Ik wil het graag geloven. Ik wil graag, wanneer Piet of weeronline zegt dat het weer voor de dag die komen gaat het cijfer 10 waard is, geloven dat dat zo is. Dat die dag, die komen gaat, het perfecte weer zal hebben. Want weer is overal. Weer is altijd en onlosmakelijk. Ieder die iets doet of leeft heeft ermee te maken. Zelfs op zij die niet leven is het van invloed. Het verschil tussen een zompig graf van de regen of een loeihete kist van de zomerzon is immers aanzienlijk. De doden zullen het niet merken, maar dat laat onverlet dat het verschil bestaat.
Weercijfer 10. Ik haalde heel soms weleens een 10 op school. Eén keer voor een Nederlands grammatica proefwerk, regelmatig voor Engels en andere taal SO’tjes. Nooit voor wiskunde. Een 10, soms met een rode cirkel eromheen, om de compleetheid van de getoetste kennis te benadrukken. Een 10 is magisch. Een 10 is volmaaktheid. Rust. Geluk. Voltooiing. Zen. Wanneer mij, en de rest van de populatie, wordt verteld dat dergelijke begrippen gebruikt kunnen worden om de weersomstandigheden van morgen te beschrijven, vult mijn hart zich met blijdschap en anticipatie.
Groot is de teleurstelling dan ook wanneer het morgen is en de daadwerkelijke weerssituatie niet overeenkomt met de belofte. De belofte van de 10. Ik had zo goed geleerd, ben meermaals overhoord, kende de woordjes perfect en toch geen 10. Een 8, misschien zelfs een 7,5. Meer zit er niet in. Wolken trekken als duvels uit dozen het land over. Bikini’s worden nat, niet van de zee, maar van onvoorziene regendruppels. Het anticiperende hart, dat zo snakt naar volmaaktheid, waarin het weer immer een essentiële rol speelt, past zich haperend aan aan de realiteit. In de benauwde, bewolkte, zonloze middag blijft de hunkering bestaan. Hunkering en teleurstelling dus. En ook een stukje frustratie, boosheid zelfs, vanwege de niet ingeloste belofte.
Ik zie Piet en weeronline samen met een regenjas onder een waterdichte parasol zitten, de weercijfers op de site naar de grillen van het moment aanpassend, in de handen wrijvend, gniffelend om het zoveelste massaal geloofde bedrog.
Jullie zijn weerhypers. Juist bij ons, Nederlanders, opgegroeid in weer en wind, is dat wreed. We willen zo graag. Wij willen zo graag in korte rok, parapluloos, jeu de boulend en huppelend door vers gemaaid gras worsten op de barbecue smijten, dat we jullie geloven. Willen geloven. En die geloofwilligheid wordt misbruikt. ’10? Echt waar? Een 10? Ik ga het zelf ook even checken. Ik hoop het! Ik wil het! JA!’ Weer een klik. Weer een euro. Zo kan ik het ook.
Een 10 krijg je niet zomaar. Je moet ervoor werken. Je moet hem verdienen. Eerlijk zijn. En jullie gooien hem te grabbel, tezamen met ons hunkerende hart.