Vraag: hoe is het mogelijk dat een megalomane, bij vlagen seniel aandoende man de baas is van de machtigste sportbond op aarde? Sterker nog, hoe kan het dat deze voetbaldespoot zich steeds opnieuw verkiesbaar stelt, na alle emmers stront die er over hem uitgestort zijn? Is dat niet, bij gebrek aan een beter woord, raar?
Er is inmiddels al vaak beargumenteerd dat Sepp Blatter de dictator is binnen een besturingssysteem met fascistische trekjes, maar toch blijft zijn imperium – want zo beschouwt hij het – intact. Iedereen ziet en weet dat de FIFA een bolwerk van tirannie en corruptie is en niemand doet er iets aan.
Niet dat ik zelf zo’n held ben hoor. Het in de koelkast parkeren van mijn schrijf- en doceeraspiraties om me via de onderste treden van de KNVB op te werken tot een machtspositie binnen de FIFA van waaruit ik hem een hak kan zetten vind ik nogal een onderneming. Bovendien zijn de verhoudingen binnen die organisatie zo geconstrueerd dat een dergelijke machtspositie alleen te verkrijgen is met zijn steun. Daarom heeft hij nooit tegenstanders in een verkiezing. Zo verloor Johansson, jarenlang de baas van de UEFA, kansloos van Blatter en trok Bin Hammam zich nog voor de verkiezingen terug vanwege aantijgingen van corruptie. Of hij echt corrupt was of dat Blatter het via smoezelige politieke spelletjes zo deed lijken maakt niet uit, de conclusie luidt hetzelfde: de FIFA is rot van binnen.
Vroeger, als klein jongetje, zag ik het nog niet. Toen wilde ik gewoon voetbal kijken en meeleven in de hoop dat we iets zouden winnen, wat helaas nooit gebeurde. Nu ben ik groot en aanschouw ik de wereld in al zijn scheefheid en vind ik het onbegrijpelijk dat een organisatie die zijn wortels heeft in het ‘ontwikkelde Westen’ zich schuldig maakt aan praktijken die gebruikelijk zijn in schijndemocratieën.
Iets wat me werkelijk en volledig de figuurlijke pet te boven gaat, is dat er zowel bij de bouw van stadions voor het WK dat deze zomer wordt gehouden, als bij die van vier jaar geleden in Zuid-Afrika, als ook bij die van het WK over vier jaar in Qatar aan de lopende band arbeiders overlijden. Voor de onveiligheid in de bouw en de hoge werkdruk (alles moet op tijd af) wordt betaald met mensenlevens. ‘Part of the game,’ hoor je Blatter bijna mompelen met Zwitsers accent.
Het doet me denken aan de bouw van de piramides, waarbij duizenden slaven zich letterlijk doodwerkten. Blatter is in deze de farao met goddelijke trekjes, die het proces zelfgenoegzaam gadeslaat.
Maar het gaat natuurlijk niet alleen om hem. De organisatie van het toernooi dat over een maand begint, zit vol van de geldgraaiende bonzen die niets geven om een mooi toernooi of het welzijn van Joâo met de pet, zoals ik de gemiddelde voetballiefhebbende Braziliaan vorig jaar al eens omschreef. Joâo werd beloofd dat het organiseren van het WK het land een enorme opkikker zou geven, maar die belofte bleek zo vals als de Nederlandse songfestival inzending van 1999 (Double Date met Email to Berlin).
De bouw van afgelegen stadions heeft miljarden gekost, betaald door de Brazilianen zelf. Wat er na het WK met de voetbaltempels moet gebeuren is nog onduidelijk, maar ze lijken eenzelfde lot beschoren als die in Zuid-Afrika: leegstand en hoge onderhoudskosten. Tienduizenden favelawoningen zijn op hardhandige wijze ontruimd om plaats te maken voor hotels en winkels, maar van de sociale woningbouw en algehele opknapwerkzaamheden in de gaststeden is niets gerealiseerd. Als klap op de vuurpijl kan Joâo met de pet, inwoner van het mooiste, meest succesvolle voetballand ter wereld, straks niet genieten van de aanleiding voor alle opofferingen, omdat een kaartje voor een wedstrijd onbetaalbaar is.
Ondertussen maken wij ons heel erg druk over ‘het systeem’: Hollandse school of verdedigende zekerheid? Verloochenen we met die laatste optie niet onze identiteit? Met aanvallend voetbal hebben we immers de wereld veroverd! Misschien kunnen we dat nu op een andere manier doen. Bijvoorbeeld door moreel het voortouw te nemen en dat hele toernooi te boycotten. We werken dan niet bij de FIFA, maar macht hebben we wel degelijk; via de afstandsbediening!
Maar natuurlijk gaan we kijken. Ik ook. Ik voel, ondanks onze beperkte kansen, de oranjekoorts langzaam maar zeker stijgen. Het is een koorts die nog immer ongeneesbaar blijkt, hoe schrijnend de situatie in het gastland ook is. We zijn er van op de hoogte, maar maken tegelijkertijd deel uit van de kapitalistische machine die deze absurde situatie in de hand werkt. Wij willen namelijk gewoon voetbal kijken. We werken hard en we hebben het verdiend. Natuurlijk sluiten we onze ogen niet voor de misstanden in de wereld en doen we onze morele plicht (columnpje hier, reportage daar), maar op vrijdagavond 13 juni staan we massaal dronken en oranje te schreeuwen en te juichen, in de hoop dat we niet onder de voet worden gelopen door een elftal Spaanse stieren.