Die keer dat ik Louis niet ontmoette

Het is een uur of 17:00. Samen met de CEO van crowdfundingplatform Live on Demand en mijn zwangere vriendin sta ik aan het begin (of uiteinde) van een straat in New York in de hoop een vadsige, kale, rossige ringbaard dragende komiek te zien die geboren is als Louis Szekely. Die Hongaars-Joodse achternaam heeft hij fonetisch veranderd in ‘C.K.’, een vroege carrièremove die hem geen windeieren heeft gelegd. Het maakt hem cooler, mysterieuzer en van de naam een begrip.

Louis C.K. brak een jaar of tien geleden door met de stand-up comedy special Shameless, waarin hij op de titel respecterende wijze zijn omgeving, familie en zichzelf aan het spit reeg. In de show komt iedereen voorbij; zijn vrouw, die hem in badjas en gefronst ‘the saddest handjob that ever happened in America’ geeft. Zijn kinderen, waarvan het ‘fucking stupid’ is om er ooit aan te beginnen en alle andere mensen in zijn wereld, die langzaam maar zeker wordt overgenomen door een ‘spoiled’ generatie idioten.

Om deze grove azijnpisser in Amsterdam te zien zijn mijn vriendin en ik een crowdfundingcampagne gestart die compleet uit de hand is gelopen. We hadden twee maanden de tijd om 100 golden tickets te verkopen aan plaatselijke die-hard-fans, zodat Live on Demand zijn netwerk in zou schakelen om de man te boeken. Die 100 kaarten waren binnen 48 uur verkocht en maakte het de snelst verkopende campagne tot dan toe op het platform. Spoel een half jaar vooruit en we staan met knikkende knieën voor zijn deur.


We hebben zojuist aangebeld. Het is de derde keer dat we dat vandaag doen. Vanochtend stonden we verregend op Grand Central station. In een laatste wanhoopspoging tot contact besloten we de VAN MOOF-fiets die we hem bij wijze van lekkermakend cadeau aan willen bieden naar hem of zijn kantoor te Fedexen. Bij zijn huisadres kregen we geen gehoor. Bij zijn kantoor, Pig Newton Productions, wel. Daar werden we een dag eerder door de portier naar de vrachtlift achter het gebouw gestuurd. We kregen een toegangspasje en stonden gedrieën plus fiets in de lift. ‘I’ll take your picture,’ zei de olijke vrachtpiccolo toen we onszelf nerveus op de foto probeerden te krijgen. ‘Is dit dan het moment? Gaan we hem nu zien?’ Nee dus. Zijn kantoor werd bevolkt door mensen die zich afvroegen hoe we het adres hadden gevonden. ‘Research,’ riep ik onhandig. Ze vonden de actie sympathiek en zouden hem ervan op de hoogte stellen. Een dag later werd er door zijn kantoor niet meer op ons gereageerd en bleek ‘zijn’ woonadres dat van zijn ex. We stonden dus met lege handen, los van die fonkelnieuwe design-fiets.

Louis’ heeft wel Wifi

Op het moment dat we probeerden te bedenken hoe je een fiets inpakt, kwam er een sjofele man op ons af.

‘Nice bike.’

‘Thank you.’

‘I like to ride bikes myself.’

‘This is actually a present for Louis C.K.’

‘Well, good luck finding him.’

Terwijl de man wegliep vroeg ik met de moed der wanhoop of hij misschien wist waar hij woont.

‘No, but you can check his registration card at the Board of Elections. If he votes, he’s in there.’

‘How do you know this?’

‘I used to be a journalist.’

Toeval of lot?

Niet veel later hadden we een adres. Het goede. En nu horen we voetstappen. De deur wordt geopend door een donkere vrouw die zijn housekeeper blijkt te zijn. Is Louis thuis? Nee. Wanneer wel? Misschien vanavond. En anders morgenochtend vroeg. Wacht, ze belt hem wel even. Met wijd opengesperde ogen en oren proberen we het gesprek te volgen. Ondertussen bekijk ik zijn hal, waar we nu onbelemmerd zicht op hebben. Wat schoenen onder een kapstok. Een losse sweater op een traptrede. Een huiselijke sfeer met sporen van kinderen. Louis woont hier. Dit is verdomme zijn huis, maar de huishoudster heeft kennelijk nog niet veel gedaan. Ze komt terug.

‘Try tomorrow morning after 9.’

‘OKAY THANK YOU!’ stuiteren we in koor. Een paar minuten later staan we (behalve mijn vriendin) met een fles Brooklyn Lager bij een kantoor van WeWork dat daar toevallig om de hoek zit en we die dagen als uitvalsbasis kunnen gebruiken omdat Live on Demand een kantoor bij ze huurt in Amsterdam. Dit is de ‘nieuwe’ werkvloer. Een globaal netwerk van opgepimpte panden waarin je met een pasje naar behoefte werkplekken kunt huren. Het is ook nog eens Taco Tuesday dus we vallen met onze neus in de guacamole. Morgenochtend gaan we Louis C.K. zien, een van onze schaarse helden.

Dat hij van meer mensen een held is, bleek in de weken nadat we de campagne waren gestart. Het Parool pikte onze actie op en kondigde aan dat ‘Fans’ hem ‘naar Carré’ probeerden te halen. Een paar weken daarna belde De Wereld Draait Door. De hele redactie bleek idolaat van hem en al tijden naar een aanleiding te zoeken om een item over hem te maken. Maar ze konden niet zomaar een kwartier fragmenten van hem laten zien. Dat mochten wij, zijn beste fans, doen.

We zijn op tv, iedereen lacht

We legden Matthijs uit hoe we op het idee waren gekomen. Hoe Live on Demand werkt en lachten met zijn allen hartelijk om Louis’ grappen die we al 30 keer hebben gehoord en gezien. Maar dat gaf niet, want een groot deel van Nederland kende ze niet en wilde hem plotseling kennelijk ook zien; na de uitzending schoot de kaartverkoop omhoog. Op een gegeven moment waren er ruim 1500 mensen die circa 80 euro hadden geïnvesteerd in de mogelijkheid van een optreden. 80 euro ‘voor hoop’ sprak ik in de uitzending, tot groot vermaak van Matthijs. Wat we toen niet vermeldden, omdat het ons nauwelijks zorgen baarde, was dat we nog geen respons van Louis’ management, APA in New York, hadden ontvangen. ‘Zoiets duurt gewoon lang,’ vertelden we onszelf en anderen. ‘Hij is druk, zij zijn druk. Het is New York, iedereen is druk.’ Maar in de weken na de uitzending, toen de euforie enigszins was gezakt, bleef een antwoord uit. Hoeveel telefoontjes en e-mails er vanuit LoD precies zijn verstuurd weet ik niet. Wel weet ik dat ik zelf een mail naar Mike Berkowitz, zijn agent, heb gestuurd en een keer heb gereageerd op Louis’ altijd zeer persoonlijke nieuwsbrief. Correctie, twee keer. Eén keer nuchter en één keer dronken, toen de frustratie over hun/zijn zwijgen de overhand kreeg. Die mail was niet zo lief, las ik later, maar dat is hij ook niet. Hij is in zijn shows regelmatig een klootzak, wat hij kennelijk niet helemaal veinst.

De dronken mail

VOORDAT door ‘de showbizz’ gepokt en gemazelde betweters mij/ons nu voor naïef uitmaken: dat zijn we niet, dat ben je zelf, want het is makkelijk om dat te denken. Het bedrag dat Live on Demand in het voorstel op tafel legde, was ‘serieus’ te noemen (zie mail) en van een omvang die hij volgens een betrouwbare bron nooit krijgt. Deze betrouwbare bron wist ons in New York te melden dat Berkowitz een ‘asshole’ is. ‘He is succesful, but I don’t like the way he does business. Nobody does.’ Deze betrouwbare bron wist als agent van het grootste creatieve agency van de VS waar hij over sprak. Precies daarom waren we naar New York gekomen: we vermoedden dat ons initiatief Louis zelf nog niet had bereikt. Louis, die zelf een disruptor is door volledig creatief zeggenschap te eisen over zijn series ‘Louie’ en ‘Horace and Pete’ en steevast budget- en salarisverhogingen weigert als dat betekent dat de studio meer inspraak krijgt. Louis, die de ‘middle man’ eruit snijdt door zijn drama- en stand-up-shows voor een prikkie via zijn eigen website aan te bieden, in plaats van dure dvd’s te verkopen via Amazon. Om al deze redenen dachten wij (en andere, in onze ogen ook niet naïeve en/of domme mensen) dat Louis perfect zou zijn voor deze actie en waren we nu in New York. Om zíjn middle man te omzeilen en hem aan te spreken op zijn affiniteit voor oprecht, oorspronkelijk en ontwrichtend creatief ondernemerschap.

Terwijl we ons biertje drinken en ik de smaakpapillen verschroeiende groene saus van mijn lippen probeer te vegen stuiteren we intern nog steeds. We gaan hem morgen zien. Al onze moeite van het afgelopen half jaar zal lonen. Wat Rob Wijnberg en Stefan Pop over een paar maanden zullen zeggen in een radioprogramma, dat dit initiatief kansloos was omdat Louis ‘te groot’ is en er dan elke week mensen met fietsen voor zijn deur staan, geloven we niet. Dit concept is namelijk nieuw en ja, Louis C.K. is groot, maar groot binnen een niche. Er is een selectieve groep mensen die alles van hem kent, en een veel grotere groep mensen die nog nooit van hem heeft gehoord. Louis is geen Jerry Seinfeld of Chris Rock of (vergeef me, maar de cijfers liegen niet) Kevin Hart. Louis is niet commercieel, denken we, maar zit kennelijk wel gebonden aan contracten, zoals we later bij terugkomst in Nederland merken wanneer Mojo bekendmaakt dat Louis naar Nederland komt in september. APA New York doet kennelijk alles via Live Nation en zij zijn de baas van Mojo. Had niemand dat even kunnen zeggen?

Als een half jaar geleden bekend was gemaakt dat Louis naar de Ziggo zou komen had ik gedacht ‘Yes! Hij komt!’ en ‘wel jammer, Ziggo Dome, maar ik ga sowieso’ en dan was ik sowieso gegaan en dan was het fantastisch geweest. Ons beeld was ‘Carré, twee of drie avonden uitverkocht (wat bij de Ziggo nog maar moet blijken) en onsterfelijkheid voor zowel hem als ons. Dat tweede had niet eens gehoeven en ook hij wil vast wel een keer dood, maar het klopte. Het paste. Het was een ideaal en vooruit, misschien is dat wel naïef.

Live on Demand liep eerder met Ricky Gervais tegen dezelfde muur op. Hetzelfde geldt voor Coldplay. De band wilde graag, maar het management zei ‘Nee’. Waar agencies in andere takken van sport wél oren hebben naar een gecrowdfund event, blijkt de entertainmentindustrie conservatief, log en ontoegankelijk. Wat dat betreft lopen ze vermoedelijk een gelopen race. Uber, Netflix, Airbnb, Kickstarter; mensen hebben het heft al in handen genomen om te zien/horen/consumeren wat ze willen op het moment dat zij dat willen. Waarom zou het bijwonen van evenementen daar een uitzondering op zijn?


Terug naar Louis. Na een half jaar intensief met hem bezig te zijn geweest is hij van zijn voetstuk gevallen. De fiets, die we bij zijn buurman hadden achtergelaten toen Louis weer niet thuis bleek te zijn en er een vrouw opendeed die beweerde dat hij daar helemaal niet woonde, bleek later door hem te zijn opgehaald. Daar rijdt ie nu vermoedelijk lekker niet op, met zijn dikke reet. Of hij het handgeschreven, desperate liefdesbriefje heeft gelezen dat ik trillend van vermoeidheid vlak voor vertrek nog in zijn brievenbus schoof, betwijfel ik. Mocht dit stuk hem wel bereiken, dit stond erin (inclusief spel- en taalfouten):

May 6th,

*^@&(t0# Str., New York City, in the rain

Dear Mr. Szekely,

People say I should think less so I’m just gonna write. I read all of your newsletters, some of which are pretty long, so might as well send you one back.

My girlfriend and me were in New York to tell you about the thousands of fans that have come together in Holland pledging for you to come to Amsterdam to do a or several shows.

For months we tried to reach your agents and offer them a very lucrative proposal, but they haven’t responded.

In short: you’d be coming to a tiny country that appears to admire you a lot. You’d come to Amsterdam, which is a pretty cool city (though I’m not objective), can make up to half a million dollars and are welcome to bring your daughters or whomever and make a vacation out of it.

We wanted to tell you this in person, but alas, it wasn’t to be. We even brought you a beautiful, Dutch design bike and Dutch treats like stroopwafels and Tony’s Chocolonely’s chocolate, probably the tastiest chocolate in the world. Okay, that’s not true, but it’s pretty damn good.

When we were at your door your neighbor came home and he loved what we are doing. He offered to hold on to the bike for you, though I think he might eat the treats. He looked fit, so maybe not. He can do whatever he wants, ’cause he’s helping us out. If he delivers our message to you and you’d come he’ll get all the stroopwafels and chocolate he and his wife want.

I don’t know if that sentence is grammatically correct, but then again: I’m not American. I’m Dutch and exhausted from dragging the bike through this awesome & crazy city. Don’t know if there’s someone else I’d do that for. I’m generally not a courier.

Louis, I’m sorry if all this seems incoherent and obtrusive. We really just wanted to let you know you’re greatly admired in a very small (and rich!) country that actually spawned this city. I’m not saying you owe us, but still. We just want you to know this and to please consider visiting us on your next tour, whenever it fits. I know that you won’t regret it. Even more so, you’d love it. I’d be happy to show you around or leave you alone, whatever you’d like. But not now. Now I won’t leave you alone, because you’re a performer and we are fans and we have a right to show you our love.

Whatever comes out of this, it’s been quite an adventure for us. Hope you know that we’re sincere and that you appreciate what we’re doing, whether you’ll visit us or not.

Much respect, regards and love,

Remco de Ridder,

Amsterdam

Terwijl ik dit overtyp, schieten de tranen me bijna in de ogen. Ja, het is naïef, maar naïef op de manier waarop een klein kind in Sinterklaas gelooft: met hoop, een open blik en goede bedoelingen. Louis bleek vooralsnog niet de eigenzinnige artiest waarvoor we hem hielden. Ook hij, zelfs hij zit vast aan contracten waarmee niet te improviseren valt, hoe goed je als komiek ook bent. In dit scenario ga ik er nog steeds vanuit dat hij zelf wel met ons in zee had willen gaan, maar dat zijn agent dat heeft afgehouden. Die lui dienen natuurlijk sowieso als schild om alle onzinvoorstellen bij hem weg te houden. Tot die categorie behoorde dat van ons, de uitkomst ten spijt, zeker niet.

Dus ja, ik heb een kaartje voor 16 augustus in de Ziggo Dome. We zitten met het starterteam van de campagne op de eerste rij, speciaal voor ons gereserveerd door Mojo (moesten we wel zelf betalen). We zullen zijn zweetplekken wellicht net kunnen zien, maar ruiken? Ho maar. Of ons initiatief heeft bijgedragen aan zijn komst via een andere weg weten we niet, maar vermoeden we wel. De 1500 fans van de crowdfundactie roep ik bij deze op een wit t-shirt te dragen met daarop de afbeelding van een fiets. Het enige wat hij had hoeven zeggen was ‘Nee, maar leuke actie’ of ‘Nee, and now leave me the fuck alone.’ Meer niet. Wellicht dat een massa geüniformeerde fans van het eerste uur hem in een gigantische, duistere, kille hal tot een shout-out kan verleiden.

‘To all you crowdfund-faggots: go suck a bag of dicks!’

Auteur: RdR

Remco de Ridder (Den Haag, 1983) is een Nederlandse freelance journalist, copywriter, podcastmaker en schrijver. De Ridder studeerde Film Studies aan de Universiteit van Amsterdam en screenwriting aan de New York Film Academy. De Ridder werkt sindsdien als freelance copywriter en journalist. Hij schreef een aantal opiniestukken over de ramp met MH17, die werden gepubliceerd in de Volkskrant en Het Parool. In die kranten schrijft hij regelmatig ook over andere onderwerpen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.