Dit, maar ook dat

Omdat de traditionele (nieuws)media tegenwoordig vaak hopeloos achterlopen op de actualiteit – zeker wanneer die actualiteit zich supersnel ontwikkelt, zoals nu – haal ik mijn informatie uit social media. Daar is een (oneindige) veelheid aan bronnen die de zaak vanuit meerdere hoeken belichten, oneindige hoeken, wat op zijn beurt ook weer problemen met zich meebrengt.
 
Opgejut door de megasnel morfende actualiteit heb ik behoefte aan duiding, houvast. Ik wil het weten, alles, zodat ik op basis van alle voorhanden zijnde kennis een mening kan formuleren. Maar wat ik merk, is dat de mensen op sociale media actuele en niet-actuele zaken wel vanuit meerdere hoeken belichten, maar dat vaak helemaal niet genuanceerd doen. Als het dan om een onderwerp gaat waar ik nog (te) weinig van weet, kan het zomaar gebeuren dat ik me door een post laat beïnvloeden en naar een uiterste van het meningenspectrum geslingerd wordt. Maar ik scroll verder en lees dan iets anders wat me heel erg aanspreekt, iets wat misschien wel haaks staat op wat ik daarvoor nog las en waarmee ik het zo eens was. Zo slinger ik de andere kant op, en later weer terug, enzovoort.
 
Na het lezen van al die uit de context gescheurde meningen, vaak vergezeld van schokkende filmpjes of grafieken, blijft de pendulum ergens in het midden hangen, waar ik ongeveer begon, met als voornaamste verschil dat ik uitgeput ben, zuchtend onder een hoofd zwaar van contrasterende gedachten.
 
Over de anti-racisme demonstratie, en dan met name het handelen van Femke Halsema, verschenen de volgende dag veel meningen, zowel in kranten als online. Veel mensen, die vermoedelijk sowieso geen fan zijn van Femke, vonden dat ze weg moest. Anderen prezen de moedige burgemeester. Sommigen vonden het onverantwoordelijk van al die mensen op De Dam, anderen staken verbaal de vuist omhoog voor de getoonde solidariteit. Voor beide stellingen over beide onderwerpen bestonden goede argumenten, vaak overtuigend verwoord. Maar het leek wel of de middenweg – vinden dat de reden van demonstreren juist was, maar de manier waarop onverantwoordelijk – niet kon of mocht worden bewandeld.
 
Tijdens het lezen van alle extreme stellingnames, voor of tegen Femke en de demonstratie, begon ik me bijna schuldig te voelen over mijn eigen mening: ‘Goede demonstratie, onhandig uitgevoerd.’ Alsof wat ik vond niet sterk genoeg was. ‘Ja dit, maar ook dat’ is geen optie. Je moet kiezen, anders heb je geen ruggengraat. Misschien heb ik die ook niet, want ik twijfel heel vaak aan heel veel dingen. In de belichting van verschillende kanten zie ik de goede kanten van de belichte kant, omdat die op dat moment zo helder is. Dan denk ik misschien negatief over de onbelichte kant, en al het onzichtbare wat zich daar bevindt. Maar zet het spotje op een andere plek en alles is anders. Voor wordt tegen, ja wordt nee, en de kluwen aan opinies steeds minder goed te ontwarren. Misschien kan ik het spotje beter helemaal uitdoen.

Volgen

Kutinstagram. Kutmensen die je gewoon kent, die je dan volgt en die je niet terugvolgen. Je kent me toch? Je weet wie ik ben! Wat is dit voor passief-agressieve manier om te laten merken dat je me eigenlijk niet boeiend vindt? Wél mij toestemming geven om je te volgen; wél mij toelaten tot de wondere wereld van jouw fotograferende en gefotografeerde zijn; wél bevestigen dat wij elkaar kennen, maar tegelijkertijd duidelijk maken dat het voor jou niet zo nodig hoeft, toegang tot míjn wondere fotowereld.

Je weet niet wat je mist. Ik zie supervaak hele grappige of mooie dingen en dan maak ik daar supermooie foto’s van. Goed gekadreerd enzo. Heel vaak gebruik ik niet eens een filter, omdat de hoek en de lichtval en de compositie van zichzelf al zo goed zijn, dat elke filtering afbreuk doet aan de esthetiek van het beeld.

Weet jij eigenlijk wel wat kadrering is? Nee, het zijn niet die stomme lijstjes die je eromheen kunt plakken in je fotoapp. Het is ook niet de hypnotiserende werking van de muziek van een onlangs opgeheven Vlaamse meidengroep voor kinderen. En ook niet iets met boten.

Maar het is al goed. Wees maar zo. Kennelijk is dat ding dat je in het echte leven doet, dat vriendelijk lachen en handjes schudden en vragen hoe het gaat, niets meer dan hypocriete bullshit. Kennelijk interesseert het je geen reet en ben je supernep. Kennelijk is jouw digitale sociale leven een soort egotrippend, psychologisch schaakspel waarin het je geen zak uitmaakt of de bevestiging die jij zo hard nodig hebt ten koste gaat van andermans gevoelens. Kennelijk durf je dat soort wraakzuchtige spelletjes wel online en niet in het echt. Wraak… Waarvoor dan in godsnaam? Wat heb ik je ooit aangedaan? Niks toch? Mooie fotootjes maken, dat is alles.

(…)

Waarom volg je me nou niet gewoon? Zo’n moeite is dat toch niet? Je ziet dat deridderremco volgt je nu en het enige wat je hoeft te doen is op dat vakje met dat plusje en dat poppetje klikken en dan hupsakee is het klaar. Dan volgen we elkaar. Dat is toch fijn? Dat is toch gezellig? Laat me niet die hond zijn die achter zijn eigen staart aanrent. Ik wil de hond zijn die achter jou aan rent en die door jouw metaforische hond achterna gerend wordt gezeten. Ik wil dat we achter elkaar aanrennen, blaffend, kwispelend. Snap je dat? Ik wil met je door een veld stuiven, de lentebloesem onder onze pootjes aan flarden trappen, terwijl de laaghangende zon onze kwijlende muilen beschildert met een roodroze gloed van gelukzaligheid.

Ik wil dat we elkaar volgen, in rondjes, tot in de eeuwigheid. Totdat alle bloemen zijn verwelkt en alle rotsen tot zand zijn vermalen. Totdat de taal en het licht zijn opgegaan in nevelen van abstractie. Ik wil dat mijn vakje groen kleurt, tot lang na onze dood, zodat we voor altijd volgen. Eindeloos volgen, zonder bestemming. Ik wil volgen tot voorbij de limiet van het bestaan.

Maar kennelijk sta ik alleen in dat verlangen.