Het eland

De kinderen liggen op bed, de zon is bezig aan zijn aftocht en in mijn buik rommelt het van de zelfgemaakte guacamole – tijd om de balans op te maken van weer een dinsdag.
 
Ik heb drie hele leuke video’s met dieren gezien vandaag. De eerste was met een eend die komt aanvliegen en op een bevroren sloot probeert te landen. Omdat de sloot bevroren is (ijs) glijdt de eend heel veel door en botst hij tegen een andere eend aan. Hoe ik weet dat de eend een mannetje is? Dat kun je bij eenden heel makkelijk zien. Ik wil verder niet de indruk wekken dat ik veel van dierengeslachten weet.
 
De tweede video was van een eland met de titel ‘Further evidence that moose don’t give a fuck’, waarin het dier op een gazon ligt te kauwen op iets en zich onverschillig laat natspuiten door een ronddraaiende sproeier. De (het?) eland geeft echt geen krimp, terwijl het water best koud zal zijn, dus de titel van de video lijkt me gerechtvaardigd.
 
Of het als algemeen geldende kennis beschouwd wordt dat elanden nergens een reet om geven, of dat dit juist níet bekend is en we (de mensheid) er – van die onverschilligheid dus -, zoals de titel van de video suggereert, verder bewijs van nodig hebben, weet ik niet. Wel kan ik zeggen dat deze video me behoorlijk overtuigde van de ‘schijt-aan-alles’-mentaliteit van elanden en dat ze voor mij voortaan de Charles Bronsons van de dieren zijn.
 
Goed, dan was er nog een video – de laatste – van een man die een trap krijgt van een voorbijlopende dromedaris (één bult). Zomaar. De man zit daar en krijgt van een andere man in vergelijkbare klederdracht (een wit gewaad) een bord eten aangereikt. Op dat moment loopt er een dromedaris achter hem langs en die geeft hem een schop. Zomaar dus, want ik vraag me af of dromedarissen in staat zijn wrok te koesteren jegens specifieke individuen, en of ze, als ze daar al toe in staat zouden zijn, die wrok kunnen omzetten in daden.
 
Verder heb ik met mijn zoontjes de auto gewassen (we gaan donderdag een weekje op vakantie. Waarheen? Naar Denemarken) en zijn de glazenwassers geweest. Wat ik daar gek aan vind is dat het elke keer andere mensen zijn. Nu was er een kerel die eerst een hele tijd in onze tuin stond te appen en bellen, alvorens hij met zijn enorme ladder een natuurkundig onmogelijke draai probeerde te maken en een kras op een ruit tikte.
 
Hierop brak ik de ladder, de armen van de glazenwasser, ontfutselde ik zijn adres, toog ik naar zijn huis en draaide daar alle wc-rollen om. Wat kun je verder doen in zo’n situatie? Frustrerend.
 
Was ik maar een eland.