Ik realiseer me dat het slechts dinsdag is, maar ik heb gewoon zin in bier, laat me. Niet geheel ontoevallig fiets ik langs een Albert Heijn en besluit ik daar in te slaan. Lekker bier drinken ga ik, dat is het plan. En wat ik eigenlijk wil, zijn gekoelde blikjes. Blikjes bier die al koel zijn, zodat ik ze zelf niet hoef te koelen. Ik kan dan meteen koele biertjes drinken. Dat is wat ik wil.
Ze hebben bij de Albert Heijn zogenaamde cool cans. Als we cool vertalen naar koel en cans naar blikjes dan can je al snel zien dat dit precies is wat ik wil. De blikjes staan over het algemeen niet tussen de niet koele blikjes, daar zijn ze te cool voor. Bovendien zouden die arbeidersblikken dan ook koel moeten zijn en koeling is bij mijn weten niet tot op de vierkante centimeter nauwkeurig te richten. Bovendien moet de koeling plaatsvinden in een afgesloten omgeving, zoals een kast of box. De koelte vliegt anders zomaar weg en verliest het uiteindelijk van de in veel groter volume aanwezige minder koele warmte.
Niet in het gewone schap kijken dus, kereltje! Maar toch hè, loop ik in eerste instantie naar dat ‘gewone’ schap. Is je basis, je starting point. Je moet immers ergens beginnen en ik zie de koelkast(en) zo snel niet staan. Maar later, nadat ik heb gezocht, wel. Er is een koelkast, bestemd voor cool cans van allerlei merken. Ik hoef de getrainde bierdrinker niet te vertellen welke merken dat dan wel al dan niet zijn, maar ik kan me voorstellen dat termen als “Heineken” en “Grolsch” de biermaagd of beginnende bierslet houvast weten te bieden voor het bevatten van de categorie producten waar ik mijn vizier op heb gericht. De blikjes en/of letters zijn trouwens overwegend groen, dus dat heb je sowieso.
Maar de koelkast is leeg. Leeg ja. De koelkast staat overigens wel aan; groen is hier in zijn geheel niet van toepassing. Naast de koelkast, gewoon in een ordinair schap, staat een sixpack Heineken cool cans. Ik ben daar nu eenmaal en wil bier dus neem ik ze in mijn mandje mee naar de kassa. Dan zijn ze maar niet koel. Cool can’t.
Afrekenen.
Cassière: Goedenavond meneer.
Ik aka de meneer: Goedenavond.
Het gescan van cans. €6,80 voor een sixpack. ‘Skabadiwat?’ zegt mijn financiële barometer.
Ik: Huh?
Cassière: Sorry meneer?
Ik: Waarom zijn die biertjes zo duur?
Cassière: Het zijn cool cans meneer, die zijn duurder.
Ik: Maar ze zijn niet cool.
Cassière: Ja maar ze zijn duurder.
Ik: Ja oké, dat snap ik, maar ik ben het er niet mee eens. Cool cans zijn duurder omdat ze door jullie gekoeld worden, maar deze zijn niet koel. Ze stonden naast de koelkast. Die overigens wel gewoon aan stond.
Cassière: Ja, het zijn cool cans.
Ik: Dat hadden het kunnen zijn, in een utopische wereld waarin Albert Heijn de voor de koeling bedoelde en naast de koeling bivakkerende cans ook daadwerkelijk koelt.
Cassière: …
Ik: Anders had ik net zo goed gewone cans kunnen kopen.
Cassière: Ik weet niet of die er nog…
Ik: Ja, laat nu maar zitten.
We nemen elkaar op, ik bespeur geen scheurtjes in haar bolwerk van volharding, geen zwakte. Hier worden die lui dus op geselecteerd. Nogmaals.
Ik: Het is dus eigenlijk gewoon zielig voor dat blikje.
Cassière: Ik weet niet…
Stilte. De cassière wendt haar blik naar beneden. Ik bespeur emotie. De mensen achter me in de rij kijken me ongeduldig, doch verwachtingsvol aan. Ik ben Zorro.
Ik: Misschien wil je even sorry zeggen tegen het blikje?
Cassière: Sorry?
Ik: Dank je wel.
Naja goed, toen ben ik maar weggegaan.