Een prachtige lentedag

Gisteren zat ik met wat vriendjes in het Vondelpark. Het was een prachtige lentedag en het park zat vol mensen die zich wellustig lieten onderdompelen in de weldadig schijnende zon. Het was zo’n dag waarop je voelt dat men ernaar heeft gesmacht. De herfst en winter waren zeker niet streng, maar wel lang en vaak heel donker, zoals het die seizoenen betaamt. De eerste, echt warme dag doet na die langgerekte duisternis de Hollandsche mens massaal naar buiten trekken. In de stad parkeert men de kont dan dikwijls in een park, waar het gras groen is en de bomen in bloei staan. Het gekwaak van een vrolijke meerkoet of enthousiaste eend vervult het ontspruitende lentehart van een gevoel dat zo typerend is voor deze tijd van het jaar: blijdschap. Blijdschap omdat je leefwereld op dat moment wordt veroneindigvoudigd. In de winter is het aantal dingen dat je kunt doen beperkt tot ‘binnen’ en ‘buiten met veel kleren’. In de warme dagen van de lente en zomer kun je overal heen, kun je overal gaan zitten en liggen en eten en vrijen en verkeer je dus regelmatig in een habitat die natuurlijker aanvoelt dan je ’s winters in je verwarmde blokkendoos beseft.

Volledig in strijd met deze bijna poëtische herontdekking van de pracht van buiten is de onachtzaamheid waarmee de bevrijde mens haar behandelt. Het lijkt wel alsof men niet begrijpt dat deze ‘buitenkant’ in principe de plek is waar we ooit vandaan kwamen. Alsof we al zo lang binnen zitten, dat deze ‘natuurlijke’ omgeving ‘onnatuurlijk’ aanvoelt en we haar dus natuurlijker proberen te maken door onze fabricages er op willekeurige plekken neer te gooien en achter te laten, ons territorium afbakenend met hoopjes plastic en glas.

Dit onbegrip moet in dit geval misschien niet geduid worden als een ‘niet begrijpen of beseffen van de aard van de situatie’, maar als een gebrek aan waardering en respect voor de omgeving. Als een minachting voor de natuur en de medemens. Als een compleet ontberen van fatsoen en verstand.

In een filmpje van AT5, waarin de vuilnisravage van een lentedag in beeld werd gebracht, was te zien en horen hoe een groepje jongeren klaagde over de ‘te volle vuilnisbakken’. Hoe ze het dus niet weg ‘konden’ gooien. Hoe het de schuld van de gemeente is, die nalaat preventieve maatregelen te nemen, omdat van de mens kennelijk niet verwacht kan worden dat deze verantwoordelijkheid neemt voor eigen handelen.

Toen mijn vriendjes en ik het koud kregen, stopte ik alle lege flesjes en dopjes en verpakkingen in een tas en gooide ik die in een halflege container. Schuimbekkend fietste ik vervolgens door het park, scheldend en vloekend op het gewetenloze tuig dat in een halve middag het park had omgevormd tot een vuilnisbelt. Het was een fietsrit die schrijnend zichtbaar maakte hoe de mensheid het collectief laat afweten. Dit was juist niet alleen ‘tuig’ of ‘provincialen’, zoals iemand de vervuilers in een reactie onder het AT5-filmpje omschreef, maar ‘iedereen’. Zelfs ik, die mijn troep netjes had opgeruimd, voelde me schuldig. Medeplichtig aan de verwoesting van een plek die ons de gelegenheid had geboden zo te genieten van het ontluikende leven waar de lente patent op heeft.

Eerst wilde ik eigenhandig alle vervuilers in elkaar beuken, maar het waren er zoveel dat ik vuisten tekortkwam. Toen wilde ik al het vuilnis eigenhandig gaan opruimen, maar het was zoveel dat ik handen tekortkwam. Doorfietsend maakte de agressie plaats voor een soort droefheid. Het gevoel van eerder die dag, opgewekt door de zonneschijn, dat gevoel van nieuwe dingen en nieuwe mogelijkheden dat de lente met zich meebrengt, was vervangen door cynisme en wanhoop over de staat van onze soort. Wat de schemeravond van woensdag 15 april 2015 in het Vondelpark liet zien was niet een afgezonderd incident of een eenmalige uitspatting van nalatigheid, maar illustratief voor een geërodeerd moreel besef, een destructief proces dat in alle lagen van de bevolking plaatsvindt en onomkeerbaar lijkt.

Misschien vinden sommigen dat ik overdrijf, maar die waren er dan niet bij gisteren, op die prachtige lentedag in het Vondelpark.

Auteur: RdR

Remco de Ridder (Den Haag, 1983) is een Nederlandse freelance journalist, copywriter, podcastmaker en schrijver. De Ridder studeerde Film Studies aan de Universiteit van Amsterdam en screenwriting aan de New York Film Academy. De Ridder werkt sindsdien als freelance copywriter en journalist. Hij schreef een aantal opiniestukken over de ramp met MH17, die werden gepubliceerd in de Volkskrant en Het Parool. In die kranten schrijft hij regelmatig ook over andere onderwerpen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.