Happy Bluesday

Mijn verjaardag begon gisteren om 4:45u, toen mijn oudste zoon het huis wakker gilde omdat hij bang was. Waarvoor hij bang was kon hij me niet vertellen, maar de angst was groot genoeg om in het grote bed verder te moeten slapen, bij mama. Papa ging in zijn bed slapen, samen met zijn jongere broertje, die in hetzelfde huis woont en dus wakker was geworden van het gegil.

In dat bed sliep ik vervolgens niet, omdat ik niet wilde bewegen, teneinde mijn jongste niet wakker te maken, die weer in slaap was gevallen. Na het ontbijt bedankte hij me voor mijn offer door zijn gehele bil- en heupregio onder te poepen, dwars door de luier heen. Dit was voor- of nadat hij de laarzen van hem en zijn broer, nog gevuld met zand van het spelen in de zandbak de dag ervoor, door het hele huis over de pas gestofzuigde vloer leegde.

Mijn oudste, die zijn moeder in het grote bed nog een tijdje wakker had gehouden met filosofische bespiegelingen over pyjamaheld ‘Catboy’, trakteerde me vervolgens op een zeer realistische reconstructie van het scooterongeluk dat ik als zestienjarige had gehad, en waarover ik hem laatst – wellicht iets te gedetailleerd – had verteld nadat hij vroeg waarom er zo’n gek bot uit mijn pols omhoogsteekt. Vooral de nagespeelde kreet waarmee hij viel – het breken van de pols schijnt een 9 te krijgen op de pijnschaal (1-10) – was overtuigend en bracht levendige herinneringen naar boven.

De lunch was de gebruikelijke kakofonie en chaos van respectievelijk geluid en door de kamer geworpen voedselresten. Het markeerde ook het wisselmoment van de dag, waarop mijn vriendin en ik de rollen van opvoeder en thuiswerker ruilen. Ik kon dus de rest van de middag werken – jeej – en liet niet na nog even aan te stippen hoe slecht het weer wel niet was, en hoe jammer dat we daardoor niet naar buiten konden met de kinderen. En dat door die stomme corona natuurlijk alles nog steeds dicht is en blijft. Ze knikte instemmend.

Later was er een taartmoment. De taart was een cake, want daar hou ik van, met stukjes chocola en slagroom en gehakte hazelnoten en warme nutellasaus en allerlei soorten spikkels. Tijdens dit moment was iedereen blij, maar het duurde niet lang voor de stemming weer omsloeg. Mijn vriendin kreeg van DHL, die de ludieke heliumballon in de vorm van een pizza zou bezorgen, een ‘Niet thuis’-bericht. We vonden het een nogal boude bewering van DHL, zeker in deze tijd, maar DHL flikt dit wel vaker en het is extra wrang dat de naam van deze poepkoeriersdienst gelijk is aan de initialen van mijn vriendin en onze zoontjes, aflopend op leeftijd nog wel. Hoe dan ook, geen pizzaballon voor papa.

Maar wel pizza! Ik mocht immers kiezen wat we ’s avonds zouden eten. De echte pizza verzachtte het gemis van de ballon, maar was niet genoeg voor mijn vriendin om te reïtereren wat een stomme dag het was geweest. Ik was het volledig met haar eens. Blue Monday viel dit jaar op dinsdag. Blue Tuesday. Bluesday. Op mijn verjaardag, zoals wel vaker.

17 april

Afgelopen vrijdag gebeurden er twee mooie dingen die niets met elkaar te maken hadden. Maar omdat ze op dezelfde dag plaatsvonden koppel ik ze toch aan elkaar. Daar is verder niets mis mee, lijkt me.

Beide zaken zag ik overigens wel aankomen. Het eerste was de verjaardag van mijn vader, die al zolang ik leef – en al veel langer (zal niet zeggen hoe lang) – op dezelfde datum plaatsvindt: 17 april. Het eigenaardige aan deze verjaardag was dat hij plaatsvond tijdens de intelligente lockdown. Ik denk dat ze dat goed in de markt hebben gezet. Nu heeft iedereen die eraan meedoet (we doen dit samen!) het gevoel dat hij/zij behoorlijk slim is, maar daar gaat dit stuckje verder niet over. Het gaat over mijn vader, en moeder, die mijn zusje en ik al zes weken niet hadden gezien.

We zaten in de tuin, want het was warm, op afstand maar niet afstandelijk (er zijn mensen die de twee verwarren) en aten taart. Ik nam een stuk slagroomtaart, waar ik mijn moeder mee verraste en die vervolgens werd opgezadeld met de oneetbare moorkop. Die mogen we zo niet meer noemen, maar ik weet de politiek gecorrigeerde naam even niet.

Onze kinderen waren niet mee, want die zijn niet goed te beteugelen. Er was een videocall, mijn ouders’ oudste en meest levensbewuste kleindochter huilde, mijn moeder ook, en de krankzinnige situatie waarin we leven vatte ons plotseling weer in de nek. Alles went, immers. Ook een in slaap gesuste wereld achter gesloten deuren.

’s Avonds herinnerde Het Internet me aan het andere ding wat ik al wist maar door de taart was vergeten: de release van Fiona Apple’s nieuwe album. Voor wie haar niet kent: Apple zingt en speelt piano. Ze debuteerde in 1996 als achttienjarige met ‘Tidal’ en bracht vrijdag na een pauze van acht jaar haar vijfde album uit, ‘Fetch the Bolt Cutters’.

Op het album, waaraan ze vijf jaar lang voornamelijk thuis heeft gewerkt, blijkt dat ze het predicaat zangeres/pianist is ontgroeid. Ze zingt niet alleen, ze gromt, fluistert en hijgt; slaat op pannen, muren en een doosje met de botten van haar gecremeerde hond. De muziek is losgezongen van haar eigen werk, wat al heel vrij en creatief was, en lijkt in een individuele ruimte te bestaan waar wij het mogen bewonderen.

Vooral vroeger strooide ik graag met superlatieven (dit is de grappigste film ooit! De lekkerste pizza sinds Italië!), maar dit is, met enige afstand, het beste album dat ik de afgelopen vijf jaar heb gehoord. Dat komt ook door het moment waarop het verschijnt: tijdens een pandemie en de daaruit volgende globale quarantaine. Een album over innerlijke en externe demonen, gemaakt door een kluizenaar. ‘Fetch the bolt cutters,’ zingt ze op het titelnummer, ‘I’ve been in here too long.’ Is er een zin die het huidige sentiment beter verwoordt?

Mijn vader was overigens blij met het overlevingspakket dat mijn zusje en ik voor hem hadden samengesteld. Geen Fiona Apple, maar wel boeken, bier, knutselwerkjes van zijn kleinkinderen en hele oude kaas.

Kortom, het was een goede dag.
———-
Fetch the Bolt Cutters kun je hier luisteren:

Geen stukje

Wowow ik zie dat ik al ruim twee weken geen stukje heb geschreven. 17 dagen maar liefst. Ik had wel goeie redenen hoor. Druk hè. Zo ontzettend druk. Maar ja, wie niet, tegenwoordig? Het is een wonder dat wie dan ook nog tijd heeft voor welk schrijven of lezen dan ook. Een wonder, zeg ik je. Maar ik ben er weer aan hoor, het schrijven. Kijk maar.

Omdat er de afgelopen weken veel schrijvenswaardigs is gebeurd zal ik hier alineagewijs een overzicht geven van die gebeurtenissen, met daarin meteen mijn mening of gedachtes over de gebeurtenis verwerkt. Dat is wel zo efficiënt (druk!).

Ajax won van Real Madrid. ‘Hala Madrid’ roepen de fans daar, wat zoveel betekent als ‘Kom op!’ met dan Madrid erachter. En ze kwamen op, de Madrilenen, maar daar bleef het bij. Het toneel was van Ajax en zelden heb ik zo’n voetbalvoorstelling gezien. Mijn vriend Rein en ik knepen en beten elkaar non-stop omdat we niet geloofden wat we zagen. De nagel- en tandafdrukken staan nog steeds in mijn arm, als bewijs dat ongeloof kan veranderen in onvergetelijkheid.

Afgelopen zondag werden ze helaas moegestreden afgetroefd door AZ, dat was minder. Meer hoef ik daar niet over te zeggen.

Wel over de aanslag die een dag later in Utrecht plaatsvond, en hoe die op wanstaltige wijze door Baudet en consorten werd gebruikt om de vreemdelingenafkeer (het woord ‘haat’ hou ik nog even achter de hand) aan te wakkeren. Ik voel ‘m niet, het verband tussen het Nederlandse immigratiebeleid en de actie van een ‘verwarde, drugsverslaafde loser’, zoals bekenden de dader typeren. Dat soort gasten loopt overal rond, in elke cultuur en tussen de aanhangers van elke ideologie.

Kritiek op het rechtssysteem snap ik beter. Had dit, gezien de voorgeschiedenis van de man, niet voorzien en daarmee voorkomen kunnen worden? Moeten we strenger gaan straffen in Nederland? De meerderheid vindt vooralsnog van niet. Dan houdt het in een democratie toch een beetje op.

De (drog)redeneringen van de PVV (Wilders) en FvD (Baudet) zijn gestoeld op een achterhaald wereldbeeld. Nederland is niet langer een huis waarvan alleen ‘wij’ de sleutels hebben, als het dat überhaupt ooit is geweest. Grenzen zijn verzinsels, en bovendien onderhevig aan verandering. Letterlijk. Het land waarop die denkbeeldige lijnen liggen verandert continu, zo ook de mensenstromen die over dat land vloeien.

Goed, wat was er verder? O ja, mijn vriendin is vandaag jarig. Maar door alle drukte zijn we er nauwelijks aan toegekomen. Pas toen mijn zoontje gisteravond al sliep bedacht ik dat de slingers in een kast in zijn kamer liggen. Hij had ‘s middags nog wel een halfslachtige tekening van nijlpaarden (gekleurde puntjes en strepen) gestift, en ik had een kaartje beschreven en klaargelegd, maar dat was het.

‘Geen slingers?’ vroeg mijn zoontje vanochtend verwijtend. Vervolgens keek hij naar de tafel. ‘Geen bloemen?’. Toen heb ik slingers opgehangen en bloemen gekocht. ‘Voel je je nu jarig, mama?’ vroeg hij later, in ons opgefleurde huis. Mama zei gelukkig ‘Ja’.