Eigengemaakte gehaktballen

Vandaag even een heel ander soort stuckje. Het is niet zozeer een stuckje, als wel een review, van een review. Want ik las deze review, hongerig, en hij bevat een aantal elementen waarvan ik behoorlijk ‘aan’ ging staan. Dat had vermoedelijk ook met de aanhoudende hitte te maken. En met de honger. Had ik al gezegd dat het warm is? Hé, het regent! Oké, daar gaan we.

Het begint al bij het begin, waar dingen vaak beginnen. Local Guide Ron zet ons direct op het verkeerde been door het woord ‘altijd’ in all caps te schrijven, gevolgd door het casual ‘even neem’. Rons stijl- en woordkeuze creëren een krachtig contrast, dat de lezer wakker schudt en zijn/haar aandacht vangt om die niet meer los te laten. Het verwart ook, de combinatie caps/casual, en vertelt ons to fasten our seatbelts, want het wordt een bumpige rit.

Aan het einde van nog dezelfde zin spreekt Ron over een ‘eigengemaakte’ bal, die hij niet eigen (zelf, red.) heeft gemaakt, maar door de uitbater van de snackbar is gemaakt. Een doordenkertje.

Achter de eigengemaakte bal staat ‘mayo’ staat tussen haakjes, alsof het niet belangrijk is, maar door het toch te noemen en uit te lichten (met haakjes) vertelt Ron ons dat de mayo wel degelijk van belang is, om niet te zeggen (superbelangrijk).

De gehaktbal is direct – als in: meteen – en kant en klaar – als in: hij is meteen klaar – te nuttigen tijdens het wachten op de rest van de bestelling. Met andere woorden: je kunt de eigengemaakte (niet door Ron) bal eten terwijl je op je eten wacht, wat een bal ook is (eten). Met andere woorden: Life imitates life. Met andere woorden: Ron is een levenskunstenaar. En een genie, zo zal later blijken, hoewel hij op dit punt nog maar weinig hoeft te bewijzen.

Ron beschouwt zichzelf ‘als een kenner van gehaktballen’. Jezelf als zodanig beschouwen is één ding. Een review schrijven over een gehaktbal en jezelf in die review vervolgens een kenner van gehaktballen noemen, waarmee je de zojuist door jezelf geschreven review van de nodige ‘gravitas’ voorziet, is in de ogen van deze medegehaltbalkenner – om niet te zeggen connaisseur – niets minder dan geniaal.

Concluderend moge het maar weer eens duidelijk zijn dat het internet een goed idee was, evenals de verwekking van Ron.

Na het lezen van de review ben ik overigens linea recta naar de snackbar in kwestie gereden om me tegoed te doen aan de door Ron zo volmondig geprezen bal. Ik moest er best even op wachten, maar dat kwam misschien omdat ik geen ander eten had besteld. De bal was het eten, en op eten zal altijd gewacht worden, zo zal de ongeschreven regel onder snackbaruitbaters zijn.

De bal bleek het wachten, Rons review en dit stuckje wat geen stuckje is bij lange na niet waard. Ron is dan wel een (taalkundig) genie, zijn smaak laat te wensen over.

The Counselor

Eergisteren heb ik The Counselor gezien. Tenminste, ik heb hem eergisteren afgekeken. Op zondagochtend om precies te zijn. Met een fikse kater. Het eerste deel van de film keek ik twee avonden ervoor. Op vrijdagavond dus, toen de kater van de volgende dagen al in de maak was. Goed aangeschoten kwam ik thuis na een etentje. Het was nog niet laat, een uur of 23:30 en ik was kapot. Maar omdat ik vond dat het vrijdagavond was – iets wat volledig in overeenstemming was met de realiteit – en ik bovendien vond dat ik, omdat er een weekend vol vrijheden aan zat te komen, van die vrijdagavond gebruik moest maken, besloot ik nog wat meer bier en zelfs whisky te drinken om dat weekend in volle brakke glorie tegemoet te kunnen treden. Dat dit een slecht idee was, zal menigeen die de film heeft gezien kunnen beamen. Nuchter, uitgerust en in een staat van relatieve mentale stabiliteit is het al een behoorlijke beproeving om de door Cormac McCarthy geschreven en door Ridley Scott geregisseerde film te doorstaan, maar… Enfin, u begrijpt waar ik heen wil.

Voor de mensen die de film nog niet hebben gezien en dat uit masochistische neigingen nog wel van plan zijn, zal ik het plot hier niet teveel verklappen. Laten we het erop houden dat het een stijloefening in geweld en nihilisme is. Een geforceerde poging tot een existentialistische uiteenzetting over wat het is om keuzes te maken en hoe wij door het maken van keuzes nieuwe realiteiten creëren waaruit geen ontsnappen meer mogelijk is. Zoiets probeert het cryptische, overliteraire script van McCarthy ons te vertellen.

Geweld is één van de terugkerende thema’s in het werk van McCarthy, één van de grootste, nog levende, Amerikaanse auteurs. In zijn meesterwerk Blood Meridian uit 1985 voert hij, net als in The Counselor, een naamloos personage op door wiens ogen we de ogenschijnlijk zinloze, bloederige, zowat onmenselijke strooptochten langs de Amerikaans-Mexicaanse grens volgen van een bende onder leiding van Judge Holden. De ‘judge’ is nauwelijks een mens te noemen. Het is een karakter dat losstaat van tijd of menselijke kwetsbaarheid en symboliseert ‘de oorlog’ of meer algemeen het geweld dat inherent is aan de mens.

Waar dat boek een grimmig perspectief bood op het zo vaak geromantiseerde Wilde Westen en ons toont dat de ontstaansgeschiedenis van het huidige Amerika met het nodige bloedvergieten gepaard is gegaan, handelt The Counselor over de moderne, Westerse mens en zijn onstilbare honger naar geld. De film wordt bevolkt door een immorele, gewelddadige, egocentrische verzameling karakters die slechts geleid wordt door hebzucht en daar uiteindelijk de rekening voor betaalt. ‘The judge’ wordt in deze gesymboliseerd door het Mexicaanse drugkartel, wat genadeloos handelt op het moment dat de deal met The Counselor, een succesvol advocaat die zich door zijn cliënt Reiner laat verleiden tot een lucratief uitstapje in het criminele circuit, mislukt. In het restant van de film zien we de meeste karakters op hun onvermijdelijke ondergang afstevenen, daarbij niet zelden hun hoofd verliezend.

Na afloop was ik boos. En, toegegeven, geshockeerd. Boos om het veel te grove geweld, het gebrek aan moraal, het nihilisme, de emotieloosheid, de veel te lange dialogen vol krampachtige filosofische uitweidingen en geforceerd symbolisme. De karikaturen van personages. Hun kapsels. De passiviteit van de hoofdpersoon. De kille regie. Boos omdat er zoveel talent aan een film heeft gewerkt die uiteindelijk de plank volledig misslaat. Het is No Country For Old Men (naar een boek van McCarthy), maar dan zonder de humor en het gevoel voor drama van The Coen Brothers. Die film bevatte nog een moreel centrum (Tommy Lee Jones) waaraan je je als kijker kon vastklampen. En aan het einde van The Road (ook van hem. Wat een baas hè?) vindt het jongetje in ieder geval een gezin waarmee hij verder kan. Hij wordt niet, net nadat zijn vader overlijdt, in stukken gesneden door een passant puur om ons te onderwijzen in de willekeurige wreedheid van het leven. The Counselor heeft geen ziel, geen mededogen en al helemaal geen hoop. Het is fatalistische grimmigheid zonder troost, zonder herkansing.

Maar de film had dus wel effect. Woede; schok; er zijn genoeg regisseurs die films maken met slechts het opwekken van die emoties als doel. Dat zijn over het algemeen makers van horrorfilms, waarin de moraal onbelangrijk is en we simpelweg geacht worden te gillen en broekplassen van angst. Wanneer een film zich probeert te gedragen als een filosofisch manifest, maar verzandt in een orgie van geweld, zoals The Counselor dat doet, kan er gesproken worden van een mislukking.

En toch hè… Toch was ik er behoorlijk van ontdaan. En toen vroeg ik mezelf heel even af of de makers niet juist geslaagd zijn in hun opzet. Dat onze gulzige, gewelddadige, nietsontziende aard zo diep in ons geworteld zit dat deze onherroepelijk deel van ons uitmaakt, of we dat nou leuk vinden of niet. Jaarlijks worden er duizenden mensen afgeslacht in de Mexicaanse drugsoorlog. Dit is gewoon iets wat er gebeurt in die contreien. Is mijn ongenoegen om daar een film over te zien niet gewoon een ontkenning van een realiteit? Een vlucht van de duivelse kant van de mens, die haar eigen hel hier op aarde heeft geschapen en niet in een permanent brandend hiernamaals?

Ik blijf toch bij ‘nee’. Een film over slechte mensen die zich slecht gedragen en daar vervolgens meedogenloos voor worden gestraft leert mij niets. Dat ze zich tussen het bloedvergieten door laven aan pseudofilosofisch geblaat maakt het geheel zelfs een pijnlijke vergissing. Speel open kaart en noem het Saw 18 of 19 of 100 en probeer ons niet te verleiden met de belofte van een sexy, gestileerde, dynamische plus ook nog eens morele thriller. Eenzijdig hoofden afhakken en Cameron Diaz laten klaarkomen op de voorruit van Javier Bardems Ferrari (nu wil iedereen ‘m natuurlijk zien) is geen dynamiek, het is een vorm van sadistische masturbatie.

Goed, dat moest er kennelijk even uit. Om de opwinding wat te laten zakken, heb ik gisteravond Ghostbusters gekeken. Ook bloedstollend, maar wel met een heldere, hoopgevende boodschap:

If there’s something strange
in your neighborhood
Who ya gonna call?
GHOSTBUSTERS