De man van Curry66 vraagt me hoe pittig ik mijn saus wil. De Hausesause komt in 4 varianten of ‘levels’ van scherpte, oplopend in kleur van geel naar oranje. 0 is classic, 1 angenehm, 2 mittelscharf en 3 scharf. De man neemt me op en suggereert mittelscharf. Ik ken mezelf en mijn intolerantie voor voedsel dat anderen als ‘gematigd pittig’ bestempelen en weifel een moment. De man ziet mijn weifeling en zegt dan ‘classic ist neutral’. Mijn neiging tot het sluiten van compromissen resulteert in de keuze voor nummer 1.‘Angenehm sounds good,’ zeg ik, maar de man lijkt me niet te verstaan.
Zodra ik de currywurst proef, weet ik dat ik best voor ‘classic’ had kunnen gaan. Maar het is te doen. Mittelscharf was zeker ‘unangenehm’ geweest, en daar hou ik niet van.
Tijdens het eten van de worst, die alle behoeften bevredigt die ik op het moment van eten heb, zie ik, naast de lijst met ‘Housesauce’, nog een lijst af- of oplopend van donkeroranje naar diepdonker bloedstollend rood. Erboven staat ‘Scovillesaus’, afgebakend door de afbeeldingen van een groene (links) en rode (rechts) peper. Nu weet ik dat de Scovilleschaal een lijst is van de heetste chilipepers. De Indian Summer (4), Scharfe Emma (5), Asia Tiger (6), Volle Möhre (7), Dirty Devil (8), Balla Balla (9) en Black Death 66* (10) zullen daar allemaal op staan. Die laatste komt met een veiligheidswaarschuwing: *) nur mit schriftlichem Einverständnis. Met andere, Nederlandse woorden: om die te kunnen eten moet je een schriftelijke overeenkomst sluiten met de currywurstverkoper, zodat hij niet aansprakelijk is als de Black Death je fataal wordt.
Ik vraag hem of iemand die ooit bestelt. Hij antwoordt dat hij zelden scherper dan nummer 5 verkoopt. Als iemand nummer 10 wil, laat hij ze eerst nummer 7 proeven. De meesten komen dan op hun voornemen terug. Om zijn punt kracht bij te zetten haalt hij een papieren bordje uit een klein koelkastje dat verstopt staat onder de toonbank. Hij prikt met een minuscuul plastic vorkje kort in de roodste van de twee sauzen op het bord. Op het vorkje zit nu de kleinst mogelijke hoeveelheid saus – de eerstvolgende stap na een vorkje zonder saus. De man houdt het vorkje voor mijn gezicht. ‘Ist das die Black Death?’ vraag ik voor de zekerheid. ‘Sieben,’ antwoordt hij met een tegelijkertijd ernstige en geruststellende blik.
Met enige huiver breng ik mijn mond naar de vork. Ik laat de saus op me inwerken, met een gezicht alsof ik naar een ingewikkeld kunstwerk kijk. In eerste instantie proef ik niks omdat mijn smaak nog gedomineerd wordt door angenehm. Maar na een seconde of 10 wordt die vakkundig verdreven door een scherpte met de doelgerichtheid van Gerd Müller. Ik kijk de curryman aan, knikkend, overkomen door een nieuw, dieper respect voor de natuur en de wapens die ze groeit.
‘Wer zum Teufel bestellt dann Nummer 10?’ vraag ik. ‘Nur Engländer und Mexikaner,’ antwoordt hij. Ik betaal, bedank de man en vertrek.
Als ik de deur uitloop en het leven enigszins terugkeert in mijn mond, denk ik: Engländer?