mensbeeraap al enkele millennia op onze aarde rond. Al in de vierde eeuw voor Christus wordt er melding gemaakt van een dergelijk wezen, maar hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat er iets leeft wat de wetenschap nog niet in kaart heeft gebracht, is er nooit hard bewijs gevonden voor zijn bestaan. Tijdens de expeditie die de basis vormde voor de documentaire Yeti: hunt for the wildman werd er wel een haar gevonden in een holle boom die volgens een koninklijke migyurjager bewoond zou zijn geweest door een migyur. Dat vermoeden zal vooral zijn ingegeven door het verlangen van de beste man om zijn beroep beschermen – hij heeft immers nog NOOIT iets gevangen -, want de haar bleek na uitvoerige testen aan de Himalayagoral toe te behoren, een uit de hand gelopen berggeit.

De mythe bleef dus in stand. Tot eergisteren. Een Britse wetenschapper heeft een vermeende yetihaar aan een dna-analyse onderworpen en kwam tot de verrassende bevinding dat deze een 100% match was met het dna van een ijsbeer die zo’n 40.000 jaar geleden in Noorwegen leefde. Professor Bryan Sykes haastte zich na zijn vondst te vermelden dat dit niet betekent dat er in de Himalaya prehistorische ijsberen bivakkeren, maar dat er waarschijnlijk wel een kruising tussen de oeroude ijsbeer en bruine beer bestaat die wij nog niet kennen en die al door zovelen, waaronder koninklijke jagers, voor verschrikkelijke sneeuwman is aangezien.

Na het initiële enthousiasme over het mogelijke bestaan van de yeti, werd ik na het lezen van de verschillende artikelen al snel overspoeld door een golf van ongefilterde melancholie. ‘There could be a sub-species of brown bear in the High Himalayas descended from an ancestor of the polar bear. Or it could mean there has been more recent hybridisation between the brown bear and the descendant of the ancient polar bear.’

Lekker boeiend.

Ik wilde geloven in het monster. In de fabel. In iets wat ik niet met een klik van de muis op mijn HD-scherm kan doen up-poppen, om het na 15 seconden verveeld weg te klikken omdat iets anders erom schreeuwt om aan- en weggeklikt te worden. Digitale wegwerpinformatie. Ik wilde geloven in iets wat wij heden ten dage nog niet kapot geanalyseerd hebben. Analyses die ons overigens niets vertellen, behalve dan dat er NIETS is en dat alles voor NIETS is. Eén grote, beklemmende, onontkoombare leegte…

Of, zoals Carl Jung het verwoordde:
‘Mythen hebben een vitale betekenis. Ze beelden niet alleen het psychische leven van een primitieve stam uit, maar ze zijn dat ook. Zo’n stam valt dan ook terstond uit elkaar en gaat ten onder wanneer ze haar mythische erfgoed verliest, precies zoals een mens, die zijn ziel verloren heeft. De mythologie van een stam is zijn levende religie, en het verlies daarvan is altijd en overal, ook bij de beschaafde mens, een morele catastrofe.

Anders gezegd: Professort Sykes’ mysterie oplossende theorie is een ramp van zielsvernietigende proporties. Er móét meer zijn dan alleen het fysische en tastbare, maar dat is er waarschijnlijk niet, dus verzinnen we het. Noem het een hang naar romantiek, sprookjes, of de angst voor allene nikserigheid. De Tibetanen noemen het ‘yeti’: magisch wezen.

Bekijk het artikel op Volkskrant.nl

Auteur: RdR

Remco de Ridder (Den Haag, 1983) is een Nederlandse freelance journalist, copywriter, podcastmaker en schrijver. De Ridder studeerde Film Studies aan de Universiteit van Amsterdam en screenwriting aan de New York Film Academy. De Ridder werkt sindsdien als freelance copywriter en journalist. Hij schreef een aantal opiniestukken over de ramp met MH17, die werden gepubliceerd in de Volkskrant en Het Parool. In die kranten schrijft hij regelmatig ook over andere onderwerpen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.