Wim Kok

Diederik Samsom. Ik heb nu minder moeite met die naam dan eerst. Eerst vond ik het heel vervelend dat zijn naam op een –m eindigt. Niet dat een –n beter was geweest. Dan was de associatie met een witte, Vlaamse, tv-hondpop en diens knorrige baasje Gert immers voortdurend en snel gemaakt. Of met Simson, de Filistijnenbeukende Nazireeër met de krachtverlenende haardos. Dus om verwarring te voorkomen is die –m maar goed, hoewel hij me wel irriteert.

Bij Mark Rutte heb ik dat minder. Je zou in zijn geval kunnen pleiten voor een –n, maar die mis ik niet. Er is natuurlijk een Fred Rutten, die dus wel een –n heeft, maar ik weet niet of we daar nou blij van worden. De charismaloze sliscoach heeft nog nooit echt iets gewonnen en dat kun je van onze premier niet zeggen.

Laatst leende Andere Tijden zich voor een documentaire over Wim Kok. Topnaam, niks meer aan doen. Maar vooral die man was goed. Een heuse Vader des Vaderlands. Een man met autoriteit en statuur. Een man die was wie hij was. Geen manipulator, geen poppenspeler of acteur, maar een man. Wim Kok. Hij was integer, oprecht. En dat is precies het gevoel dat ik nu al ruim een decennium mis bij onze politici. Dat iemand echt is en geen marionetten bespeelt.

Met die oude, toegegeven, wat stijve garde (De Koks, Dijkstals en Melkerts) werd in 2002 genadeloos afgerekend. En dat nog wel na jaren van ongekende economische en maatschappelijke voorspoed. Ook internationaal werden we serieus genomen. Kok was regelmatig te gast bij Blair en Clinton – of andersom – en als zij dan over hem spraken deden ze dat met veel respect. Hij had een natuurlijk overwicht en dat hebben de premiers na hem niet gehad. Ik weet nog wel dat Balkenende bij Bush op bezoek kwam. Die zag eruit alsof hij voor het eerst een borst mocht vasthouden, met Jaap de Hoop in zijn oor fluisterend hoe het slotje van de beha los te krijgen.

Rutte komt weleens bij Cameron over de vloer. Dat schijnen geestverwanten te zijn. Bij beiden zou ik niet aankloppen voor vaderlijk advies. Bij Wim Kok wel. Aan Wim Kok had ik met een gerust hart verteld over mijn angsten. Over mijn nemeses op het schoolplein. Over mijn heimwee en verliefdheid. Op zijn schoot, zoals ik dat bij mijn eigen opa nooit deed.

Wim Kok is nostalgie. Ik associeer hem niet met een nephond of een mislukte voetbaltrainer, maar met de suikerspin van de jaren ‘90 waarin ik en mijn generatiegenoten opgroeiden. Een tijd van westerse hegemonie, ongekende voorspoed en gepolijste popmuziek. Enkele aanslagen, moorden en een crisis later bleek het inderdaad een suikerspin te zijn. En suiker is slecht voor je.

De economie herstelt. Volgens Dijsselbloem heeft Nederland zich ontworstelt aan de crisis. Pim en Theo zijn al meer dan tien jaar dood. De Twin Towers figureren nog slechts in tussenstukjes van herhalingen van Friends. Nu hebben we Rutte en Samsom. Samson. Simson. Samsom! Vroeger hadden we Kok. Wim Kok, met zijn weelderige, grijze haardos. Ik mis hem.

Auteur: RdR

Remco de Ridder (Den Haag, 1983) is een Nederlandse freelance journalist, copywriter, podcastmaker en schrijver. De Ridder studeerde Film Studies aan de Universiteit van Amsterdam en screenwriting aan de New York Film Academy. De Ridder werkt sindsdien als freelance copywriter en journalist. Hij schreef een aantal opiniestukken over de ramp met MH17, die werden gepubliceerd in de Volkskrant en Het Parool. In die kranten schrijft hij regelmatig ook over andere onderwerpen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.