Gisteren, toen het 2 oktober was, dacht ik dat het gewoon oktober was. Vandaag, 3 oktober, denk ik hetzelfde, maar ik zit ernaast. Het is namelijk stoptober. Een maand waarin rokers collectief mogen proberen te stoppen met hun dodelijke gewoonte.
Hetzelfde gevoel had ik een paar jaar geleden, toen ik dacht dat het gewoon november was. Ook toen zat ik ernaast en was de maand reeds geclaimd door een ander goed doel: het creëren van ‘awareness’ rondom prostaatkanker. Er wordt tegenwoordig heel veel awareness gecreëerd, want ondanks het leven in een informatiemaatschappij zijn we ons nauwelijks bewust van dingen. In movember wordt dat bewustzijn aangewakkerd doordat mannen hun snor laten staan. Kennelijk werkt het, want de stichting die het heeft bedacht heeft sinds de oprichting al meer dan 174 miljoen dollar binnengehaald.
Nu is het dus stoptober. Ik rook niet, maar zou heel graag willen van wel, zodat ik dat de komende maand lekker zou kunnen blijven doen. Misschien is het mijn licht recalcitrante aard, maar ik krijg altijd schilferjeuk van dit soort initiatieven. Niet zozeer om het initiatief zelf, maar meer om de mensen die eraan meedoen. Al die voorheen onbewuste vrienden van me die ineens zelfvoldaan met een vlassige verzameling haar op hun bovenlip rondlopen. En niemand die ook maar een stuiver doneert.
Maar nu is het dus stoptober. Het is me nog niet helemaal duidelijk middels welke uiterlijke kenmerken we mensen gaan stimuleren te stoppen met roken. Misschien kunnen we ons haar laten groeien in de vorm van een asbak, of kunnen we een pak dragen gemaakt van nicotinepleisters, zodat je alleen maar tegen een roker aan hoeft te lopen om hem te voorzien van een patch. Als je pak op is, ben je naakt en zo creëren we dan meteen awareness voor naakte lichamen, want daar begint het toch allemaal mee. Zo vangen we twee vliegen in één klap en is het ook nog eens een campagne voor efficiëntie.
Stoptober lijkt zich vooralsnog minder op te dringen aan het publiek dan de maand die erop volgt. Tijdens stoptober zullen mensen slechts via social media, tv en radio-reclames worden gemotiveerd door bekende en minder bekende Nederlanders om de sigaret voor eens en voor altijd uit te drukken. Niemand laat iets groeien of staan, maar er wordt gewoon een maand lang via allerlei kanalen tegen je geschreeuwd.
Hart van Nederland volgt gedurende de maand drie mensen die gaan proberen hun ziekelijke gewoonte te beëindigen. De 37-jarige Manuela bijvoorbeeld, die al 21 jaar rookt, maar op 19-jarige leeftijd haar moeder heeft verloren en het daarom nu wel eens tijd acht te stoppen. Dat ze drie kinderen heeft, helpt ook niet mee. Ze gaat dit samen proberen met haar partner Roy, die er dagelijks asfalterende hoeveelheden shag en sigaretten doorheen jaagt.
Ik wens ze veel succes. Echt. Ik hoop dat het ze lukt. Ik hoop dat het heel veel mensen lukt. Ik wens ook al die social media en Gijs Staverman en SBS6 veel succes met de verslaglegging. Het is toch weer een maand werk. Maar wat ik ook heel erg hoop, is dat er niet nog meer maanden worden ingepikt door uitgekookte marketeers. Dat we na movember niet ineens terechtkomen in ‘gaycember’, gevolgd door ‘janukanarie’, ter bewustwording van de schadelijke gevolgen voor de stembanden van het gezang van deze gele huisvriend. Om dan weer terecht te komen in ‘gaybruari’ (dat rijmt nu eenmaal) en de maand ‘baard’, waarin alle mannen (en sommige vrouwen) zich massaal gaan scheren bij wijze van protest tegen de naderende lente. Na ‘slapril’, waarin we op een dieet van groenvoer en zinloos geweld ons vee een maandje ontzien, volgt ‘prei’, tegen alle verwachtingen en animo in een tweede vleesloze maand. ‘Uni’ is de maand van de eenheid en ‘jullie’ die van jullie. In ‘kougustus’ staan we stil bij de tegenvallende zomer, iets waar we dan hopelijk beter op voorbereid zijn. Het zou een hoop teleurstelling kunnen voorkomen.
sterk, zeer sterk