Emojidag

Constantijn van Nispen zat bij mij op school. We zaten niet in dezelfde klas, maar we kenden elkaar redelijk goed en er was altijd wel een soort onuitgesproken respect. Toen hij na zijn studie in Amsterdam kwam wonen zagen we elkaar vaker. Het is niet zo dat we regelmatig afspraken voor een biertje of elkaar belden bij een gebroken hart, maar er was een klik die op school vaak ondergesneeuwd was geraakt onder de dagelijkse wirwar van puberemoties. Als ‘volwassen mannen’ in een kroeg of op een festival konden we elkaar gewoon aardig vinden, zonder peer pressure of verzonnen, ogenschijnlijk onverenigbare loyaliteiten naar verschillende vriendengroepen toe.

Een jaar of vijf geleden verscheen er een kinderboek, getiteld ‘&Oskar’, waarvoor Constantijn het verhaal had geschreven. Het was een inventief concept, waarbij je het boek kon personaliseren door de naam en uiterlijke kenmerken van het kind voor wie het boek bestemd was online in te voeren. Zo beleefde elk kind zijn of haar eigen avontuur. Het was vooral verrassend dat Constantijn, die ik kende als een extreem sociale, ambitieuze, maar ook rebelse en soms etterige kerel, een ontwapenend kinderverhaal had geschreven.

We hadden er kort contact over, en een klein anderhalf jaar later hadden we dat weer over mijn boek, dat hij toen net uit had. Hij stuurde me een lang, lief whatsapp-bericht waarin een feitje stond dat sindsdien regelmatig door mijn hoofd schiet.

10 mei 2018, Constantijn: ‘Op pagina 32 van je boek gaat het over de toevalligheden van het getal 17 (juli). Bizar feitje (dat jou wellicht al eens opgevallen was): die dag is de enige datum met een eigen emoji: 📅. En zo staat die rampzalige dag voor een hele kalender.’

53 dagen na zijn berichtje, op 2 juli 2018, overleed Constantijn. Achter de sociale, ambitieuze, rebelse buitenkant ging iemand schuil die al jaren worstelde met een alcoholverslaving. Constantijn was een jongen van extremen. Dat gold al op school, waar hij om de haverklap de klas uit werd gestuurd, veel spijbelde en vaak ruzie had met medeleerlingen. Maar hij was ook reteslim en -grappig, wat in combinatie met zijn extreme karakter kon leiden tot hoogstaande creatieve en intellectuele uitspattingen.

Zo kan ik me herinneren dat hij voor biologie eens een project had uitgevoerd waarin hij had onderzocht hoe vaak hij op een dag kon masturberen. Een serieuze grap, gestoeld op wetenschappelijke data omtrent voeding en hersteltijd van het menselijk lichaam. Hoe vaak het hem was gelukt weet ik niet meer, maar ik weet wel dat niemand het hem nadeed. De klas lag tijdens de presentatie van de uitkomsten van zijn onderzoek in een scheur, ook de verder altijd zo serieuze, humorloze docent. Maar die laatste was ook onder de indruk, want Constantijn kreeg een cijfer dat zijn aftrekquotum zelfs oversteeg.

Vandaag is het weer 17 juli, voor de achtste keer al sinds die noodlottigste. En waar ik op deze datum altijd denk aan die 198 Nederlandse doden, en in het bijzonder aan mijn halfzus en haar gezin, denk ik sinds 2018 ook aan Constantijn, en hoe hij emoji voor mij voor altijd heeft verpest.

🥲
—–
&Oskar is nog steeds te bestellen, en wel hier.

Een hoofd van diamant

Het is vijf jaar geleden.

Vijf jaar geleden dat mijn zusje mij huilend opbelde in Spanje, na een verzengende stranddag op een Andalusisch strand. ‘Rem, ben je daar? Rem, er is iets heel ergs gebeurd.’

Het is vijf jaar geleden. Vijf jaar waarin behalve het verstrijken van de tijd eigenlijk heel weinig is veranderd. Ze zijn nog steeds dood, allemaal, verpulverd in de lucht. De oorzaak van hun overlijden is nog even onzinnig en onnodig als hij toen was. Zij hebben al vijf jaar leven gemist en zijn al vijf jaar een gemis.

Juridische trajecten zijn opgestart, maar veel is nog onduidelijk. Het is vijf jaar geleden, maar zal nog zeker twee keer zo lang duren voordat we iets van duidelijkheid hebben. De vraag is bovendien hoe duidelijk het ooit zal worden en of, als er eenmaal duidelijkheid is, we het dan wél zullen begrijpen. Ons brein is daarvoor wellicht te beperkt.

Het is vijf jaar geleden en ik heb er een hard hoofd in dat we het ooit zullen weten. Voor de nabestaanden is er al vijf jaar iets mis, een gemis, en dat komt nooit meer goed. De onmogelijkheid daarvan is een dagelijkse stomp in de ziel.

Het is vijf jaar geleden en ik heb er een hard hoofd in dat met de jaren steeds harder wordt. Een hoofd waarmee ik door ruiten kan slaan. Door muren, door denkbeeldige grenzen, bedacht door mensen die we verdenken.

Het is vijf jaar geleden en mijn hoofd is van steen. Graniet ligt op de loer.

Maar…

Het is vandaag twee maanden geleden dat mijn tweede zoon werd geboren. Ik zeg ‘maar’, want zijn geboorte is tegengesteld aan de dood. Zeker aan die van hen.

Het is vijf jaar geleden dat mijn vader een dochter en twee kleinkinderen verloor. In de afgelopen vijf jaar kreeg hij er vier kleinkinderen bij en in die vijf jaar zijn er ook familieleden gestorven. Het is makkelijker vrede hebben met de natuur.

Het is vijf jaar geleden. Vijf jaren, 260 weken, 1826 dagen. De tijd heelt niet alle wonden. Het spreekwoord is onwaar. We zullen moeten zien hoe het over nog eens vijf jaar is, maar ik heb er een hard hoofd in. Tegen die tijd is het van diamant.

17 juli

Eergisteren was ik in Cannon Beach. Het gelijkgenaamde strand aldaar wordt gekenmerkt door enorme en minder enorme rotsen die vlak voor de kust in zee liggen. Alsof ze uit de zak van een bergreus zijn gevallen. In de realiteit is het waarschijnlijk het werk van een gletsjer, die het land tot bergen heeft opgestuwd, her en der kruimels achterlatend. Ik weet het niet precies en zoek het niet op, want ik wil de magie van de plek niet doorbreken met wikipediaanse feitjes.

‘s Ochtends hangt er mist boven de kustlijn van Oregon. Deze trekt in de loop van de dag langzaam weg, maar blijft rond de rotsen boven het water hangen. Deze unieke samenloop van geologische en meteorologische omstandigheden heeft ervoor gezorgd dat dit strand zo mooi is dat kippenvel en euforie om voorrang dringen bij het aanschouwen ervan.

Lopend over het strand, langs de rotsen en de mist, dacht ik aan mijn halfzus, haar man en kinderen. Vandaag zijn ze een jaar dood. Precies 365 dagen geleden zaten ze in een vliegtuig dat uit de hemel werd gehaald. Ze stortten ter aarde op een Oekraïens veld en zouden daar moeten wachten om geborgen te worden.

Ze zullen nooit meer iets doen, afgezien van het aanzetten tot herinneren, doorspekt van verdriet en voortdurend onbegrip.

Net als het ontstaan van de in nevelen gehulde rotsen van Cannon Beach kwam hun dood tot stand door een unieke samenloop van omstandigheden. Die vlucht, op dat moment, boven dat gebied… Fundamenteel verschil is uiteraard dat de gletsjer nooit moedwillig heeft gehandeld. De roep om een VN-tribunaal om de verantwoordelijken voor de vliegramp te straffen groeit en ik juich dat toe. Een misdaad van deze omvang, in feite massamoord, mag niet onbestraft blijven.

Aan de andere kant maakt het niets uit. Ze zijn een jaar dood en liggen als gezin in een graf in Den Haag. Ze waren nu allemaal een jaar ouder geweest. Esther, mijn halfzus, 53. Elsemiek, mijn nichtje, 18. Klaar met school en na een lange vakantie klaar voor de TU in Delft. Ze waren inmiddels opnieuw op vakantie geweest en hadden een jaar aan nieuwe verhalen en ervaringen gehad. Dat geldt voor hen en 294 anderen. De enige verhalen die er nog zijn, worden verteld door de nabestaanden. Daar komen geen nieuwe meer bij.

Vorig jaar was ik net een week weg toen mijn zusje me belde. Nu ben ik dat ook en zal ik zelf bellen om vooral mijn vader sterkte te wensen. 17 juli was voorheen een gewichtloze zomerdag. Nu niet meer.