Bezigheidstherapie

Nederlanders zijn het depressiefste volk van Europa. BAM. Die hakt erin. Door de wereldwijde bevolkingsgroei en vergrijzing van de afgelopen 20 jaar is het aantal mensen dat een leeftijd heeft waarop depressie het meest voorkomt, toegenomen. Kennelijk is dat dus met name op latere leeftijd. Psychiater Jan Swinkels probeert, door te stellen dat we van nature een somber volk zijn, de uitkomst van de door de Universiteit van Queensland uitgevoerde Global Burden Disease 2010 studie enigszins te relativeren.

Nou Jan Swinkels, mislukt! Toegegeven, ik ben iemand die meestal meer bomen ziet dan bos, wiens glas eerder half leeg en vies en gebarsten is dan vol en die zelden on the bright side of life lookt omdat deze wordt overschaduwd door non-stop gepeins en overwegingen, maar op een dag als deze, waarop de zonloze hemel apocalyptische trekjes á la The Matrix vertoont, komt een dergelijk bericht hard aan. De vraag die hieruit volgt is dan ook of we nu echt zo depressief zijn, of dat de uitkomst van dergelijke onderzoeken ons dat maakt.

Natuurlijk zijn zulke onderzoeken gebaseerd op gemeten medische en sociologische data, maar net als bij het geluksrapport van twee maanden geleden, staan er bij alle analyses voetnoten en bijschriften waarmee de wetenschappers zich kwijten van enige verantwoordelijkheid voor hun bevindingen, die uiteraard wel het resultaat zijn van gedegen wetenschappelijk onderzoek, maar allemaal met een eetlepel zout geïnterpreteerd dienen te worden.

Wacht eens even… Bleek uit het hierboven genoemde World Happiness Report niet dat Nederlanders het op drie na gelukkigste volk ter wereld zijn? Moment, ik lees het even terug.

Verdomd! Ik heb er zelfs nog een artikel aan gewijd: ‘Nederlanders zijn het op drie na gelukkigste volk ter wereld’. Het staat er echt! Hoe nu verder? Ben ik nou gelukkig, correctie: het op drie na gelukkigst van de wereld, of het op nul na depressiefst van Europa? Ik ben nu vooral in de war.

Het geluksrapport trapte hoofdzakelijk open deuren in en kon als volgt samengevat worden: wie blij is, is blij, wie dat niet is, is dat niet. Bedient het depressierapport zich van dezelfde zonneklare logica, of is daar sprake van een diepere onderzoekslaag die ik in mijn initiële misère over het hoofd heb gezien? Feit: in 2010 werd 10% van de levensjaren die wereldwijd in ziekte werden doorgebracht toegeschreven aan depressie. In Nederland is dat 16%. Feit: per 100.000 levensjaren brengen wij er 1850 depressief door. Dat is het hoogste van Europa. Ik lees verder, maar vind nergens iets over de oorzaken van onze collectieve depressie. Niks over het weer, de economie, ons toenemende lichaamsvet of de staat van het Nederlandse clubvoetbal… NIETS. Wel wordt er, zoals het een sociaal-emotioneel generaliserende studie betaamt, nog wat meer relativering in de onderzoeksresultaten aangebracht, zodat de mensheid er vooral geen enkele conclusie aan zal verbinden. Door een ‘onzekerheidsmarge’ is het namelijk niet zeker ‘dat de hoog en laag scorende landen significant afwijken van het wereldgemiddelde’, aldus onderzoeksleidster Alize Ferrari.

O…

In 2010 en 2011 zijn er (natuurlijk) vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd. Daaruit bleek dat Finland het op één na ‘beste’ land was om in te wonen en dat Finnen het op één na gelukkigst waren (na de Denen) en dat terwijl het daar bijna altijd donker en ijskoud is! Verder bleek dat de hoge dosis geluk van een land vaak gepaard gaat met een andere opmerkelijke statistiek: een hoog zelfmoordpercentage. Dit wordt door wetenschappers toegeschreven aan de situatie in een land met overwegend gelukkige mensen, die de ongelukkige mensen zich extra ongelukkig doen voelen, omdat die voortdurend geconfronteerd worden met geluk waarbij hun ongeluk schril afsteekt. Zo kan het gebeuren dat het zonnige Hawaii, de op één na gelukkigste staat van de VS, het op vier na hoogste zelfmoordpercentage heeft, terwijl wisselvallig New York, die plek 45 inneemt in de geluks-Top 50, het laagste aantal zelfmoorden kent van het hele land.

Op de vraag van de BBC aan Laura Stoll, onderzoeker bij NEF’s Centre for Well-being, waarom dit zo is, antwoordt ze: ‘The truth is we really don’t know’. Hèhè, eindelijk een beetje truth.

Met andere woorden, ergo, vis á vis: er is een goede mogelijkheid dat dit en alle vergelijkbare studies niet zoveel zeggen. Men weet namelijk, zelfs na jaren onderzoek, toch niet echt waarom mensen zich voelen zoals ze doen, omdat gevoel uiteindelijk nooit helemaal te rationaliseren is. Daar dit op zich al een rationalisering is van iets wat ik denk te voelen, raadt ik u aan deze claim vooral te relativeren.

Moeten we in de toekomst maar stoppen met dit soort onderzoeken? Ach, ik lees weleens dat er tegenwoordig veel te veel mensen studeren, dus misschien moeten we ze maar beschouwen als bezigheidstherapie voor al die overbodige alumni.

Lang leve de blije aap

Nederlanders zijn het op drie na gelukkigste volk ter wereld, aldus een artikel maandag op deze website. OP DRIE NA. Wat ik daarvan vind, weet ik nu nog niet, maar ik heb het voor de zekerheid vast in caps lock gezet. Alleen de Denen, Noren en Zwitsers zijn nóg gelukkiger. De top tien wordt gecompleteerd door Zweden, Canada, Finland, Oostenrijk, IJsland en Australië.

Bij het samenstellen van de lijst is gekeken naar verschillende factoren, zoals het aantal jaren (gezonde) levensverwachting, het BNP, sociale contacten (in moeilijke tijden), corruptie en keuzevrijheid. Ook is gekeken naar kleinere zaken, zoals de kans op het vinden van werk nadat je bent ontslagen of risicomijdend gedrag zoals het dragen van een gordel in de auto. De bevindingen in dit door drie gerenommeerde wetenschappers uitgevoerde onderzoek zijn nogal baanbrekend en hartverzakkend. Zit u? Daar gaan we.

Zo lijkt er een statistisch verband te bestaan tussen de kans op het vinden van een nieuwe baan na een ontslag en een gevoel van ‘individual happiness’. Anders gezegd: werklozen die binnen afzienbare tijd een nieuwe baan vinden zijn gelukkiger dan mensen die binnen onafzienbare (of buiten afzienbare, zoals u wilt) tijd een nieuwe baan vinden. Ergens anders in het rapport wordt een onderzoek aangehaald van ene Harter (en zijn collega’s) uitgevoerd onder 2178 ‘work units’ van tien grote bedrijven waaruit blijkt dat het hebben van gemotiveerd, betrokken personeel tot meer productiviteit en winst leidt. Blijkbaar werkt iemand die zijn werk leuk vindt niet alleen harder, klanten vinden het ook leuker om zaken te doen met een vrolijke Harry dan met een korzelige azijnpisser!

Wellicht heeft u een momentje nodig om dit alles op u in te laten werken. Ik zit ondertussen in lotushouding met een pot Sint-Janskruid achter m’n kiezen mijn ademhaling tellend naar een helderblauwe muur te staren. 1, 2, 3, 4, 5…

Nu we deze geruchtmakende voortbrengsels een plek in ons collectieve bewustzijn hebben kunnen geven, is er misschien ruimte voor nog wat conclusies uit het 156 pagina’s tellende rapport, steeds gevolgd door een door mijzelf bedachte Nederlandse vertaling/synopsis.

‘Happiness and unhappiness have been directly associated with physiological processes underlying health and disease.’
– Er is een verband tussen geluk en gezondheid.

‘(…) Healthier people may be happier because of their good health, and not the other way around. While this may be true for some reported findings, scientific studies also show support for a link going from happiness to health.’
– Gezonder = gelukkiger en niet andersom. Hoewel het soms ook andersom is.

‘Happier people enjoy the company of others, and find that interacting with people is more rewarding compared to less happy individuals. Others in turn enjoy interacting with happy individuals.’
– Blije mensen gaan het liefst om met andere blije mensen. Niet blije mensen met niemand.

‘Primate studies also point to happiness affecting longevity. Weiss et al. (2011) found that orangutans who were rated as happier by their caretakers lived longer.
– Lang leve de blije aap.

Er is mij ooit verteld dat je na het opvoeren van een apenargument het beste je biezen kunt pakken, dus dat zal ik dan maar doen. Deducerend kunnen we stellen dat wanneer iets goed, leuk en positief is, het beter, leuker en positiever is dan wanneer iets slecht, vervelend en negatief is. Met andere woorden: leuk is leuker dan stom, goed is beter dan slecht en gezond is gezonder dan ziek. Het handige van deze slotsom is dat je hem overal op kunt toepassen. Als je zin hebt om iets te doen, doe je het beter. Als je geen zin hebt om iets te doen en je rookt en je bent geen gelukkige aap en je draagt geen gordel in de auto omdat je gevoelsmatig toch niets te verliezen hebt, maak je meer kans om gewond te raken, iets wat je toch al miserabele gevoel alleen maar versterkt, waardoor de neiging naar risicovol gedrag alleen maar toeneemt, waardoor… enz.

In de lijst zijn 156 landen opgenomen. Dat betekent dat er 152 landen zijn waarin de mensen zich ongelukkiger voelen dan wij. Ik krijg er tranen van in mijn ogen.

Bekijk het artikel op Volkskrant.nl