Uitslapen

Slapen is een, zo niet hét ding voor jonge ouders. Het ding is namelijk dat het niet meer vanzelfsprekend is dat je het kunt doen, slapen, waar dat vóór het ouderschap een minder groot ding was. Tenzij je er toen juist meer moeite mee had, door gepieker of andere voeders van slapeloosheid, en de uitputting van de kindzorg je juist makkelijker in slaap laat vallen.
 
Nu ik het schrijf, herinner ik me weer dat dat laatste voor mij gold: de vermoeidheid van de babytijd was zo diep dat ik in slaap viel zodra mijn hoofd het kussen raakte, waar dat me in het pre-vaderschap vaak veel moeite kostte. Na de geboorte van mijn eerste kind sliep ik soms een fractie vóórdat mijn hoofd het kussen raakte al, terwijl het hoofd met dichte ogen nog door de lucht zweefde, richting het kussen, waardoor het er des te harder op neerplofte maar alsnog gewoon doorsliep.
 
‘Je verhaal houdt nu al geen steek’, zou de lezer me kunnen verwijten, maar dat zou voorbarig zijn, want ik ben nog niet klaar. Op slaap lever je namelijk wel degelijk in als ouder van jonge kinderen. Weinig bereidt je voor op de gebroken nachten en vroege ochtenden, ook de doorhaaltrainingen van een onstuimig studentenleven niet. In die tijd hoef je alleen maar voor jezelf te zorgen, en zelfs dat laten veel studenten na. Hierom is het voor studenten ook af te raden om kinderen te krijgen, maar dat terzijde.
 
Nu mijn kinderen wat ouder zijn (resp. 7 en 4), zijn de nachtelijke onderbrekingen meer uitzondering dan regelmaat. Er is weleens een nachtmerrie, een in de wilde slaap tegen de bedrand gestoten hoofd of ‘eng geluid’, maar meestal slapen ze door.
 
Vredig kunnen uitslapen blijft daarentegen wél een uitzondering. Mijn vriendin en ik gunnen elkaar in het weekend een uitslaapochtend, maar vooral die van mij wordt vaak ruw verstoord. Afgelopen zaterdag werd de zevenjarige weer eens naast mij in bed wakker, omdat hij een nachtmerrie had gehad en niet in zijn eigen bed verder wilde slapen. Daarin lag nu zijn moeder, die met de kinderen zou opstaan, maar geen weet had van onze ontwaakte zoon.
 
Onze oudste heeft de neiging ’s ochtends direct te beginnen met praten. Geen korte anekdotes of afgeronde gedachten, maar ogenschijnlijk eindeloze verhandelingen over, bijvoorbeeld, de verschijningsvormen van Pokémon, de mogelijke familiebanden tussen de verschillende Pokémonsoorten en de soms paradoxale evolutie van hun krachten. Ik kan niet slechts toeschouwen of aanhoren, mijn participatie is vereist. Dat weet ik omdat hij al zijn zinnen afsluit met: ‘Toch, papa?’.
 
Zijn college begon dit keer om 6:30u. Om 7:15u kwam zijn broertje met zijn kussen onder zijn arm geklemd uit zijn kamer en nestelde zich aan de andere kant van me in het grote bed. Dat kussen neemt hij niet mee om op te kunnen liggen – dat doet hij op dat van mij -, maar om, zoals hij het zelf omschrijft, ‘mensen te kunnen beuken’.
 
En zo geschiedde. Aan de ene kant hoorde ik een live Pokémon-podcast, aan de andere kant werd ik gebeukt. Toen de kinderen hun activiteiten op organische wijze synchroon beëindigden, vielen ze, zoals ik naïef hoopte, niet weer in slaap, maar begonnen ze, in koor en fonetisch, de leader van Pokémon Reizen te zingen – het, toegegeven, meest catchy liedje van alle Pokémonseries.
 
‘Abalabie de bery west,’ klonk het nu in mijn beider oorschelpen. ‘det nowan ewfer waaaarsz’. Oude broer vond dat jonge broer – o ironie – het liedje niet goed zong en stelde voor dat hij zijn maat volgde. Nu was het dus zo dat ik in mijn rechteroorschelp het liedje fonetisch hoorde, met in mijn linkeroorschelp hetzelfde liedje een halve seconde vertraagd en nog fonetischer gezongen door een 2,5 jaar jonger stemmetje. Als een brein hoorbaar kon kermen en kraken had dat van mij het op dit moment gedaan.
 
Na een paar minuten of uren zingen was het wel weer klaar en riep kleine broer ‘MOLLETJE’, waarop beide broers onder de dekens kropen, als mollen, daarbij mijn edele delen niet ontziend. Toen ben ik maar opgestaan.
 
Moraal van het verhaal? Slaap zolang en wanneer het kan. Verder zijn er geen oplossingen, slechts acceptatie.

Auteur: RdR

Remco de Ridder (Den Haag, 1983) is een Nederlandse freelance journalist, copywriter, podcastmaker en schrijver. De Ridder studeerde Film Studies aan de Universiteit van Amsterdam en screenwriting aan de New York Film Academy. De Ridder werkt sindsdien als freelance copywriter en journalist. Hij schreef een aantal opiniestukken over de ramp met MH17, die werden gepubliceerd in de Volkskrant en Het Parool. In die kranten schrijft hij regelmatig ook over andere onderwerpen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.