Het meisje van pizza

Het meisje is klein en dik. Ze wordt door haar vader in een band, met zwembandjes om, het lauwwarme zeewater in geleid. De vader is nog veel dikker en ouder dan zijn dochter. Hij heeft een snor en draagt een wit t-shirt.

Het meisje gilt aan één stuk door van opwinding, ook in het ondiepe deel. De vader kijkt onberoerd en geleidt haar langzaam verder. Hij is nat tot aan zijn buik.

Later loopt het meisje over het strand. Ze heeft een ijsje. Ze loopt achter haar vader aan, die geen ijsje heeft. Ze draagt een t-shirt met een plaatje. Het duurt even voordat het goed zichtbaar is, maar als ze stopt omdat ze iets in het zand ziet liggen, blijkt het een afbeelding te zijn van een pizzapunt. Het is echter geen normale pizzapunt. Deze heeft armen en benen en een gezicht en hij heeft een camera vast. Het onderschrift bij het plaatje is ‘Pepperazzi’.

Het meisje zit thuis in haar kamer. Haar vader leest beneden de krant. Het meisje draagt het t-shirt nog steeds en ze maakt huiswerk aan haar bureau wat de vorm heeft van een steenoven. De ronde bovenkant is niet echt handig om op te schrijven, maar haar benen passen goed in de opening waar normaal de pizza’s liggen te bakken. Ze heeft geen etui of pennenhouder, maar een klomp deeg waar haar schrijfwaar en andere materialen, zoals een liniaal en een passer, insteken. Ze probeert haar wiskunde boek met een paar door midden gesneden tomaten te balanceren, iets wat steeds minder goed lukt, omdat de tomaten langzaam al hun vocht verliezen. Ze werkt aan een lastige som. Het is de stelling van Pizzagoras.

Alles in haar kamer is pizza. Haar bed heeft een matras van Mozzarella, heerlijk zacht, maar niet erg hygiënisch. De lamp is een inmiddels bruin geworden champignon, vastgeprikt op een omgekeerde pizzaschep, met een peertje van ananas. De gordijnen zijn twee enorme plakken gedroogde ham, hangend aan een rail van parmezaan. Iedere keer als ze ze dicht doet, vallen er stukjes kaas op haar tapijt van basilicum en oregano. Haar kledingkast is een half opengesneden paprika, waarin de pitjes fungeren als hangers. Die zijn niet zo sterk, dus valt alles op de grond, maar dat maakt niet uit want ze draagt toch altijd hetzelfde t-shirt.

Aan de muur hangt een foto van het meisje en haar vader. Ze poseren voor een scheefstaand, rond gebouw. Het is de toren van Pizza.

Haar hele kamer stinkt. Alle ingrediënten zijn aan het rotten. Maar ze vindt het niet erg. Vanavond gaan ze uit eten, naar de pizzeria. Daar eet ze pizza en betaalt haar vader met Vizza.

Haar hele kamer stinkt. Haar t-shirt stinkt, want ze heeft het altijd aan. Het meisje stinkt. Ze is dik. Ze wordt steeds dikker. Waarschijnlijk net zo dik als haar vader. Maar het maakt niet uit. Het meisje is gelukkig.