Ride the past

De reacties op de problemen bij VanMoof zijn grofweg onder te verdelen in twee toonaarden: woede en leedvermaak. Woede om de fietsen die wel zijn betaald, maar niet geleverd; om reparaties die al weken, soms maanden op zich laten wachten en om de non-existente klantenservice van een merk dat lifestyle en design boven technische kwaliteit en fatsoenlijke dienstverlening prioriteerde.

Leedvermaak is er onder niet VanMoof-bezitters, met name onder hen die nog immer analoog trappen, door weer en wind, met of zonder kind. De heersende opinie over VanMoof is niet mals. Veel mensen zien de fiets als symbool voor alles wat er mis is in dit land. De ultieme yuppenfiets is kenmerkend voor de kloof tussen arm en rijk, tussen hip en suf, tussen arrogant en nuchter. Nu het merk ten onder lijkt te gaan aan de eigen ambities krijgt elk verwaand lid van de VanMoof-familie wat hij of zij verdient. Ride the future? Ride the past, is nu meer van toepassing.

Ik ben ook lid van de VanMoof-familie, al neemt mijn moeder meestal wél op als ik bel. Ik zal niet zeggen dat ik een trotse VanMoof-bezitter ben – ik snap het antisentiment, heus. En waarom zou je trots zijn op iets waar je zelf niets aan hebt bijgedragen? -, maar ik heb altijd met plezier op de fiets gereden, afgezien van die vier keer dat het ding in reparatie was omdat zowat alle hard- en software vervangen moest worden. Ook van vrienden en kennissen weet ik dat hun VanMoof met gebreken kwam, en toch slikten ze het vanwege de uitstraling van het merk.

Daarmee bedoel ik niet: arrogant, hautain, verwaand, maar: onderscheidend design waar veel mensen nu eenmaal voor zijn gevallen. Kun je die mensen dat kwalijk nemen? Nee. Is de iPhone beter dan de gemiddelde Samsung? Nee, maar toch kies ik voor de eerste. Het design – de look, feel en het gebruiksgemak – speelt daarin een rol. Maakt Tesla de beste elektrische auto’s? Ook daarover kun je debatteren, maar ook bij de keuze voor dat merk is ontwerp een belangrijke factor. Is het dat niet altijd, voor iedereen? En gaat het niet wat ver om het karakter van voor jou onbekenden te spiegelen aan het soort fiets, auto of telefoon dat ze bezitten?

Vandaag maakte ik weer een ritje op mijn X2, een van de eerste elektrische (unisex)modellen van VanMoof, waarmee ik, volgens mijn fietsenmaker, mazzel heb omdat er minder kapot aan kan gaan. Zo was het ook met mijn Walkman. De eerste die ik ooit kreeg kon alleen afspelen en spoelen en doet het nog steeds. Daarna kwam auto-reverse en gingen ze om de haverklap stuk. Het is vanaf nu een wedstrijdje tussen de laatsten der VanMoofhicanen: wie rijdt er het langste mee door? Als een cruciaal, custom VanMoof-onderdeel het nu begeeft, ben je gezien.

Het ritje van vanochtend voelde anders. Het was alsof ik op de rug van een dinosaurus reed. Ik zat op een stukje geschiedenis – ride the past. Misschien kunnen we VanMoof vergelijken met de Titanic en de Hindenburg, ook voortbrengsels van menselijke megalomanie, gedoemd om te mislukken. De vergelijking maakte me weemoedig. Want hoewel het verhaal van VanMoof in de bedrijfskunde een voorbeeld is van hoe het níet moet, is inzetten op esthetiek lovenswaardig. Had VanMoof meer oog gehad voor de fundering onder de fraaie gevel, dan was het merk vermoedelijk niet in schoonheid gestorven.

Lees het artikel op Het Parool

Wees als tante Es

Laten we wel wezen: van het meeste nieuws word je niet vrolijk. Maar ellende verkoopt en er gebeurt nu eenmaal veel ellende in de wereld. Wat dat betreft zit het businessmodel van de journalistiek goed in elkaar.

Maar er zijn ook artikelen die inspireren, waarvan je hart een sprongetje maakt zelfs, al zou ik die stukken meestal niet onder de categorie ‘nieuws’ scharen.

Neem het verhaal van tante Es, dat vrijdag in Het Parool staat. Een korte samenvatting: Elselyn Harriette Angelique Fa Si Oen, zoals ze voluit heet, is 108 jaar oud. Ze werd tijdens de Eerste Wereldoorlog geboren, verdeelde haar leven tussen Suriname en Amsterdam, is voor Ajax en heeft haar hele leven reizen verkozen boven mannen. Ze is altijd in beweging gebleven en probeert dat nog steeds, al heeft ze nog maar één werkende arm en kan haar rug haar niet meer dragen. Toch voelt Es, naast dankbaarheid om haar volle leven, vooral de hoop nog een tijdje door te mogen leven.

Wat ik na het lezen voelde in mijn huppelende hart vertaalde zich naar: wees als tante Es. Jonge meisjes, laat die influencers links liggen, je hébt al stijl en de kiezel die je zelf vindt, is jouw maansteen. Laat tante Es je inspiratie zijn.

Jonge jongens, staak je duurbetaalde cursus Hoe word ik binnen een jaar een cryptomiljonair, spoel die eiwitsupplementen door de plee en haal je kracht uit de woorden van tante Es. Als zij zich nog op eigen kracht kan voortbewegen, wat kun jij dan wel niet?

Oudere jongens en meisjes, laat de magazines die je een beter lijf, meer zelfvertrouwen of de perfecte partner beloven in de schappen liggen. Schrijf je uit van het zoveelste lifecoach-blog dat je probeert te helpen je inner spirit animal te vinden. Wees als tante Es. Kijk naar haar, zie de glinstering in haar ogen en de glans van haar nog perfecte gebit. De spirit animals hangen aan de bomen, drijven op het water en scharrelen door het gras.

Wees als tante Es en stop met avonden eindeloos scrollend en swipend door te brengen op de bank. Negeer mij en alles wat ik hier zeg, en kijk naar tante Es. Haal inspiratie uit haar autonomie, en zoek uit wie daar bij past, óf daar wel iemand bij past. Reis of blijf thuis, maar volg je intuïtie, zoals tante Es nog altijd doet.

Hoewel tante Es een totaal ander leven had dan mijn opa – hij was zijn hele leven bakker, trouwde drie keer, verwekte acht kinderen, kwam nooit Nederland uit en stierf op zijn 96ste vredig in zijn slaap – doet ze me wel aan hem denken. Dat zit hem in de ongecompliceerdheid van een vervlogen tijd. Mensen als Es en mijn opa Koos worden niet meer gemaakt, omdat de tijd steeds andere mensen voortbrengt.

Door ‘al die geweldige uitvindingen’, zoals Es ze noemt, wint de tijd exponentieel aan complexiteit. Maar Es heeft zich aan computers nooit gewaagd en is nog steeds dankbaar om de wasmachine. Ondertussen moeten ‘wij’ ons leven navigeren aan de hand van tientallen apps die stuk voor stuk claimen het leven eenvoudiger te maken. Het is twijfelachtig of ze dat ook doen.

Dus nogmaals: wees als tante Es. Misschien zeg ik het wel tegen mezelf. Kijk naar haar, al zit ze er op één vlak naast. ‘De schoonheid is er wel vanaf,’ zegt ze, terwijl ik zelden een mooiere vrouw heb gezien.

Apocalyptische regenballen

Ik wilde dit stuckje beginnen door te stellen dat ik niet bang ben aangelegd, maar besefte op tijd dat dat totaal niet waar is. Ik heb er zelfs een heel boek over geschreven, die angst, dus het zou gek zijn als ik nu iets anders ga beweren. Ik doe alsnog veel dingen die ik eng vind en ben in sommige situaties misschien helemaal niet zo bevreesd als ik denk, maar de angst is er, verhinderend of latent. Ook/juist nu zowel zieke als niet zieke mensen in de greep zijn van een virus.

Het was gisteren papadag en te midden van de kinderkakafonie besloot ik de persco van Rutte toch maar even aan te zetten. Terwijl hij uitsprak dat evenementen met meer dan 100 mensen worden afgelast en iedereen aanraadde vooral thuis te blijven barstte de hemel open. Druppels als kauwgomballen spatten uiteen op onze ruit, misschien was het wel hagel. Ik dacht aan alle stormen van de afgelopen maanden, de opwarmende aarde, stijgende zeespiegel, onuitroeibaar racisme, geweld en alles MH17 – wat door de start van het proces tegen de vier verdachten deze week weer naar de oppervlakte van het bewustzijn drijft – en kon me niet aan de indruk onttrekken dat de Apocalyps nabij is.

Dit was tevens het moment waarop ik besefte dat ik in mijn leven te veel films heb gezien waarin de wereld aan haar einde komt, maar verdomd, nu zou het nog gaan gebeuren ook. ‘De mensheid verdient dit,’ sprak ik hardop uit, terwijl mijn zoontjes aan mijn broekspijpen trokken. Het is het gevolg van onze arrogantie, ons gebrek aan respect voor de natuur en voor elkaar en het tanende besef dat wij zelf deel uitmaken van die natuur, waaraan we nu op hardhandige wijze worden herinnerd.

Maar deze noodlottige gedachtes ontwikkelden zich vervolgens tot iets hoopvollers, naar: ‘Dit is wat de mensheid nodig heeft.’ Omdat de hele wereld op het moment in de ban is van hetzelfde fenomeen is er meer eenheid dan ooit, zo ervaar ik dat tenminste. Verbondenheid in zorgen om de toekomst, al is het maar om één van de vele prangende zaken waar we ons collectief zorgen om zouden moeten maken.

Er zijn mensen die zeggen dat het tot stilstand komen van de wereld, of van het krioelen van de mens over die wereld, ons een moment van bezinning kan bieden. Het afbuigen van de besmettingscurve is de grote oefening in mindfulness waar we als soort zo aan toe zijn. Ik betwijfel dat. Niet de behoefte aan pauze, maar aan het heilzame effect van gedwongen mindfulness. De mensen die al mindful leven of daarvoor openstaan zullen inderdaad nog ‘mindfuller’ worden. Maar de mensen wie dat vreemd is, zij die over lijken gaan om hun doel te bereiken, zullen de crisis als gevolg van het virus slechts uitbuiten. Kijk maar naar Trump, die de uitbraak in de VS aangrijpt om Europa te dissen met een politiek symbolisch inreisverbod. Ondertussen neemt het land nauwelijks maatregelen om het virus binnenshuis in te dammen en is het voor de meeste Amerikanen onbetaalbaar om zich te laten testen op corona, of om zich te laten behandelen indien ze het hebben.

Dagelijkse persconferenties en uit de lucht vallende regenballen ten spijt wil ik niet doemdenken, maar je gaat er wel van denken. Verschillende scenario’s schieten door mijn hoofd, van wel en nog niet bestaande films. Ik voel eenheid, saamhorigheid misschien wel, vanwege het gemeenschappelijke belang, maar beweeg me voorlopig op microniveau: thuis, met de kinderen dansend aan mijn broekspijpen, met een rationele hoeveelheid wc-papier, paracetamol en pasta in de voorraadkast. Genoeg om mijn angsten te bedwingen en anderen die mogelijkheid niet te ontnemen.

Lees het artikel op de website van Het Parool

Festival zonder eind

Het is vaak een zwaktebod om te praten over het weer. Het is een last resort, het onderwerp dat je aansnijdt als er verder geen gemeenschappelijke interesses zijn met degene met wie je, al dan niet gedwongen, bent aangewezen op een gesprek. Met het weer hebben we immers allemaal te maken. Het is overal en dat zijn wij, mensen, ook. We delen dus in de invloed die het weer op onze levens heeft.

Zwaktebod of niet, ik wil het toch even over het weer hebben. Iedereen die de afgelopen tijd buiten is geweest zal gemerkt hebben dat de zon scheen. Elke dag. Hard en lang. Zonliefhebbers houden kunnen hun lol niet op. ‘Heerlijk weertje’, en ‘Ik hoef deze zomer helemaal niet weg!’ zijn veelgehoorde kreten. Op social media vliegen de zonovergoten plaatjes met daarin gepinde temperaturen van het moment (bedankt daarvoor) je om de oren. Men vaart over grachten en meren, laaft zich aan liters witbier en rosé en de landen rond het Middellandse Zeegebied worden met de dag overbodiger. Naast echte Italiaanse buffelmozzarella en authentiek gedroogde fuet hebben we nu immers ook de zon, dus waarom zouden we die noodlijdende economieën nog langer subsidiëren?

Het voordeel van dit weer is dat ik minder op mijn telefoon zit. Vroeger checkte ik elke dag wel een paar keer meerdere weerapps, zodat ik kledingtechnisch goed uitgerust op pad kon gaan. Nadeel is dat ik allemaal truien en lange broeken heb waarvan ik niet weet of ik ze ooit nog zal dragen. Het concept van ‘de jas’ doet inmiddels ridicuul aan en ‘shawl’ en ‘paraplu’ zijn leenwoorden die ik met plezier retourneer aan de respectievelijke Engelse en Franse eigenaren.

De felgroene parkieten die tegenwoordig de scepter zwaaien in de Amsterdamse parken twitteren alsof ze de hoofdact zijn op het hipste festival van het jaar. En daar doet deze uitbundige, niet-aflatende zomer wel een beetje aan denken, een festival. Een heel leuk festival, waarvan je niet wilt dat het stopt. De zon die dag in dag uit schijnt is als de dj die nog één plaatje draait. Het uitzinnige publiek juicht, neemt nog een slok, hijs of snuif en gaat nog een keer naar de wc. Na de laatste plaat komt er nóg één. De verlenging van het feestgedruis wordt gevierd met nog meer drank, nog meer eten en nog meer drugs. De dj is niet te stoppen, hij blijft draaien, het feest druisen. Maar op een gegeven moment is het water en eten op en zijn de Dixies vol. Mensen raken uitgeput en uitgedroogd. Ze zijn verbrand en hun oren suizen als een permanente kiestoon. Één voor één gaan ze naar het weggedanste gras, de dj als laatst, vlak voordat hij zijn allerallerlaatste plaatje opzet. Het boeit verder niet, want de stroom is op dat punt allang uitgevallen.

Elke dag zon was vroeger een bonus. Nu merk ik dat ik te weinig korte broeken heb. Het is superchill dat ik minder op mijn telefoon kijk en dat ik niet meer hoef na te denken over korte of lange mouwen, maar ik lees tegelijkertijd over het ‘neerslagtekort’ en vraag me af of het wel verantwoord is langer dan vier minuten/elke dag te douchen. 

We praten over het weer omdat het invloed heeft op onze levens, maar misschien is het tijd om te praten over de invloed die onze levens hebben op het weer.

Lees het artikel op de website van Het Parool.

WK had nooit in Rusland gehouden mogen worden

Donderdag begint het WK voetbal in Rusland. Normaal gesproken zou dat heel leuk zijn, omdat Nederland normaal ­gesproken aan dat soort toernooien meedoet en nog wel­eens (verrassend) ver wil komen. 

Maar Nederland heeft zich niet gekwalificeerd. Normaal gesproken zou dat erg zijn, want we zijn een voetbalnatie en op geen moment zo verenigd als wanneer Nederland om de knikkers speelt, maar nu is het toernooi in Rusland, waar het nooit gehouden had mogen worden. 

Dankzij minutieus onderzoek van het Joint Investigation Team, belast met de taak om te achterhalen wie en wat de MH17 tot neerstorten heeft gebracht, weten we nu wat we al vermoedden: dat een Russische brigade, geleid door een Russische kolonel-generaal, verantwoordelijk is voor het transporteren en afvuren van de Buk-raket waarmee vlucht MH17 uit de lucht is geknald. Rusland ontkent, want het onderzoek is uitgevoerd zonder Russische deelname. 

Het verweer: hoe kan Rusland de bevindingen zomaar vertrouwen? De beelden die als ‘bewijs’ dienen zijn vast bewerkt om Rusland erin te luizen. Het onderzoek van het JIT is onderdeel van een uitgebreide, westerse campagne om Rusland tot boeman van de wereld te maken, aldus de Russische propagandamachine.

Poetin werd vorige week geïnterviewd op de Oostenrijkse tv. Op herhaalde vragen van de journalist Armin Wolf of het niet eens tijd wordt om de betrokkenheid bij de MH17-crash toe te geven en excuses te maken aan de nabestaanden, bleef Poetin glashard ontkennen. 

Voor nabestaanden is dát wat nu vooral wringt. Het gemis van familie en geliefden is permanent – een scheur in de ziel die met geen cement te dichten is – maar dat de schuldige zijn kont blijft ­keren in ontkenningen en manipulaties, frustreert tot op het bot.

Om het gevoel te verduidelijken wilde ik hier een vergelijking maken met een slachtoffer van een brute moord, en hoe de nabestaanden, om de zaak af te kunnen sluiten en verder te gaan met hun leven, closure nodig hebben in de vorm van een schuldige. Iemand die wordt aangewezen als verantwoordelijke voor het leed, of beter, iemand die de verantwoordelijkheid zelf neemt. Maar die vergelijking hoef ik niet te maken, want dat is exact wat er aan de hand is.

En straks is de verantwoordelijke voor deze misdaad gastheer van het grootste voetbal­evenement ter wereld. Sport dient idealiter te verbroederen, maar broederschap kan niet gebaseerd zijn op een leugen.

Ja, de Nederlandse overheid neemt nu stelling, maar had dat al eerder moeten doen door het Nederlands elftal terug te trekken uit (de kwalificatie voor) het toernooi. Of de Fifa had het voortouw moeten nemen en het toernooi moeten verplaatsen, misschien wel gewoon naar Nederland, dat samen met België ooit in de running was om het WK te organiseren.

En anders hadden de regeringen van de deelnemende landen gezamenlijk de beslissing moeten nemen het WK in Rusland te boycotten, want van een corrupte organisatie als de ­Fifa kunnen we geen voortrekkersrol verwachten. Er bestaan immers sterke vermoedens dat zowel Rusland als Qatar – waar arbeiders net als de piramide­bouwende slaven in het oude Egypte omkomen tijdens het bouwen van stadions in de woestijn – die toernooien heeft gekocht.

Nu ben ik ‘blij’ dat Nederland zich niet heeft gekwalificeerd, want dat maakt het makkelijker om niet te kijken. Maar ook zonder te kijken weet ik dat Poetin straks glimlachend in zijn presidentiële loge in het stadion zit, met een wuivende hand als groetgebaar naar het juichende publiek. 

Achter die glimlach gaat de kennis schuil over wat er precies is gebeurd op 17 juli 2014, op dat slagveld in Oekraïne. Die kennis hebben wij nu ook, en toch wordt er vrolijk gevoetbald. Het is moeilijk om daar kalm onder te blijven, zelfs als de tv uit staat.

Lees het stuk op de website van Het Parool.

Sushisokken

Ik ging sporten en kwam er in de kleedkamer achter dat ik m’n sportsokken was vergeten. Normaal is dat niet zo erg, want dan sport ik gewoon in de sokken die ik al aan heb, maar dit keer had ik sushisokken aan – sokken met afbeeldingen van verschillende soorten sushi erop. Hoewel, bij nader inzien zijn het alleen ebi nigiri en sake maki, dus het valt wel mee met de diversiteit.

Voor degenen die nog niet zo goed Japans spreken: ebi is garnaal en sake is zalm.

Ik sport bij een sportschool in de Jordaan die niet per se heel hip is en waar je niet schuin aangekeken wordt als je een keer domme kleren aanhebt, maar sporten met sushi op je sokken is toch een ander verhaal.

Zo vroeg Jacques (Sjaak) van 80, die regelmatig zingt over alle poesjes op zijn kerfstok, of hij nou gek was of of ik nou sushi op m’n sokken had. Ik antwoordde het laatste en toen liep hij hoofdschuddend weg. Hij legde zijn handdoek op een apparaat, kwam vervolgens terug en toen ik dacht dat hij zou vragen ‘Waarom?’ zei hij dat hij nooit zou sporten met sushi op z’n sokken, dan nog liever op blote voeten. Ik zei dat ik dat had overwogen, maar dat het niet fijn voelt om met blote voeten in sportschoenen te sporten, omdat het zweet dan niet wordt opgenomen en je voeten gaan schuren tegen de binnenkant van de schoen.

‘Nee, OP BLOTE VOETEN!’ schreeuwde hij toen en hij liep weer naar het apparaat waarop hij zonet zijn kleine, oude, harde, kleurloze handdoekje had gelegd.

Later stapte er een fitnessinstructeur met een ernstige blik op me af om me ‘advies te geven’ over de juiste sportkleding.

‘Wat je ziet, is dat sportsokken een veel groter absorberend vermogen hebben dan normale sokken,’ zei hij.

Ik zei: ‘Weet ik, maar ik ben ze vergeten. Dit absorbeert tenminste nog iets.’

De instructeur keek vervolgens knikkend naar mijn sokken, naar mij, weer naar mijn sokken en vroeg toen met een frons: ‘Is dat sushi?’

‘Ja,’ antwoordde ik.

‘Hou je daar zo van?’

‘Ik vind het lekker, maar het is geen obsessie ofzo.’

‘Maar je draagt wel sushisokken?’

‘Ja.’

De instructeur was even stil en krabde onder zijn kin.

‘Heb je al nagedacht over sporten zonder sokken?’

‘Nou, wat ik net zei, dan gaan mijn voeten schuren in…’

‘Jaja dan gaat het schuren. Goed, je moet het zelf weten.’

En toen liep hij schouderophalend weg.

Na nog wat moeilijke blikken en vragen besloot ik de work-out dit keer kort te houden. Gewoon even een rondje spiergroepen om de boel te activeren, douchen, aankleden en dan boodschappen doen. Wat zullen we vanavond eten? Iets met vlees, me dunkt.

Lees een (ingekorte versie van) het stuk via Blendle. (Kost wel geld, terwijl het hier gratis is en je het nu vermoedelijk al hebt gelezen.)

Een vals gevoel van vrede

Toen ik een bericht in mijn newsfeed voorbij zag komen waarin werd gemeld dat Ciska eindelijk weer naar buiten kan nadat ze een jaar lang de hik heeft gehad, dacht ik: het is wel weer mooi geweest met die komkommertijd. Daarna dacht ik: wat is dat eigenlijk een irritante term.

Wekenlang hoor je iedereen ‘Komkommertijd!’ roepen als iemand, bijvoorbeeld ik, klaagt over de leegte van het nieuws. Waarom zou je daar immers over klagen? Als Ciska’s hik, een surfende Britse hond en ‘Op welke dag van de week ben JIJ geboren?’ primetime nieuwsitems zijn, zal er verder wel niet zo veel gebeuren in de wereld. Maar is dat ook zo?

Volgens Wikipedia duidt komkommertijd op de periode in de zomer waarin veel politici ‘en andere mensen’ met vakantie zijn en er daarom weinig nieuws te melden is. Die ‘andere mensen’ zijn dan vermoedelijk journalisten.

De herkomst van het woord zelf is volgens de online encyclopedie niet helemaal zeker. Het Britse ‘cucumber-time’ wordt in 1700 voor het eerst opgetekend en duidt op de oogsttijd van komkommers (zomer) en de periode waarin de adel de stad verliet. Als we onze politici in deze analogie voor adel aanzien, lijkt die verklaring plausibel.

In deze redenering wordt uitgegaan van een gebrek aan nieuwswaardige ontwikkelingen door afwezigheid van prominente figuren die dat nieuws bepalen. Wat ik nooit heb begrepen aan komkommertijd is dat dat zo maar kan. De wereld lijkt grote delen van het jaar in de fik te staan, maar in de zomer wordt de film gewoon even op pauze gezet. Althans, zo lijkt het, want die wereld draait intussen wel degelijk door. Er komt benzine uit de pomp, er ligt kaas in de supermarkt en was in de wasmand. Stoplichten verspringen van kleur, rekeningen worden betaald en op de A4 staat elke dag file.

Als deze periode van het jaar zo vreedzaam is, dacht/denk ik weleens naïef, waarom is het dan niet het hele jaar komkommertijd? Waarom blijven al die politici dan niet gewoon lekker op vakantie, voor onbepaalde tijd, en houden we het momentum van de nieuwsluwte vast?

Als de onrust en het geweld zomaar twee maanden in de koelkast kunnen worden geparkeerd, is het misschien een goed idee om een dik slot om die koelkast te hangen en het ding het IJsselmeer in te flikkeren. Voor altijd komkommertijd. Het hele jaar door komkommers, want komkommers zijn fris en lekker en gezond.

Maar in het begrip komkommertijd ligt meteen de onmogelijkheid van dit utopiaanse scenario besloten. Het gaat immers om een specifieke tijd – de tijd waarin die dingen worden geoogst. Dat kan nu eenmaal niet het hele jaar – slechts in de zomer – en daarin ligt de beperking van de vrede en de kracht van de term.

Bovendien draait de wereld, zoals ik eerder schreef, gewoon door. Als ik de tv aanzet blijken buitenlandse films helemaal niet op pauze te staan. Dat Mark, Alexander en Jesse hun demagogische billetjes bruinen aan een costa weerhoudt mensen er niet van met busjes op andere mensen in te rijden. Het is geen reden voor natuurrampen om niet plaats te vinden. In andere landen schijnt die zon namelijk veel vaker, of valt de zomer op een heel ander moment. Daar hebben ze misschien helemaal geen komkommers omdat ze die smerig vinden of te groen en te fallisch. Hij blijft me dus dwarszitten, die term. Hij is misleidend en schept een vals gevoel van vrede.

Aan de andere kant: Ciska had een jaar lang de hik en kan weer naar buiten. Als die hik pas in november was gestopt, hadden we dat vermoedelijk nooit geweten.

Lees het artikel via Blendle. (Kost wel geld, terwijl het hier gratis is en je het nu vermoedelijk al hebt gelezen.)

2017 nog beter

Dat was me er weer eentje, 2016. ‘Enerverend’ is een understatement. Veel was eerder ‘schokkend’ en ‘verontrustend’. Maar er gebeurden ook positieve dingen die op naïeve wijze kunnen worden aangezien voor de fundamenten van iets goeds, mits we er volgend jaar met zijn allen de schouders onder zetten. Laten we de balans eens opmaken.

‘Let’s make the Netherlands great again!’ is een slogan die in 2017 hopelijk zijn weg vindt naar onze eigen, boze, verdwijnende middenklasse. Geef ze eens ongelijk! Ik zou ook boos zijn als ik verdween.

In Amerika heeft men vast het goede voorbeeld gegeven door het liberale, e-mailende establishment massaal af te serveren. Het enige jammere is dat Geert Wilders niet rijker claimt te zijn, dan waren de verkiezingen slechts nog een formaliteit geweest. Een paar torens met zijn naam erop en je bent klaar.

Nu zal de rode aanval onder leiding van Usher afgeweerd moeten worden, maar als zijn campagne verloopt zoals zijn zangcarrière hoeven ‘we’ nergens van wakker te liggen. Tot die tijd is het zaak de misinformatie van links te negeren en de krachten te bundelen. Dit kunnen we bijvoorbeeld doen in een Facebookgroep, hoewel de kans bestaat dat we dan worden afgeluisterd door China.

Laten we analoog beginnen op het dorpsplein en in de school. Laten we teruggaan naar vroeger, naar beter, maar vooral: naar onszelf. ‘Make Holland Holland again!’ Weg met de periferieprovincies. Stof de stadhouders af, haal de regenten uit het vet. Maak van al die advocatenkantoren en uitgevers op de grachten weer pakhuizen, laat de handel bloeien. Weg met Tony’s Chocolonelyexperiment, terug naar pure cacao!

Roepen we deze agressie niet over onszelf af? Het ís toch ook lullig om met een kop smaakarme soep en een afgedankte sweater in een hangar van een voormalig Duits vliegveld te zitten, terwijl je gastheer of gastvrouw volgevreten paradeert over decadente kerstmarkten en azuurblauwe côtes? Óf we kiezen voor vluchtelingen, kledingcontainers, roestvrije schaftpannen en doen geen kerstmarkten en boulevards meer, óf we gooien de grenzen dicht en houden wat rijk is rijk en droppen bommen op alles wat ons schuin aankijkt. Het is tijd om keuzes te maken, ook al hebben die tot gevolg dat we vanaf nu voornamelijk binnen moeten blijven.

Opwarming van de aarde, broeikaseffect, CO₂-uitstoot; het zijn slechts een paar versies van het sprookje dat ik aan mijn drie weken oude zoon vertel als we weer eens in december in korte broek door een groen park vol parkieten en exotische vleesetende planten wandelen. Dat al deze soorten hier nu wél kunnen leven duidt op een sterke verbetering van de natuurlijke condities. De deodorantbus is vervangen door een roller, de Mercedes door een Tesla en de Nokia door een iPhone; wat kunnen we nog meer doen?

In tegenstelling tot wat de natuurlobby ons wil laten geloven, gaat het prima met ons klimaat. Sterker nog, als het zo doorgaat, wordt het hier zo lekker dat niemand meer op vakantie hoeft. Dat scheelt kerosine-uitstoot en levert de economie geld op, dat we vervolgens kunnen gebruiken voor het bouwen van een enorme dijk rondom ons land. ‘Let’s make Holland surrounded by dikes again!’

Al met al denk ik dat de toekomst er rooskleuriger uitziet dan de media ons willen wijsmaken. Er zijn in 2016 fouten en slechte liedjes gemaakt, maar daarvan kunnen we leren. Het is tijd om de rangen te sluiten en gezamenlijk, over elkaars rug en aan elkaars haren, terug te krabbelen naar de top van de voedselketen. Hiërarchie en fatsoen zijn de kernwoorden. En zonnebrand. Samen zetten we koers naar een florissante toekomst. En tot die tijd: veel geluk, liefde en muggenspray voor 2017 gewenst.

Lees het stuk via Blendle. (Kost wel geld, terwijl het hier gratis is en je het nu vermoedelijk al hebt gelezen.)