Geen mening

‘Ik moet echt weer wat schrijven,’ dacht ik toen ik wakker werd. Goed, dan gaan we er voor zitten. Waarover zal ik schrijven? Heb ik nog ergens een mening over? Vast wel. Maar maakt die mening ook iets uit? Geen idee. Is die mening het waard om op te schrijven en de wereld in te gooien? Dat weet ik al helemaal niet.

Er zijn best veel dingen waar ik een mening over heb. Zo vind ik het heel erg stom dat de straat waaraan ik woon vier dagen lang afgezet is geweest omdat er een film werd geschoten. Ik vind het stom dat de filmproductiemaatschappij ons middels een briefje had laten weten dat ze hier gingen filmen en dat ze ALLE (letterlijk ‘alle’) parkeerplekken in beslag zouden nemen met hun obese busjes. Ze boden ons wel de mogelijkheid aan om in een nabije (geen idee welke) parkeergarage te parkeren op hun kosten, maar dat voelde als een hoop gedoe.

Wat ik echt ronduit asociaal vind, is dat ze nalieten om ons te vertellen dat de opnames in het huis van onze onderbuurvrouw (oftewel, onder onze vloer) zouden plaatsvinden. Dit betekende dat er 24 uur per dag een stadionlicht op ons raam gericht stond (eigenlijk haar raam, maar die lichten nemen nogal wat gevel mee in hun lichtstream) en het voortdurend klonk alsof er beneden werd ingebroken.

Mijn mening over dit alles was niet heel erg genuanceerd of nauwkeurig beargumenteerd. Ik vond het gewoon stom, vervelend en irritant. Misschien zijn dat meer emoties dan een mening. Maakt me niet uit, het is iets wat ik op kan schrijven.

Ik zou ook kunnen schrijven over Zwarte Piet, maar dat doe ik niet. Nee, soms moet je weten wanneer je je afzijdig moet houden. Dit is zo’n moment. Deze discussie is er een die ik met alle liefde omzeil. Er valt namelijk geen enkele eer aan te behalen. De verdeelde kampen staan loodrecht tegenover elkaar. Wat ik fascinerend vind, is niet eens zozeer het onderwerp van debat, maar wat het losmaakt bij mensen, de felheid van de reacties.

Shit! Zie je? Doe ik het toch. Geef ik toch mijn mening. Waarom doe ik dat nou! Dat gaat al snel hoor, je mening geven. Is zo gebeurd. Is ook het risico van zomaar een beetje schrijven. Voordat je het weet vind je iets van iets en heb je de poppen aan het dansen (figuurlijke poppen).

Nee, ik heb geen mening over Zwarte Piet. Ja, mijn familie en ik hebben de traditie in stand gehouden, maar toen was ik nog een kind en had ik al helemaal geen mening. Al HELEMAAL niet rond Sinterklaas, wanneer al mijn gedachtes geconsumeerd werden door de woorden ‘Lego’ ‘Nintendo’ en ‘Arnold’. Er was een Sint en er waren Pieten, sois. Ik vond de Pieten eigenlijk een beetje eng en viezig. Ik was altijd bang dat ze te dichtbij kwamen en ik schmink op me zou krijgen. Dat spul kon je ook ruiken, net als de kleren. Die pakken hingen natuurlijk een heel jaar ergens in een kast en ik betwijfelde of die ooit gewassen werden. Men redeneert dan immers ook van ‘ja ik draag dat ding een keer per jaar, dus hoe vies kan het zijn?’ Naja, behoorlijk vies dus, zeker met al die schmink.

Maar nee, zo’n muffe schmink- en verkleedlucht, vond ik niks aan. Ik wilde gewoon mijn cadeautjes. Dat deze geleverd werden door een ouwe Pausachtige ruiter en donkere, muffe omgekeerde clownachtige figuren was een noodzakelijk kwaad. Over clowns gesproken, waarom zijn die zo wit? Moeten die dan niet ehh… Ook zeg maar… Wacht! Nee! Ho! Stop! Hahaaaahhh, nee hoor. Laat maar. Ik heb niks gezegd. Voordat je het weet heb ik weer een mening en dan zijn de rapen gaar (figuurlijke rapen).

Goed, ik zal het maar gewoon zeggen, want kennelijk kom ik er niet onder uit. Wel wil ik vooropstellen dat dit GEEN mening betreft, dit is gewoon iets wat ik aannam/dacht, logisch redenerend vanuit de haast mythische bezorgmethode van de cadeautjes. Ik dacht dus altijd, zeker toen ik jong was, en later niet meer (omdat ik niks meer met Pieten te maken had), dat die kerels, omdat ze dus via de schoorsteen je huis inkomen, dat ze dan zeg maar van dat spul wat in de schoorsteen zit – hoe heet het ook alweer, dat zwarte spul dat achterblijft als je fikkie hebt gestoken -, dat dat spul zeg maar, dat zwarte, roetachtige spul, dat dat zeg maar verantwoordelijk was voor eh, tja, hoe zal ik het zeggen, voor hun kleur. Dat dacht ik zeg maar. Toen ik nog een klein, Haags racistje was.

SHIT! Wat doe ik nu? Impliceer ik nu, door mezelf met terugwerkende kracht als racist te bestempelen, dat ik de hele discussie aanstellerige onzin vind? En pleit ik daarmee indirect vóór Zwarte Piet en dus vóór racisme? Want kennelijk staan die zaken tegenwoordig één-op-één. Ik weet het niet meer. Ik weet echt niet meer wat ik moet denken of vinden. En ik was nog wel zo blij dat ik geen mening had. Maar ik moest zo nodig iets schrijven en kijk wat er gebeurt: een mening, verhuld of niet.

Ik had me bij de overlast in de straat moeten houden, is genoeg over te schrijven. Zo moest ik gistermiddag, om 13:00 uur verdomme, drie rondjes rijden om een parkeerplek te kunnen vinden omdat de hele straat (al jaren overigens) vol stond met klusbusjes. Er wordt hier altijd geklust. Er is hier altijd wat te renoveren of verbouwen. Soms denk ik dat mijn straat deel uit maakt van een experimenteel werkverschaffingsproject. Soms denk ik dat. Dat is geen mening, maar een gedachte. Belangrijk verschil.

Over Zwarte Piet heb ik geen mening. Slechts gedachtes. De voornaamste is: ‘Het maakt me allemaal geen reet uit.’

Nieuwship

De hoeveelheid nieuwsberichten rond de ramp met vlucht MH17 is de laatste tijd, zoals dat gaat, behoorlijk geslonken. Betekent dat dat er geen noemenswaardige ontwikkelingen meer zijn of is het onderwerp gewoon niet nieuwship meer? Die term bestaat niet en hij is ook best lelijk (taalkundig gezien), maar dat is wel hoe het werkt. Dat is namelijk hoe alles werkt, ook het nieuws.

De oorlog tegen IS, die zich inmiddels op het grensvlak met Europa afspeelt, staat nu al een tijdje op 1 in de nieuws top-10. Nu de herfst haar intrede heeft gedaan en de supermarkten bruin kleuren van het chocolade alfabet, wordt ook de discussie rond Zwarte Piet weer uit het vet gehaald. De vorige discussie heeft immers weinig opgeleverd, los van een patstelling tussen zij die de secondant van de Sint zien als een racistisch fenomeen en zij die hem beschouwen als niet meer dan onderdeel van een oer-Hollandse traditie waaraan niet mag worden getornd.

Ik heb me vooralsnog redelijk afzijdig gehouden van deze discussie, maar vermoed dat vroeg of laat iedereen een kant zal moeten kiezen, kijk maar naar Albert Heijn. Het is niet zo dat de discussie me niet boeit, integendeel. Hij wordt simpelweg overschaduwd door wat er op 17 juli met dat vliegtuig is gebeurd. Premier Rutte beloofde ons ‘de onderste steen boven te zullen krijgen’. De laatste weken blijft het echter angstvallig stil. Af en toe verschijnt er een bericht over het aantal geïdentificeerde slachtoffers, maar van repercussies of de identificatie van schuldigen is geen sprake.

Britse burgerjournalisten hebben aan de hand van wat ze op internet hebben gevonden zo goed als bewezen dat Rusland verantwoordelijk is voor de ramp (wat we eigenlijk al wisten), maar hier hebben we via de ‘officiële kanalen’ al een tijdje niets meer gehoord. Via ‘onofficiële kanalen’ is dat wel anders. Zelfs als je op een gemiddelde woensdagavond nietsvermoedend naar ‘Pauw’ kijkt, kun je ongevraagd en onverwacht geïnformeerd worden over de ramp. Zo kun je tijdens de uitzending van Frans Timmermans te horen krijgen dat één van de slachtoffers was gevonden met een zuurstofmasker op. Een dergelijk bericht zet je aan het denken. Het veroorzaakt onrust. Het druist namelijk in tegen eerdere berichten dat de passagiers van het vliegtuig door de impact van de raket en het wegvallen van de druk binnen een paar seconden buiten westen moeten zijn geweest.

Ik zit ook weleens in een vliegtuig. Wanneer een steward of stewardess voor het opstijgen uitlegt en uitbeeldt wat we moeten doen in geval van nood, denk ik altijd twee dingen: 1. Er gebeurt toch niks en 2. Als er iets gebeurt, vraag ik me af of ik nog de beheersing heb om zo’n mondkapje op te zetten. Dat lijkt me onder neerstortende omstandigheden best moeilijk. Misschien heb je mensen die daar heel goed in zijn. Misschien was de bewuste Australiër (want dat was het, zo heeft het OM na alle commotie vermeld) gezegend met een soepele, vlotte motoriek en was hij als enige in staat om het masker binnen die één a twee seconden van bewustzijn over zijn mond te schuiven. Misschien ook niet. Misschien waren de verhalen over het wegvallen van de druk en het onmiddellijke verlies van bewustzijn wel een beetje bedoeld als troost en zijn de passagiers zich wel degelijk bewust geweest van wat er gebeurde. Eén iemand waarschijnlijk dus wel.

Na de toespraak van Frans Timmermans bij de Verenigde Naties was iedereen vol lof. Eindelijk zei iemand waar het op stond! Eindelijk wat emotie! Hij sprak toen ook over geliefden die, terwijl ze elkaar vasthielden, de dood in de ogen staarden. Ook dat was in strijd met de verhalen van experts, maar werd toen door de vingers gezien omdat hij ons land, en onze pijn, zo goed vertegenwoordigde op het internationale politieke toneel.

Gisteren floepte hij er, na doorvragen van Jeroen Pauw, dus uit dat iemand een zuurstofmasker om had. Dat was niet zo handig, maar valt hem wel te vergeven. Dat nabestaanden deze onbevestigde informatie vervolgens via zowel sociale als journalistieke media moesten vernemen is wel kwalijk. Het valt vooral het Openbaar Ministerie te verwijten dat deze informatie niet direct, via de officiële kanalen, aan de nabestaanden is overgebracht.

Valt de media nog iets te verwijten? Niet echt. Dit is gewoon hoe het werkt. Een emotionele minister zegt iets in een late-night talkshow en men duikt er massaal op. Het onderwerp is weer nieuwship en keert met stip terug in de nieuwsTop-10. Totdat de Turks-Syrische grensstad Kobani valt natuurlijk. Of totdat kinderen met lege schoenen woedend de straat op gaan, omdat Sinterklaas uit protest ons land dit jaar overslaat.