Werkeloze werkelijkheid

Ik zei net tegen mijn vriendin dat ik LinkedIn het domste sociale medium vind en toen keek ze me aan alsof ik dat zelf ben. Dom, (a)sociaal en medium. Maar toen ik mijn uitspraak wat verder onderbouwde kon er toch wel een knikje af.
 
Ik snap best dat het handig kan zijn hoor, wanneer je werk zoekt of de wereld wil laten weten hoe trots, wanhopig of emo je bent over het respectievelijk krijgen, verlangen of verlaten van werk. LinkedIn heeft, in tegenstelling tot andere sociale media, in die zin daadwerkelijk een functie, los van het voeden van het superego, wat alle sociale media doen.
 
Maar toch is het ook het domste – of meest beperkte – sociale medium, omdat het mensen eenzijdig belicht. De mensen die ik ken die ook op LinkedIn zitten, zijn daar het minst zoals ze in het echt zijn. De professionele werkhouding modus staat het verst af van de ontspannen voeten op de bank modus. De biertjes met vrienden of wandelen in het bos modus. De laten we een scheetwedstrijd houden onder het dekbed modus.
 
De versie van mensen op LinkedIn lijkt op de foto’s die standaard in fotolijstjes zitten. Zo’n stockfoto gezin, met een breed lachende, bruinharige, vierkant gekaakte supervader. Altijd vrolijk, slim, scherp en geduldig, met een goede, veeleisende baan, edoch altijd oog en tijd hebbend voor de kinderen.
 
Naast hem de blonde moeder met windmachine wind in haar halflange haar, een glimlach net zo breed als die van haar man, een huid zo soepel en zacht als een perzik, pruim of nectarine; een steenvrucht in ieder geval. Ze lacht omdat ze zelf blij en succesvol is, met haar parttimebaan en haar aan de nanny uitbestede nulurencontract kinderen, maar ook omdat ze zo blij wordt van haar blije man, dat kastanjebruine, bestoppelbaarde specimen van testosteronale perfectie. Goddomme wat een geluk!
 
En dan de kinderen. Moet ik het daar nog over hebben? Een dochter en een zoon, beiden zo blond als de moeder. De een (dochter) lachend als een ontluikende puberale bloem, de ander (zoon) schuchter grijnzend, zijn aanstaande adolescente, masculiene depressie al vermoedend, maar nog verbergend achter dezelfde diepteloze ogen als die van zijn vader.
 
Ze vliegen.
 
Die foto zie ik als ik door LinkedIn scroll. Een continue stroom van opgeblazen neplucht en gepolijste werkblikken. De paradoxale, bescheiden trots: ‘Wauw, ik ben er stil van. Dit had ik echt niet verwacht, na al die banen, opleidingen, stages en professionele foto’s. Na al het netwerken en corporale ladderklimmen. Maar moet je eens kijken wat ik gemaakt heb. Wat mensen over mij zeggen. Wat ik bereikt heb. De lof die mij ten deel valt. Kijk dan. KIJK DAN, VERDOMME!’
 
Nee, dan kijk ik liever werkeloos naar Instagram.