Lekker delen

Het is toch heerlijk hè? Dat we tegenwoordig allemaal zo met elkaar in contact staan? Als ik nu iets vind van iets of iemand of iets anders dan kan ik gewoon online gaan (hoewel dat al niet eens meer echt een handeling is, want ik ben het gewoon ALTIJD) en die mening de wereld in slingeren. Ik kan eigenlijk te pas en te onpas en te allen tijde aan iedereen laten weten wat ik vind. Gewoon, van dingen. Ja behalve in Afrika en afgelegen gebieden zoals de poolkappen. Daar is geen internet en daar(door) ken ik (daar) toch niemand, dus dat maakt niet uit. Zolang het er maar niet te koud of te heet is kan ik alles wat ik maar zeggen wil, zeggen.

Het is fantastisch. Het heeft mij gesterkt in het idee dat ik belangrijk ben. Dat ik het verdien om gehoord te worden en dat ik het verdien dat andere mensen stoppen met wat ze doen en naar me luisteren. Want dat zijn twee verschillende dingen. Het gehoord worden is meer van mij uit, dat wat ik zeg boeiend is. Maar dat men dan ook even stopt en de tijd neemt om er goed naar te luisteren, erover na te denken en er van te leren, dat is iets wat bij hen (jullie) ligt. Dat is júllie verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat je die neemt. Dát is mijns inziens (opletten) de hoeksteen en basis van de samenleving. Als we dat doen (luisteren), komt alles goed. Dat lijkt me niet iets waarover we hoeven te discussiëren.

Natuurlijk geldt het niet voor iedereen. Niet iedereen kan voortdurend boeiende dingen te melden hebben. Helaas denkt een grote groep online mensen onterecht van wel. Het kan ontzettend vermoeiend zijn om het relaas van een gefrustreerde huisvrouw over vandalisme te moeten lezen, of de ongenuanceerde mening van een twijfelstudent over onze verantwoordelijkheid naar minder bedeelde landen, zoals België of Cuba; ‘Schoenmaker hou je bij wat je leest’, denk ik dan. Het zijn niet voor niets eilanden.

Misschien moet ik dus een kanttekening plaatsen bij wat ik eerst zei, over de schoonheid van het delen. Ja, het is fijn dat het kan. Gedachtegoed waar eerst alleen mijn naaste familie en vriendenkring van kon genieten is nu voor een groter publiek toegankelijk. Maar tegelijkertijd geven dergelijke sociale platformen ook een stem aan lieden die het kaf niet van het graan kunnen scheiden. Mensen die zich niet goed hebben ingelezen, die vanuit hun onderbuik redeneren (paradox) en die pure emotionele tweespalt willen zaaien. Hoewel, of dat echt hun intentie is, betwijfel ik. Ze weten simpelweg niet beter. Het zou daarom goed zijn – en dit is waar ik eigenlijk al de hele tijd op aanstuur – als er een soort van opiniechecker zou komen op internet. Iemand die checkt wat iedereen wil zeggen en dan besluit of het slim genoeg is, of we er ECHT wat aan hebben.

De eerste vraag die daarbij rijst en ik bij deze ondervang, is natuurlijk ‘Hoe dan? Er zijn toch veel te veel mensen online?’ Klopt. Maar als er zoveel mensen online zijn, betekent het dus ook dat er heel veel mensen zijn an sich. Als al deze mensen, die online zijn, nou ook opinies zouden checken, dan lijkt het me behoorlijk te overzien allemaal. Zoals J.K. Rowling schreef: ‘We are only as strong as we are united, as weak as we are divided.’ Dit stond in The Goblet Of Fire. Dus laten we de krachten bundelen en zorgen dat er zinnige dingen worden gezegd in het digitale openbaar. Ik neem graag het voortouw en verwijs iedereen dan ook naar mijn mening. Deze zal zeer inspirerend en voorbeeldig blijken te zijn voor eenieder die besluit ergens iets van te vinden. Toegegeven, het zijn verwarrende tijden, maar laten we daarom met stijve schouders opstaan en verstandig zijn, asjeblieft. Juist nu!

‘If your actions inspire others to dream more, learn more, do more and become more, you are a leader.’

– John Quincy Adams

Humor is liefde

De vraag ‘Wat is humor?’ is onmogelijk te beantwoorden. Toch hebben verschillende mensen, onder wie velen veel slimmer dan ik, een poging gedaan om tot een soort definitie te komen, zo blijkt als ik op citaten.net ‘humor’ invul als zoekterm. Het één na bovenste citaat op de lijst zoekresultaten is van Aristoteles en waarschijnlijk meteen de kort en krachtigste: ‘Humor is gecultiveerde onbeschaamdheid.’ Francis Bacon claimt dat ‘Verbeelding is ons gegeven voor wat we niet zijn. Zin voor humor om ons te troosten voor wat we wel zijn.’ Ook mooi, maar wel een beetje deprimerend. Winston Churchill zegt hetzelfde, dus er zal wel een kern van waarheid in zitten: ‘De verbeeldingskracht troost ons over hetgeen we niet zijn, het gevoel voor humor over hetgeen we zijn.’

Halverwege humorpagina twee van deze fantastische site slaat de Duitse schrijver R. G. Binding voor mij de spijker op zijn kop. Om het citaat niet aan kracht in te laten boeten, geef ik het hier in de oorspronkelijke taal weer: ‘Der Humor ist ein Eigenschaft des Herzens, wie die Liebe. Es gibt Menschen die nicht lieben können; wahrscheinlich sind es dieselben die keinen Humor haben.’ Verderop geeft regisseur Mel Brooks humor een andere functie die mijns inziens rustig kan bestaan naast die van Binding: ‘Humor is een bescherming tegen het universum.’

Ik kan niet voor anderen spreken, maar deze twee citaten geven zo ongeveer wel mijn eigen ideeën over humor weer. Ik blijf overigens bij mijn eerdere bewering dat het onmogelijk is om te bepalen wat humor is en dat de begripsomschrijvingen van deze wijze mannen in principe dus compleet futiel zijn geweest. Maar er een beetje op los filosoferen kan natuurlijk geen kwaad, iets wat zij in hun tijd ook beseften.

Humor kun je niet uitleggen. Iemand vind iets grappig of doet dat niet. Ik ben echter wel van mening dat sommige dingen intrinsiek grappig zijn, als een soort universele, humor-esthetische waarheid (denk hierbij aan Louis CK, dronken dieren, de film Airplane), en dat het door iemand niet als grappig ervaren van die waarheid vooral iets zegt over de persoon in kwestie. Kan iemand Van Goghs Sterrennacht niet mooi vinden omdat het niet mooi IS, of omdat diegene de onomstotelijke schoonheid ervan niet voelt door een gebrekkig functionerend limbisch systeem? Om het citaat van mijn sinds zonet favoriete Duitser er nog eens bij te halen (dit keer in het Nederlands, je weet immers maar nooit): ‘Humor is een eigenschap van het hart, zoals liefde. Er zijn mensen die niet lief kunnen hebben; waarschijnlijk zijn het dezelfde die geen humor hebben.’

Toen ik van de week op de bank naar het plafond lag te staren omdat ik vakantie heb en luiheid één van mijn voornaamste eigenschappen is, deed ik zelf een poging te bedenken wat humor is, of beter gezegd: wat humor voor míj is. Ik moest toen al snel aan liefde denken. Zelfs de meest doorgezomerde optimist moet toegeven dat het leven niet zelden de neiging heeft om je uit te wringen als een spons waar zojuist de plee mee is schoongemaakt. Soms ben je net een baal hooi: eerst gemaaid, daarna geperst, vervolgens gespietst door een hooivork, op een hooikar geflikkerd waar je in de hooischuur weer af wordt geschopt om tenslotte, als de hoop dor gras die je bent, te wachten op je laatste bestemming: de koe. Eerst haar slijmerige, grazende muil, dan een reeks pensen en als je een beetje extra pech hebt haar anus, waaruit je als onverteerde feces wordt verbannen naar dezelfde weide als waar je vandaan kwam.

Maar ik dwaal af. Het punt is dat het leven deze neigingen heeft en dat niemand daaraan ontkomt. Wat zijn dan de jofele dingen die een mens de kracht geven om al deze verschrikkingen te weer/doorstaan? Het populairste antwoord op deze vraag zal ongetwijfeld ‘liefde’ zijn. Het tweede (en hier komt Mel Brooks om de hoek kijken) is humor, als wapen tegen de onvoorspelbare grillen van het universum. Als je niet in staat bent dagelijks(e) ergernissen (‘Deze rij schiet niet op!’ of: ‘Waarom is m’n telefoon zo traag!’), pijn (‘Au, m’n knie! Verdomme, m’n knie!’), leed (‘Mijn vader heeft me nooit geaaid’, of: ‘Mijn vader heeft me teveel geaaid.’) en verdriet (‘Arjen Robben… Arjen Robben!’) zo nu en dan met een lach te begroeten, wordt het leven een lange, vermoeiende kamelenrit door een droge woestijn.

Nu we het toch over de woestijn en kamelen hebben, hier een citaat van de Belgische pater en schrijver Phil Bosmans: ‘Humor en geduld zijn de kamelen waarmee je door alle woestijnen kunt gaan.’ Hij heeft het dus ook over geduld. Ik vermoed dat niet velen die in hun ‘Zin-des-Levens’-top drie hebben staan, maar als de mensheid zich met dit tempo blijft voortplanten, is het er wel één om in de toekomst rekening mee te houden.

Concluderend, de valkuil van het beantwoorden van de vraag des Humors ontwijkend, hier ter afsluiting een eigen, naar poëzie neigende uiting:

‘Met de mantel der liefde om mijn schouders en de paraplu van humor boven mijn hoofd wandel ik door de stormen des levens. Verwarmd, beschut, vrezend voor de liefde- en humorlozen, die vreugdeloos verkleumen in de wind.’